Rijkswet van 23 april 2009 tot wijziging van de Wet militair tuchtrecht in verband met het tegengaan van ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het met het oog op het tegengaan van ongewenst gedrag binnen de krijgsmacht wenselijk is de boetebedragen in het militair tuchtrecht aan te passen en het uitgaansverbod uit te breiden;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet militair tuchtrecht wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 43 komt te luiden:

Artikel 43

  • 1. Het bedrag van de geldboete is ten minste € 3 en ten hoogste € 350. In de Nederlandse Antillen onderscheidenlijk in Aruba zijn deze bedragen ANG 6 en ANG 770, onderscheidenlijk AWG 6 en AWG 770.

  • 2. Een geldboete kan niet worden opgelegd indien daardoor de som van de geldboetes, ingevolge deze rijkswet in een kalendermaand aan de militair opgelegd, een bedrag van € 700 dan wel ANG 1540, onderscheidenlijk AWG 1540 te boven zou gaan.

  • 3. Ingeval de schending van een gedragsregel plaatsvindt terwijl de militair deelneemt aan een operatie in internationaal verband buiten het Koninkrijk is, in afwijking van het eerste lid, het bedrag van de geldboete ten hoogste € 700 dan wel ANG 1540, onderscheidenlijk AWG 1540. Een geldboete met toepassing van de voorgaande volzin kan niet worden opgelegd indien daardoor de som, bedoeld in het tweede lid, een bedrag van € 1400 dan wel ANG 3080, onderscheidenlijk AWG 3080 te boven zou gaan.

B

Artikel 48 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het derde lid vervalt.

2. Het vierde tot en met zevende lid worden vernummerd tot derde tot en met zesde lid.

3. In het zesde lid (nieuw) wordt «het vierde en vijfde lid» vervangen door: het derde en vierde lid.

C

In artikel 80, vierde lid, wordt «De artikelen 48, derde lid, en 75 zijn niet van toepassing» vervangen door: Artikel 75 is niet van toepassing.

ARTIKEL II

Deze rijkswet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad, in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen en in het Afkondigingsblad van Aruba zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 23 april 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Defensie,

J. G. de Vries

Uitgegeven de negentiende mei 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 504 (R 1864)

Naar boven