Besluit van 25 maart 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie in verband met verdere modernisering van het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 maart 2009, nr. AV/SDA/2009/4877;

Gelet op artikel IV van de Wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie in verband met verdere modernisering van het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De wet tot wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie in verband met verdere modernisering van het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, met uitzondering van artikel I, onderdeel F, dat in werking treedt met ingang van 1 januari 2010.

Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 25 maart 2009

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de drieëntwintigste april 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

De wijziging van de Wet op de bedrijfsorganisatie in verband met verdere modernisering van het stelsel van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie (Stb. 2009, 26) kan niet op alle onderdelen op hetzelfde tijdstip in werking treden.

Ten aanzien van artikel I, onderdeel F, dat betrekking heeft op artikel 65 van de Wet op de bedrijfsorganisatie waarin de verplichtingen van de Sociaal-Economische Raad (SER) zijn geformuleerd met betrekking tot het door de SER uit te brengen verslag wordt gekozen voor inwerkingtreding per 1 januari 2010. De reden hiervoor is dat de uitbreiding van de verplichtingen van de SER op dit punt pas van toepassing kunnen zijn op het verslag over het jaar 2009.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Naar boven