Besluit van 3 april 2009, houdende wijziging van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen in verband met richtlijn 2008/100/EG

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 maart 2009, VGP/VV 2917126, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2008/100/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 oktober 2008 (PbEU L 285) tot wijziging van richtlijn 90/496/EEG van de Raad inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen wat betreft de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, de omrekeningsfactoren en de definities, alsmede op artikel 8, eerste lid, onder c, van de Warenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 maart 2009, no. W13.09.0077/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 30 maart 2009, VGP/VV 2921471, uitgebracht in overeenstemming met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel q door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:

r. voedingsvezels:

koolhydraatpolymeren bestaande uit drie of meer monomere eenheden, die in de menselijke dunne darm niet verteerd en niet opgenomen worden en tot de volgende categorieën behoren:

  • eetbare koolhydraatpolymeren die van nature voorkomen in levensmiddelen zoals die worden geconsumeerd;

  • eetbare koolhydraatpolymeren die langs fysische, enzymatische of chemische weg uit grondstoffen voor levensmiddelen zijn verkregen en een gunstig fysiologisch effect hebben dat door algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens wordt gestaafd; of

  • eetbare synthetische koolhydraatpolymeren met een gunstig fysiologisch effect dat door algemeen aanvaarde wetenschappelijke gegevens wordt gestaafd.

B

Aan artikel 10, eerste lid, worden onder verwijdering van de punt aan het slot van onderdeel g twee onderdelen toegevoegd, luidende:

  • h. voedingsvezels: 8 kJ/g – 2 kcal/g

  • i. erytritol: 0 kJ/g – 0 kcal/g.

C

De bijlage komt te luiden:

Bijlage

Deze bijlage behoort bij artikel 1, eerste lid, onder d, artikel 3, tweede lid, onder f, en artikel 6, eerste lid, onder d, en derde lid, van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen.

Vitaminen en mineralen die kunnen worden vermeld en hun aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH)

Vitamine A (μg)

800

Vitamine D (μg)

5

Vitamine E (mg)

12

Vitamine K (μg)

75

Vitamine C (mg)

80

Thiamine (mg)

1,1

Riboflavine (mg)

1,4

Niacine (mg)

16

Vitamine B6 (mg)

1,4

Foliumzuur (μg)

200

Vitamine B12 (μg)

2,5

Biotine (μg)

50

Pantotheenzuur (mg)

6

Kalium (mg)

2000

Chloride (mg)

800

Calcium (mg)

800

Fosfor (mg)

700

Magnesium (mg)

375

IJzer (mg)

14

Zink (mg)

10

Koper (mg)

1

Mangaan (mg)

2

Fluoride (mg)

3,5

Seleen (μg)

55

Chroom (μg)

40

Molybdeen (μg)

50

Jodium (μg)

150

In de regel wordt voor het bepalen van wat een significante hoeveelheid is – per 100 g of 100 ml, dan wel per verpakking indien deze slechts één portie bevat – uitgegaan van 15% van de in deze bijlage aangegeven dosis.

ARTIKEL II

Eet- en drinkwaren ten aanzien waarvan voedingswaarde-etikettering plaatsvindt met inachtneming van het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen zoals dat luidde onmiddellijk vóór de inwerkingtreding van dit besluit, mogen verhandeld worden tot 31 oktober 2012.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 3 april 2009

Beatrix

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Uitgegeven de eenentwintigste april 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Op 29 oktober 2008 is gepubliceerd richtlijn nr. 2008/100/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 28 oktober 2008 (PbEU L 285) tot wijziging van richtlijn 90/496/EEG van de Raad inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen wat betreft de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden, de omrekeningsfactoren en de definities, verder te noemen: richtlijn 2008/100/EG.

Richtlijn 90/496/EEG1 is geïmplementeerd in het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen (verder: het Warenwetbesluit). Richtlijn 2008/100/EG diende daarom te worden uitgevoerd door wijziging van het Warenwetbesluit. Dit besluit zorgt daarvoor.

Het nieuwe artikel 1, eerste lid, onder r, van het Warenwetbesluit (artikel I, onder A, van dit besluit) definieert het begrip voedingsvezel. Bij deze definitie is door de Europese regelgever rekening gehouden met relevante werkzaamheden van de Codex Alimentarius en de opvatting ter zake van de Europese Autoriteit voor voedselveiligheid.

Bij artikel I, onder B, is de lijst van omrekeningsfactoren voor de energetische waarde (artikel 10, eerste lid, van het Warenwetbesluit) aangevuld, gezien nieuwe wetenschappelijke en technische ontwikkelingen. De nieuwe factoren hebben betrekking op voedingsvezels en erytritol.

De bijlage bij het Warenwetbesluit noemt de vitaminen en mineralen die vermeld mogen worden in de voedingswaarde-etikettering, met de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) en een omschrijving van het begrip significante hoeveelheid. Bij artikel I, onder C, is de bijlage van het Warenwetbesluit aangepast aan de wetenschappelijke ontwikkelingen sinds 1988.

Nadere bijzonderheden inzake de totstandkoming van richtlijn 2008/100/EG en dus ook van dit besluit, zijn te vinden in de zeventien overwegingen bij richtlijn 2008/100/EG.

Dit besluit treedt in werking per 1 juli 2009 (artikel III). Dit tijdstip is gekozen gezien de vaste verandermomenten van algemene maatregelen van bestuur waartoe het kabinet eind 2008 besloten heeft. Hiermee is tevens voldaan aan het voorschrift van artikel 1, eerste lid, tweede alinea, van richtlijn 2008/100/EG, dat Nederland uiterlijk 31 oktober 2009 dient te voldoen aan die richtlijn.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2008/100/EG, dit besluit, en het Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen.

Richtlijn 2008/100/EG

Dit besluit

Warenwetbesluit Voedingswaarde-informatie levensmiddelen

art. 1.1

art. I.A

art. 1.1.r

art. 1.2

art. I.B

art. 10.1. h en i

art. 1.3

art. I.C

bijlage

art. 1.4

art. I.A

art. 1.1.r

art. 2.1 1° alinea

art. III

–*

art. 2.1 2° alinea

art. II

–*

art. 2.1 3° alinea

opschrift, aanhef en nota van toelichting

–*

art. 2.2, 3 en 4

–*

–*

* Implementatie is niet vereist.

Dit besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten. Hierbij is van belang dat dit besluit pas geruime tijd na publicatie in werking treedt. Bovendien voorziet artikel II in een ruime overgangstermijn. Het gevolg hiervan is dat bedrijven met de eventuele gevolgen van dit besluit rekening kunnen houden bij de reguliere periodieke aanpassingen van de bedrijfsvoering.

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg Warenwet (ROW)2. Deze consultatie heeft niet geleid tot commentaar op het ontwerpbesluit.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink


XNoot
1

Richtlijn nr. 90/496/EEG van de Raad van 24 september 1990 inzake de voedingswaarde-etikettering van levensmiddelen (PbEG L 276).

XNoot
2

Aan het ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en handel), van consumenten, van ministeries (met name van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren Autoriteit, en van product- en bedrijfschappen.

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven