Wet van 5 maart 2009, houdende wijziging van de Huisvestingswet (mogelijkheid van bestuurlijke boete voor enkele overtredingen)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeenten de mogelijkheid te geven ter zake van enkele overtredingen van de Huisvestingswet een bestuurlijke boete op te leggen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Huisvestingswet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 84 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. «artikel 45, 49, vierde lid, of 59» wordt vervangen door: artikel 7, tweede lid, 30, eerste lid, 45, 49, vierde lid, of 59.

b. Met ingang van de dag die een jaar ligt na de datum van inwerkingtreding van deze wet vervalt: 7, tweede lid, 30, eerste lid,.

2. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

a. «artikel 7, 8, 17, 18, 30, eerste lid, 33 of 83» wordt vervangen door: artikel 7, eerste lid, 8, 17, 18, 33 of 83.

b. Met ingang van de dag die een jaar ligt na de datum van inwerkingtreding van deze wet vervalt: 7, eerste lid,.

B

Na artikel 85 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 85a

  • 1. De gemeenteraad kan bij verordening bepalen dat een bestuurlijke boete kan worden opgelegd ter zake van de overtreding van de artikelen 7, eerste en tweede lid, en 30, eerste lid. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd tot het opleggen van een bestuurlijke boete.

  • 2. De bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan:

    • a. € 18 500 voor overtreding van de artikelen 7, tweede lid, en 30, eerste lid, en

    • b. € 340 voor overtreding van artikel 7, eerste lid.

  • 3. De gemeenteraad stelt bij verordening het bedrag vast van de bestuurlijke boete die voor de verschillende overtredingen kan worden opgelegd.

  • 4. In afwijking van het eerste en derde lid treedt het algemeen bestuur van een plusregio als bedoeld in artikel 104 van de Wet gemeenschappelijke regelingen voor de toepassing van die leden in de plaats van de gemeenteraad.

ARTIKEL II

  • 1. Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2004 ingediende voorstel van wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht) (29 702) tot wet is verheven en die wet in werking treedt, treedt deze wet op hetzelfde tijdstip in werking.

  • 2. Indien het voorstel van wet, bedoeld in het eerste lid, na tot wet te zijn verheven, in werking is getreden voor de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, treedt deze wet in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 5 maart 2009

Beatrix

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

E. E. van der Laan

Uitgegeven de vierentwintigste maart 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot
histnoot

Kamerstuk 31 556

Naar boven