Besluit van 6 maart 2009 tot wijziging van het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in verband met de systematische verstrekking van gegevens aan instellingen voor schulden- en kredietregistratie

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 januari 2009, nr. 2009-0000025894;

Gelet op artikel 99, derde en vijfde lid, van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens;

De Raad van State gehoord (advies van 4 februari 2009, nr. W04.09.0020/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 maart 2009, nr. 2009-0000069942;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 68c1, onderdeel b, wordt de zinsnede «werkzaamheden op het terrein van de maatschappelijke hulpverlening als bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van het Besluit afwijking verantwoordelijkheidstoedeling welzijnsbeleid» vervangen door: werkzaamheden op het terrein van de maatschappelijke zorg, bedoeld in artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet VWS-subsidies.

B

Na artikel 68d wordt een artikel ingevoegd, dat luidt:

Artikel 68d1

  • 1. Bijzondere derden als bedoeld in artikel 99, vijfde lid, van de wet zijn:

    • a. de Stichting Bureau Krediet Registratie;

    • b. de Stichting Landelijk Informatiesysteem Schulden,

    voor zover de behoefte van deze stichtingen aan gegevens uit de basisadministratie haar grond vindt in de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de verificatie van de identiteit van een betrokkene bij het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen of een traject van schuldhulpverlening.

  • 2. Onze Minister maakt ten aanzien van een bijzondere derde als bedoeld in het eerste lid, slechts gebruik van de in artikel 68a bedoelde bevoegdheid indien de bijzondere derde ten aanzien van de verwerking, bedoeld in het eerste lid, een regeling heeft getroffen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer.

  • 3. Onze Minister beperkt zich bij de bepaling van de algemene en de verwijsgegevens die worden verstrekt aan een bijzondere derde als bedoeld in het eerste lid, tot de gegevens betreffende de naam, de geboortedatum en het adres.

C

In artikel 68e wordt de zinsnede «artikel 68b, onder e tot en met h, en artikel 68c1, onder b,» vervangen door: artikel 68b, onder e tot en met h, artikel 68c1, onder b, en artikel 68d1.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de wet van 29 december 2008 tot wijziging van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens in verband met het mogelijk maken van systematische verstrekking van gegevens aan instellingen voor schulden- en kredietregistratie (Stb. 2009, 126) in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 6 maart 2009

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de negentiende maart 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

I Algemeen

Dit besluit hangt samen met de wijziging van artikel 99 van de Wet gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Wet GBA) in verband met het verstrekken van gegevens uit de GBA aan instellingen die tot taak hebben om een registratie in stand te houden betreffende kredieten of schulden van natuurlijke personen (Kamerstukken II 2007/08, 31 563).

Met die wijziging van de Wet GBA is het mogelijk gemaakt om bij algemene maatregel van bestuur instellingen aan te wijzen die voor systematische gegevensverstrekking uit de basisadministraties in aanmerking komen. Het onderhavige besluit wijzigt het Besluit gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens (Besluit GBA) zodanig dat de stichtingen Landelijke Informatiesysteem Schulden (LIS) en Bureau Krediet Registratie (BKR) worden aangewezen. De systematische gegevensverstrekking aan deze stichtingen zal plaatsvinden binnen de systematiek en onder de voorwaarden van het GBA-stelsel.

Voorts is van de gelegenheid gebruik gemaakt om een foutieve verwijzing in het Besluit GBA te verwijderen.

Over het voorstel tot wijziging van het Besluit GBA is advies gevraagd aan het College bescherming persoonsgegevens (Cbp) en om reactie verzocht van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken (NVVB).

Het Cbp heeft geen aanleiding gezien tot het maken van nadere op- of aanmerkingen. De VNG heeft aangegeven positief te staan tegenover de onderhavige wijziging van het Besluit GBA. De NVVB ziet geen bezwaren in de voorgestelde wijziging van het Besluit GBA. Aan de suggestie van de NVVB om aan de hand van het burgerservicenummer in de GBA te kunnen zoeken, is geen gehoor gegeven. De combinatie van naam, geboortedatum en adres is voldoende voor het doel waarvoor de gegevens worden verstrekt.

II Artikelgewijs

Artikel I, onderdeel A

De verwijzing in artikel 68c1 van het Besluit GBA, naar artikel 2, onderdeel d, van het Besluit afwijking verantwoordelijkheidstoedeling welzijnsbeleid was niet langer juist door het vervallen van genoemd besluit per 1 januari 2007. Deze verwijzing is daarom vervangen door een verwijzing naar artikel 2, onderdeel d, van de Kaderwet VWS-subsidies.

Artikel I, onderdelen B en C

De invoeging van een nieuw vijfde lid in artikel 99 van de Wet GBA door de bovenbedoelde wijzigingswet, maakt het mogelijk om systematisch gegevens uit de basisadministraties te verstrekken aan instellingen die tot taak hebben om een registratie in stand te houden betreffende kredieten of schulden van natuurlijke personen, voor zover in de reglementen van de instelling ten aanzien van de uitvoering van de taak is vastgelegd dat:

  • gegevens in de registratie worden verwerkt ter voorkoming van overkreditering of problematische groei van schulden bij natuurlijke personen en;

  • gegevens uit de basisadministratie uitsluitend worden verwerkt met het oog op de verificatie van de identiteit van de betrokkene bij het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen of een traject van schuldhulpverlening.

Achtergrond van de wetswijziging is dat de noodzakelijke eisen die aan de kwaliteit van gegevens in een schulden- of kredietregistratie mogen worden gesteld, ertoe leiden dat in geval van blijvende twijfel aan de juistheid van deze gegevens, deze ook moeten kunnen worden geverifieerd in de GBA.

In het nieuwe artikel 68d1, eerste lid, van het Besluit GBA worden de stichtingen BKR en LIS aangewezen als bijzondere derden voor zover de behoefte aan gegevens uit de basisadministraties haar grond vindt in de verwerking van persoonsgegevens met het oog op de verificatie van de identiteit van een betrokkene bij het aangaan van nieuwe financiële verplichtingen of een traject van schuldhulpverlening. Raadpleging van de GBA zal – indien noodzakelijk – in het algemeen plaatsvinden op het moment dat het krediet op grond van artikel 4:32 van de Wet op het financiële toezicht in het Centraal Krediet Informatiesysteem (CKI) wordt geregistreerd, dan wel op het moment dat een betalingsachterstand in het LIS wordt geregistreerd.

Door de aanwijzing als bijzondere derde vallen de stichtingen onder het verstrekkingsregime zoals dat nader is geregeld in hoofdstuk 3, paragraaf 2a, van het Besluit GBA

Deze stichtingen kunnen nu worden geautoriseerd voor de systematische verstrekking van gegevens uit de basisadministraties voor zover deze gegevensverstrekking past binnen de hiervoor beschreven grenzen. Autorisatie kan bovendien slechts plaatsvinden als de stichtingen een regeling hebben getroffen ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer (68d1, tweede lid, Besluit GBA).

Op deze wijze wordt gewaarborgd, dat de verstrekking van gegevens uit de GBA plaatsvindt voor een nauw omschreven doel. De stichting BKR en de stichting LIS zullen de verstrekte gegevens niet mogen aanwenden voor een ander doel, bijvoorbeeld ten behoeve van het innen van schulden bij de personen die geregistreerd staan.

De gegevens die de stichtingen LIS en BKR verstrekt krijgen uit de GBA zijn beperkt tot de algemene gegevens en de verwijsgegevens, betreffende de naam, de geboortedatum en het adres (artikel 68d1, derde lid). Naam en geboortedatum zijn van essentieel belang voor een deugdelijke vaststelling van iemands identiteit. Het adres kan uitsluitsel bieden indien geboortedatum of naam niet juist blijken te zijn en vergroot de validiteit van verificatie. Tevens is het vanwege de zoeksleutel voor de stichtingen LIS en BKR technisch niet mogelijk om zonder naam en adresgegevens in elkaars registers de gegevens van betrokkene te verifiëren. Ten slotte dienen deze gegevens als basis voor de verdere verwerking van gegevens in het LIS en CKI register. De stichting BKR beheert het CKI register.

Artikel II

De wijziging van het Besluit treedt in werking op het moment dat de eerder genoemde wijziging van de Wet GBA in verband met het verstrekken van gegevens uit de GBA aan instellingen die tot taak hebben om een registratie in stand te houden betreffende kredieten of schulden van natuurlijke personen in werking treedt.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven