Besluit van 5 maart 2009 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 14 februari 2009, houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling (Stb. 2009, 106)

Wij, Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 4 maart 2009, FM 2009-468 M;

Gelet op artikel IV van de Wet van 14 februari 2009, houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling (Stb. 2009, 106);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

De Wet van 14 februari 2009, houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht en de Faillissementswet in verband met de samenloop van de vordering op de boedel ingeval van noodregeling, surseance van betaling en faillissement en de aanvraag van een vergoeding op grond van de vangnetregeling (Stb. 2009, 106), treedt in werking met ingang van 16 maart 2009.

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 maart 2009

Beatrix

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de twaalfde maart 2009

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven