
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Besluit van 29 december 2008 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet stimulering arbeidsparticipatie alsmede het tijdstip van vervallen van het Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 23 december 2008, nr. AM/BR/08/34130;
Gelet op artikel XIII van de Wet stimulering arbeidsparticipatie en artikel 5 van het Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
’s-Gravenhage, 29 december 2008
Beatrix
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner
Uitgegeven de dertigste december 2008
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Artikel 1
De artikelen VIII, onderdeel B, IX, onderdeel B, en X, onderdeel B, van de Wet stimulering arbeidsparticipatie treden drie maanden later in werking dan de overige artikelen om gemeenteraden voldoende de tijd te geven een verordening te maken met betrekking tot de scholing of opleiding in het kader van de participatieplaatsen alsmede met betrekking tot de premie in dat kader.
Artikel 2
Zoals in de memorie van toelichting op de Wet stimulering arbeidsparticipatie is aangegeven, wordt het Tijdelijk besluit brugbanen herbeoordeelden (Tijdelijk besluit) geïncorporeerd in de Wet stimulering arbeidsparticipatie. Daartoe is geregeld dat loonkostensubsidies die voor brugbanen zijn verstrekt, na de inwerkingtreding van die wet worden aangemerkt als loonkostensubsidies op basis van die wet.
In artikel 5 van het Tijdelijk besluit is bepaald dat het Tijdelijk besluit vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Het onderhavige besluit voorziet in het vervallen van het Tijdelijk besluit op 1 januari 2009.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner