Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2008, 557 | AMvB |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | Staatsblad 2008, 557 | AMvB |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 13 oktober 2008-0000475644 DCB/CZW/WVOB, gedaan mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
Gelet op artikel 15a, derde lid, van de Financiële-verhoudingswet, artikel 20 van de Wet stedelijke vernieuwing en artikel 15:13, tweede lid, van de Wet milieubeheer;
De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2008, No. W04.08.0448/I);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 1 december 2008, DCB/CZW/WVOB 2008-0000538821, uitgebracht mede namens Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en Onze Minister voor Wonen, Wijken en Integratie;
Hebben goedgevonden en verstaan:
In het Besluit financiële verhouding 2001 wordt na artikel 28 een artikel ingevoegd, luidende:
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot
’s-Gravenhage, 8 december 2008
Beatrix
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J. M. Cramer
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,
E. van der Laan
Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2008
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
Met de Wet van 3 juli 2008 tot wijziging van de Financiële-verhoudingswet (Fvw) en enkele andere wetten is de verzameluitkering geïntroduceerd als onderdeel van het beleid gericht op het halveren van het aantal specifieke uitkeringen. Door middel van een verzameluitkering worden alle departementale budgetten die beschikbaar zijn voor specifieke uitkeringen met een geringe (financiële) omvang als één uitkering verstrekt. In artikel 15a, derde lid, van de Fvw is bepaald dat bijdragen uit ’s Rijks kas aan provincies en gemeenten ten behoeve van een bepaald openbaar belang (beleidsthema), waarvoor een bedrag beschikbaar is dat lager is dan een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen bedrag, slechts kunnen worden verstrekt als onderdeel van een verzameluitkering. Bij deze uitkeringen van geringe omvang gaat het om beleidsthema’s die ondanks expliciete afweging niet via andere geldstromen of door bundeling met andere specifieke uitkeringen kunnen worden bekostigd. De bezwaren die kleven aan specifieke uitkeringen gelden a fortiori voor deze uitkeringen met een klein budget. De bestuurlijke en administratieve lasten staan niet in redelijke verhouding tot de verleende uitkeringen. Onderbrenging van deze uitkeringen in een verzameluitkering strekt ertoe deze lasten zoveel mogelijk te verminderen. Een verzameluitkering kent een ruimere bestedingsvrijheid en vereenvoudigd regime voor de besteding en verantwoording van het bedrag dat onder die naam worden uitgekeerd. Zo geldt voor de verzameluitkering dat zij moet zijn besteed binnen de doelstellingen van het ministerie dat de verzameluitkering verstrekt. Per begroting is slechts één verzameluitkering mogelijk. De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de financiële afwikkeling van de verzameluitkering, waardoor ook de bureaucratische drukte op rijksniveau wordt beperkt.
Met de wijziging in het Besluit financiële verhouding 2001 wordt conform artikel 15a, derde lid, van de Fvw vastgesteld tot welk maximumbedrag een specifieke uitkering ten behoeve van een bepaald beleidsthema moet worden verstrekt in de vorm van een verzameluitkering.
Uit een analyse van de bestaande specifieke uitkeringen is gebleken dat bij een grensbedrag van € 10 miljoen 25 specifieke uitkeringen worden gebundeld tot 11 verzameluitkeringen. Veruit de meeste van deze uitkeringen zijn geregeld in ministeriële regelingen. Bij een hoger grensbedrag bleek het aantal uitkeringen dat zou worden opgenomen in de verzameluitkering niet substantieel toe te nemen. Door het grensbedrag vast te stellen op € 10 miljoen wordt dus bereikt dat een groot aantal kleine beleidsimpulsen ten aanzien van medeoverheden wordt opgenomen in de verzameluitkering.
Overwogen is het grensbedrag te differentiëren naar financiële omvang van specifieke uitkeringen per decentrale overheid. Immers, wat voor een grote gemeente een gering bedrag is, is voor een kleinere gemeente een relatief groot bedrag. Uiteindelijk is van een differentiatie naar grootteklasse afgezien. De administratieve lasten die verbonden zouden zijn aan differentiatie zijn te hoog. Een andere reden is dat de differentiatie naar grootteklasse niet eenvoudig uitvoerbaar is, omdat bij de vaststelling van de verzameluitkering in de departementale begroting nog niet altijd bekend is welke gemeenten en provincies in aanmerking (kunnen) komen voor een beleidsthema.
Alle bedragen voor beleidsthema’s waarvoor een budget beschikbaar is dat onder het grensbedrag van € 10 miljoen ligt, moeten in de verzameluitkering worden opgenomen. Uitkeringen waarvoor een budget beschikbaar is van meer dan € 10 miljoen, kunnen ook in een verzameluitkering kunnen worden opgenomen, als de betreffende vakminister en de fondsbeheerders dat overeenkomen. Bij de beoordeling of een uitkering onder het grensbedrag valt, wordt uitgegaan van het jaarlijkse (begrote) voorschot aan het totaal van gemeenten, provincies en gemeenschappelijke regelingen. Bij meerjarige regelingen wordt het jaarlijkse gemiddelde genomen.
De verstrekking van specifieke uitkeringen als onderdeel van een verzameluitkering noodzaakt tot aanpassing van de desbetreffende uitkeringsregelingen, omdat daarin ten aanzien van de besteding en verantwoording verplichtingen zijn opgenomen die niet passen bij een verzameluitkering. Alle bijzondere bepalingen over de besteding en de verantwoording van de desbetreffende middelen vervallen. De wijzigingen op besluitniveau beperken zich tot het Besluit milieusubsidies en het Besluit impulsbudget stedelijke vernieuwing 2006 tot en met 2009. De wijzigingen zijn in de artikelen II en III van dit besluit opgenomen.
Het ontwerpbesluit is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Interprovinciaal Overleg (IPO), die beide hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben bij het ontwerp en daarom geen noodzaak te zien voor een formele adviesronde.
De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Th. B. Bijleveld-Schouten
Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in de Staatscourant.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2008-557.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.