Besluit van 9 december 2008, houdende nadere regels in verband met de bekendmaking van besluiten die algemeen verbindende voorschriften inhouden van organen van gemeenten, provincies, waterschappen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie, alsmede in verband met de beschikbaarstelling van geconsolideerde teksten van deze besluiten (Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 14 oktober 2008, nr. 2008-0000472808, directie Constitutionele Zaken en Wetgeving, afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Grondrechten;

Gelet op de artikelen 139 en 140 van de Gemeentewet, de artikelen 136 en 137 van de Provinciewet, de artikelen 73 en 73a van de Waterschapswet en de artikelen 38, 38a en 106a van de Wet op de bedrijfsorganisatie;

De Raad van State gehoord (advies van 24 oktober 2008, nr. W04.08.0447/I);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 2 december 2008, nr. 2008-0000578308, directie Constitiutionele Zaken en Wetgeving, afdeling Wetgeving Staatsinrichting en Grondrechten;

Hebben goedgevonden en verstaan:

HOOFDSTUK 1. ELEKTRONISCHE PUBLICATIE VAN BESLUITEN DIE ALGEMEEN VERBINDENDE VOORSCHRIFTEN INHOUDEN

Artikel 1

  • 1. Indien het gemeenteblad elektronisch wordt uitgegeven, geschiedt dat door plaatsing op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen internetadres.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat het gemeenteblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 2

  • 1. Indien het provinciaal blad elektronisch wordt uitgegeven, geschiedt dat door plaatsing op een door gedeputeerde staten te bepalen internetadres.

  • 2. Gedeputeerde staten dragen er zorg voor dat het provinciaal blad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 3

  • 1. Indien het waterschapsblad elektronisch wordt uitgegeven, geschiedt dat door plaatsing op een door het dagelijks bestuur van het waterschap te bepalen internetadres.

  • 2. Het dagelijks bestuur van het waterschap draagt er zorg voor dat het waterschapsblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 4

  • 1. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie elektronisch wordt uitgegeven, geschiedt dat door plaatsing op een door de Sociaal-Economische Raad te bepalen internetadres.

  • 2. De Sociaal-Economische Raad draagt er zorg voor dat het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 5

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders, gedeputeerde staten, het dagelijks bestuur van het waterschap, onderscheidenlijk de Sociaal-Economische Raad draagt er zorg voor dat de nodige maatregelen worden getroffen ter waarborging van de betrouwbaarheid en de beveiliging van de elektronische uitgifte en de beschikbaarstelling van het gemeenteblad, het provinciaal blad, het waterschapsblad, onderscheidenlijk het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.

  • 2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het eerste lid.

HOOFDSTUK 2. BESCHIKBAARSTELLING VAN TEKSTEN IN GECONSOLIDEERDE VORM

Artikel 6

  • 1. De teksten van besluiten van het gemeentebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, zijn in geconsolideerde vorm voor een ieder beschikbaar door plaatsing op internet.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. besluiten die zijn vervallen of uitgewerkt vóór het tijdstip waarop dit artikel in werking is getreden;

    • b. besluiten voor zover deze strekken tot wijziging van een of meer besluiten;

    • c. besluiten die ingevolge de Wet ruimtelijke ordening zijn bekendgemaakt;

    • d. bijlagen bij besluiten, die zich naar hun aard niet lenen voor elektronische beschikbaarstelling.

Artikel 7

  • 1. De teksten van besluiten van het provinciebestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, zijn in geconsolideerde vorm voor een ieder beschikbaar door plaatsing op internet.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. besluiten die zijn vervallen of uitgewerkt vóór het tijdstip waarop dit artikel in werking is getreden;

    • b. besluiten voor zover deze strekken tot wijziging van een of meer besluiten;

    • c. besluiten die ingevolge de Wet ruimtelijke ordening zijn bekendgemaakt;

    • d. bijlagen bij besluiten, die zich naar hun aard niet lenen voor elektronische beschikbaarstelling.

Artikel 8

  • 1. De teksten van besluiten van het waterschapsbestuur die algemeen verbindende voorschriften inhouden, zijn in geconsolideerde vorm voor een ieder beschikbaar door plaatsing op internet.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. besluiten die zijn vervallen of uitgewerkt vóór het tijdstip waarop dit artikel in werking is getreden;

    • b. besluiten voor zover deze strekken tot wijziging van een of meer besluiten;

    • c. bijlagen bij besluiten, die zich naar hun aard niet lenen voor elektronische beschikbaarstelling.

Artikel 9

  • 1. De teksten van besluiten die overeenkomstig artikel 38, derde lid, of artikel 106 van de Wet op de bedrijfsorganisatie zijn bekendgemaakt en algemeen verbindende voorschriften inhouden, zijn in geconsolideerde vorm voor een ieder beschikbaar door plaatsing op internet.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op:

    • a. besluiten die zijn vervallen of uitgewerkt vóór het tijdstip waarop dit artikel in werking is getreden;

    • b. besluiten voor zover deze strekken tot wijziging van een of meer besluiten;

    • c. bijlagen bij besluiten, die zich naar hun aard niet lenen voor elektronische beschikbaarstelling.

HOOFDSTUK 3. WIJZIGINGEN IN VERBAND MET DE INVOERING VAN DE VERPLICHTING TOT ELEKTRONISCHE BEKENDMAKING

Artikel 10

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt artikel 1 als volgt te luiden:

Artikel 1
  • 1. Het gemeenteblad wordt uitgegeven op een door het college van burgemeester en wethouders te bepalen internetadres.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat het gemeenteblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 11

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt artikel 2 als volgt te luiden:

Artikel 2
  • 1. Het provinciaal blad wordt uitgegeven op een door gedeputeerde staten te bepalen internetadres.

  • 2. Gedeputeerde staten dragen er zorg voor dat het provinciaal blad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 12

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt artikel 3 als volgt te luiden:

Artikel 3
  • 1. Het waterschapsblad wordt uitgegeven op een door het dagelijks bestuur van het waterschap te bepalen internetadres.

  • 2. Het dagelijks bestuur van het waterschap draagt er zorg voor dat het waterschapsblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

Artikel 13

Met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip komt artikel 4 als volgt te luiden:

Artikel 4
  • 1. Het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie wordt uitgegeven op een door de Sociaal-Economische Raad te bepalen internetadres.

  • 2. De Sociaal-Economische Raad draagt er zorg voor dat het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft en dat daarbij wordt vermeld wanneer het is uitgegeven.

HOOFDSTUK 4. SLOTBEPALINGEN

Artikel 14

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.

Artikel 15

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit bekendmaking en beschikbaarstelling regelgeving decentrale overheden.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 9 december 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

1. Algemeen

Dit besluit stelt nadere regels over de bekendmaking van algemeen verbindende voorschriften van organen van gemeenten, provincies, waterschappen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Tevens bevat het nadere regels over de beschikbaarstelling van geconsolideerde teksten van algemeen verbindende voorschriften van deze instanties.

Op grond van de Wet elektronische bekendmaking kunnen gemeenten, provincies, waterschappen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie hun algemeen verbindende voorschriften in het vervolg op elektronische wijze bekendmaken. In dit besluit wordt internet aangewezen als het elektronische medium waarop dat gebeurt.

Met ingang van een nog te bepalen datum zal de bevoegdheid tot elektronische bekendmaking worden omgezet in een verplichting. De Wet elektronische bekendmaking voorziet reeds in die toekomstige omzetting. Voor het onderhavige besluit heeft deze omzetting niet zozeer inhoudelijke, als wel tekstuele gevolgen. In eerste instantie zijn de bepalingen van hoofdstuk 1 van dit besluit slechts van toepassing op de decentrale overheden die van de bevoegdheid tot elektronische bekendmaking gebruik maken. In de tekst van deze artikelen is dit tot uitdrukking gebracht door telkens expliciet te vermelden dat het de elektronische wijze van bekendmaken betreft. Zodra de wettelijke verplichting tot elektronische bekendmaking van kracht wordt en de elektronische wijze van bekendmaken derhalve de enige wijze van bekendmaken is, kan deze voorwaarde uit de tekst van de desbetreffende artikelen worden verwijderd. Hoofdstuk 3 van dit besluit bevat de daartoe strekkende bepalingen.

Hoofdstuk 2 van het onderhavige besluit heeft betrekking op de beschikbaarstelling van geconsolideerde teksten van regelingen van gemeenten, provincies, waterschappen en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Naar verwachting wordt de verplichting hiertoe met ingang van 1 januari 2010 van kracht. Ook deze geconsolideerde regelingenbestanden worden op internet gepubliceerd.

De gevolgen van de invoering van elektronische bekendmaking en de beschikbaarstelling van geconsolideerde teksten voor de desbetreffende decentrale overheden zijn uiteengezet in de memorie van toelichting bij het voorstel van wet elektronische bekendmaking.

Het ontwerp van dit besluit is voorgelegd aan de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO), de Unie van Waterschappen (UvW) en de Sociaal-Economische Raad (SER). Het commentaar van deze organisaties heeft geleid tot enige correcties en verduidelijkingen in de tekst van het besluit en van de nota van toelichting.

2. Artikelsgewijs

Artikelen 1 tot en met 4

In het eerste lid van deze artikelen wordt het internet aangewezen als publicatiemedium voor het elektronische publicatieblad van de gemeente, de provincie, het waterschap en de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Het internet is op dit moment het meest toegankelijke elektronische medium. De aanwijzing van de exacte internetlocatie wordt overgelaten aan de dagelijkse besturen van de betreffende overheden.

Dat het elektronisch uitgegeven publicatieblad na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar blijft, is reeds in de wet vastgelegd. In het tweede lid van de onderhavige artikelen van het besluit wordt het orgaan aangewezen dat hiervoor verantwoordelijk is. Voorts dient dit orgaan er voor zorg te dragen dat op of bij de publicatie is vermeld, wanneer zij is uitgegeven. In het algemeen kan hierbij worden volstaan met de vermelding van de datum van uitgifte. In bijzondere gevallen kan in aanvulling hierop behoefte bestaan aan vermelding van het tijdstip van uitgifte. Hiervan kan sprake zijn indien acuut maatregelen moeten worden genomen, bijvoorbeeld indien de openbare orde of de volksgezondheid in gevaar is. In dergelijke omstandigheden kan het zelfs nodig zijn de afgekondigde maatregelen nog dezelfde dag aan te passen, waardoor op één dag verschillende besluiten betreffende hetzelfde onderwerp worden bekendgemaakt. Uit het vermelde tijdstip van uitgifte kunnen in de bedoelde gevallen het moment van inwerkingtreding en van de eventuele intrekking van het besluit worden vastgesteld.

Artikel 5

De continuïteit en de integriteit van het uitgifteproces dienen gewaarborgd te zijn. Teneinde de teksten ook na publicatie elektronisch beschikbaar te houden, zijn bijzondere maatregelen nodig. Zo moeten de publicaties zodanig zijn beveiligd, dat zij niet door onbevoegden kunnen worden verwijderd of gewijzigd. Ook moeten maatregelen worden getroffen om de informatievoorziening bij grote belasting en bij calamiteiten in stand te houden. Om de teksten op uiteenlopende computersystemen en ook in de toekomst te kunnen (blijven) raadplegen, is de keuze van de juiste standaard van belang. Omdat de technische ontwikkelingen op dit gebied zeer snel gaan, zijn gedetailleerde regels hieromtrent niet in dit besluit opgenomen, maar zullen deze bij ministeriële regeling worden vastgesteld. Met het oog op digitale duurzaamheid zal overeenkomstig het actieplan «Nederland open in Verbinding» (zie Kamerstukken II 2006/07, 26 643, nr. 98) gebruik gemaakt worden van open standaarden. De gekozen standaarden zullen tevens voldoen aan de eisen die krachtens de Archiefwet 1995 op het gebied van de duurzaamheid aan digitale archiefbescheiden worden gesteld.

Artikelen 6 tot en met 9

In het eerste lid van deze artikelen wordt het internet aangewezen als het in de wet bedoelde algemeen toegankelijk elektronisch medium voor het beschikbaar stellen van geconsolideerde teksten van algemeen verbindende voorschriften. Onder «teksten» worden in dit verband, evenals in de Wet elektronische bekendmaking, de volledige documenten verstaan, dus inclusief eventuele daarin opgenomen tabellen, afbeeldingen en dergelijke. Zoals vermeld in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Wet elektronische bekendmaking (Kamerstukken II 2006/07, 31 084, nr. 3, blz. 3), heeft de publicatie van geconsolideerde teksten niet het karakter van rechtsgeldige bekendmaking.

In het tweede lid van deze artikelen worden enkele uitzonderingen op de consolidatieverplichting omschreven. Het betreft in de eerste plaats besluiten die reeds waren vervallen of uitgewerkt vóór de hier bedoelde verplichting tot het beschikbaar stellen van geconsolideerde teksten in het leven werd geroepen. Hierbij valt onder meer te denken aan besluiten die louter waren gericht op statusverandering (bijvoorbeeld in het verleden genomen besluiten betreffende een gemeentelijke herindeling of tot het toekennen van een vergoeding aan slachtoffers van een calamiteit). Door deze uitzondering op te nemen wordt voorkomen dat een complete historische verzameling van algemeen verbindende voorschriften dient te worden gepubliceerd, hetgeen een onevenredige inspanning zou vergen.

Voorts wordt een uitzondering gemaakt voor algemeen verbindende voorschriften voor zover deze strekken tot het wijziging van andere besluiten. Daarbij zij voor de goede orde opgemerkt dat het resultaat van de in die besluiten opgenomen wijzigingsopdrachten vanzelfsprekend wel zichtbaar wordt in de geconsolideerde teksten van de daarmee gewijzigde besluiten. Door de formulering «voor zover» wordt bewerkstelligd dat «zelfstandige» bepalingen in wijzigingsbesluiten (bijvoorbeeld overgangsbepalingen) wel in geconsolideerde vorm worden opgenomen.

Een volgende uitzondering betreft de algemeen verbindende voorschriften die ingevolge de Wet ruimtelijke ordening bekend zijn gemaakt. Deze uitzondering, die voor zover hier van belang betrekking heeft op bepaalde besluiten van gemeente- en provinciebesturen, is opgenomen omdat bij of krachtens de Wet ruimtelijke ordening reeds specifieke voorschriften zijn gesteld omtrent de (elektronische) beschikbaarstelling van deze besluiten.

De laatste categorie uitzonderingen betreft bijlagen die zich naar hun aard niet lenen voor elektronische beschikbaarstelling. Daarbij is te denken aan bijlagen die niet in een elektronisch bestand zijn weer te geven of slechts in een zodanig groot bestand, dat het niet geschikt is voor plaatsing op internet. In de huidige praktijk kan daarbij gewezen worden op maquettes. De behoefte aan deze categorie uitzonderingen zal kunnen afnemen met het voortschrijden van de techniek.

Artikelen 10 tot en met 13

De tijdstippen die in de aanhef van deze artikelen worden bedoeld, komen overeen met de tijdstippen, bedoeld in de artikelen XII tot en met XV van de Wet elektronische bekendmaking, waarop de verplichting tot elektronische bekendmaking voor de respectievelijke categorieën decentrale overheden ingaat. Voor een toelichting op deze artikelen wordt voorts verwezen naar hoofdstuk 1 (algemeen) van deze nota.

Artikel 14

De bepalingen van dit besluit treden niet allemaal op hetzelfde tijdstip in werking. Zo treden de artikelen, opgenomen in hoofdstuk 1 (bevoegdheid tot elektronische bekendmaking), naar verwachting op 1 januari 2009 in werking. Dit geldt ook voor artikel 9 (geconsolideerde teksten van de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie). De streefdatum voor de inwerkingtreding van de artikelen 6, 7 en 8 (geconsolideerde teksten van gemeenten, provincies en waterschappen) is 1 januari 2010.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven