Besluit van 9 februari 2008 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet van 31 januari 2008 tot wijziging van de Wet kinderopvang en enige andere wetten in verband met het herstel van enkele onvolkomenheden in de Wet kinderopvang en het opnemen van een klachtenregeling voor oudercommissies in die wet alsmede in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, S. A. M. Dijksma, van 7 februari 2008, nr. WJZ/2008/3724 (6235), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel XI, eerste lid, van de Wet van 31 januari 2008 tot wijziging van de Wet kinderopvang en enige andere wetten in verband met het herstel van enkele onvolkomenheden in de Wet kinderopvang en het opnemen van een klachtenregeling voor oudercommissies in die wet alsmede in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De Wet van 31 januari 2008 tot wijziging van de Wet kinderopvang en enige andere wetten in verband met het herstel van enkele onvolkomenheden in de Wet kinderopvang en het opnemen van een klachtenregeling voor oudercommissies in die wet alsmede in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met uitzondering van artikel I, onderdelen C, onder 2 en 3, en D, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 februari 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M Dijksma

Uitgegeven de zesentwintigste februari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit strekt tot de inwerkingtreding van de Wet van 31 januari 2008 tot wijziging van de Wet kinderopvang en enige andere wetten in verband met het herstel van enkele onvolkomenheden in de Wet kinderopvang en het opnemen van een klachtenregeling voor oudercommissies in die wet alsmede in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Deze wet brengt een aantal wijzigingen van verschillende aard aan in de Wet kinderopvang. Het gaat onder andere om technische wijzigingen zoals redactionele verbeteringen en het corrigeren van onjuiste verwijzingen. Daarnaast is een onvolkomenheid in de regeling over het behoud van de kinderopvangtoeslag voor ouders die werkloos worden als bedoeld in artikel 6, tweede lid, van de Wet kinderopvang, hersteld en is – door wijziging van de omschrijving van het begrip minister en de aanwijzing van de Inspectie van het onderwijs als tweedelijns toezichthouder op de kwaliteit van de kinderopvang – de overgang van de verantwoordelijkheid voor het beleidsterrein kinderopvang van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) tot uitdrukking gebracht. In verband met die overgang zijn ook wijzigingen in enkele andere wetten aangebracht zoals de Kaderwet SZW-subsidies, de Wet overige OCenW-subsidies en de Wet op het onderwijstoezicht. Ten slotte is, ter versterking van de positie van oudercommissies, de Wet kinderopvang aangevuld met een verplichting voor de houder van een kindercentrum of gastouderbureau om een regeling te treffen voor de behandeling van klachten van de oudercommissie. Voor een toelichting op de desbetreffende wijzigingen zij verwezen naar de parlementaire stukken met betrekking het desbetreffende wetsvoorstel (Kamerstukken II 2007/08, nr. 31 134, nr. 3 en volgende).

Op grond van het onderhavige besluit treden de wetstechnische wijzigingen, de wijzigingen in verband met de overgang van het beleidsterrein kinderopvang naar het Ministerie van OCW en de verplichting tot het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies in werking nadat zij bekend zijn gemaakt, dat wil zeggen met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij worden geplaatst.

De wijziging van de Wet kinderopvang met betrekking tot het herstel van een tweetal onvolkomenheden in de regeling over het behoud van de kinderopvangtoeslag voor ouders die werkloos worden, treedt – evenals die regeling zelf zoals die is opgenomen in de zogenoemde Verzamelwet arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt 2006 (Stb. 2006, 647) – om uitvoeringstechnische redenen op een nader te bepalen tijdstip in werking.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S. A. M. Dijksma

Naar boven