Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 9 oktober 2008, nr. AV/PB/2008/28216;
Gelet op artikel 21, vierde lid, 38, vierde lid, 39, derde lid, 40, vierde lid, 41, tweede lid, 42, derde lid, 43, tweede
lid, 44, derde lid, 45, tweede lid en 151, zevende lid, van de Pensioenwet en artikel 48, derde lid, 49, vierde lid, 50, derde
lid, 51, vierde lid, 52, tweede lid, 53, derde lid, 54, tweede lid, 55, derde lid, 56, tweede lid en 146, zevende lid, van
de Wet verplichte beroepspensioenregeling;
De Raad van State gehoord (advies van 29 oktober 2008, no. W12.08.0433/III);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 november 2008, nr. AV/PB/2008/30921;
Hebben goedgevonden en verstaan:
NOTA VAN TOELICHTING
Onderdeel A
In de artikelen 4 tot en met 4c van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling is een regeling opgenomen
voor het toeslagenlabel die op 1 januari 2009 in werking zal treden. Het toeslagenlabel is de aanduiding voor de kwalitatieve
en beeldende maatstaf waarin de informatie over toeslagverlening op grond van artikel 48 van de Pensioenwet en artikel 59
van de Wet verplichte beroepspensioenregeling moet worden uitgedrukt.
Voor bepaalde situaties waarin geen toeslagenlabel wordt verstrekt, worden, in plaats daarvan, bepaalde teksten voorgeschreven
die moeten worden opgenomen in de informatieverstrekking. Hiervan is bijvoorbeeld sprake bij de informatieverstrekking aan
deelnemers van een eindloonregeling omdat daar geen sprake is van een toeslag.
Het voorschrijven van die teksten, die zijn opgenomen in artikel 4c en bijlage 1b van de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte
beroepspensioenregeling, kan niet worden gebaseerd op de grondslag van artikel 48, vierde lid, van de Pensioenwet en artikel
59, vierde lid, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling omdat bij deze teksten geen sprake is van een «beeldende en
kwalitatieve maatstaf». Op grond van de artikelen 21 en 38 tot en met 45 van de Pensioenwet en 48 tot en met 56 van de Wet
verplichte beroepspensioenregeling kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld over de informatie
over toeslagverlening. Van deze bevoegdheid is gebruik gemaakt in artikel 4 van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet
verplichte beroepspensioenregeling. Aan dit artikel wordt een lid toegevoegd waardoor bij ministeriële regeling regels worden
gesteld over de informatieverstrekking over toeslagverlening. Zodra het Besluit is aangepast is daarmee de grondslag gegeven.
Onderdeel B
De Stichting Autoriteit Financiële Markten (AFM) is belast met het gedragstoezicht, de Nederlandsche Bank (DNB) met het prudentieel
en materieel toezicht. De bepalingen die betrekking hebben op informatieverstrekking behoren tot het gedragstoezicht en zijn
in artikel 36 van het Besluit dan ook toebedeeld aan het toezicht van AFM.
Er wordt daarop nu een uitzondering gemaakt inzake de informatieverstrekking via het toeslagenlabel. Bij het gebruik van het
toeslagenlabel ziet DNB toe op de berekeningen voor het toeslagenlabel. Het gaat daarbij zowel om het toezicht op de onderliggende
berekeningen die nodig zijn voor het vaststellen van het juiste label als op het ten behoeve van het toeslagenlabel ontwikkelde
rekeninstrument van de verzekeraars en op het tijdelijke rekeninstrument voor de fondsen of de continuïteitsanalyse met behulp
waarvan die berekeningen worden gemaakt.
Artikel 36 van het Besluit wordt hieraan aangepast.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
J. P. H. Donner