Wet van 24 januari 2008, houdende wijziging van de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 in verband met de toekenning van een toeslag ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 en de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet buitengewoon pensioen 1940–1945, de Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers, de Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet, de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 te wijzigen in verband met de toekenning van een toeslag ter compensatie van de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 en de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Wet buitengewoon pensioen 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van artikel 31h tot artikel 31i wordt na hoofdstuk 7A een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 7B. DE TOESLAG INKOMENSAFHANKELIJKE PREMIE

Artikel 31h
  • 1. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van het buitengewoon pensioen of de garantietoeslag dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover het pensioen of de garantietoeslag is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 4. In afwijking van artikel 12, zevende lid, worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.

  • 5. Op de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het achtste hoofdstuk van toepassing, met uitzondering van de artikelen 31i en 35a.

B

In de artikelen 31c, derde lid, en 31d, vierde lid, wordt «volle guldens» vervangen door: hele euro’s.

ARTIKEL II

De Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vernummering van artikel 28h tot artikel 28i wordt na hoofdstuk 6A een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 6B. DE TOESLAG INKOMENSAFHANKELIJKE PREMIE

Artikel 28h
  • 1. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van het buitengewoon pensioen of de garantietoeslag dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover het pensioen of de garantietoeslag is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 4. In afwijking van artikel 11, achtste lid, worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.

  • 5. Op de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het zevende hoofdstuk van toepassing, met uitzondering van de artikelen 28i en 31b.

B

In de artikelen 28c, derde lid, en 28d, vierde lid, wordt «volle guldens» vervangen door: hele euro’s.

ARTIKEL III

De Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet wordt als volgt gewijzigd:

Na hoofdstuk 7A wordt een nieuw hoofdstuk ingevoegd, luidende:

HOOFDSTUK 7B. DE TOESLAG INKOMENSAFHANKELIJKE PREMIE

Artikel 35d

  • 1. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van het buitengewoon pensioen of de garantietoeslag dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover het pensioen of garantietoeslag is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Indien de pensioengerechtigde over zijn buitengewoon pensioen of garantietoeslag de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 4. In afwijking van artikel 16, vijfde lid, worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.

  • 5. Op de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, is het achtste hoofdstuk van toepassing, met uitzondering van de artikelen 36 en 41.

ARTIKEL IV

De Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 17 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 17a

  • 1. Indien de uitkeringsgerechtigde over zijn uitkering de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van de uitkering dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover de uitkering is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Indien de uitkeringsgerechtigde over zijn uitkering de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 4. In afwijking van de artikelen 59 en 59a worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.

ARTIKEL V

De Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 23 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

  • 1. Indien de uitkeringsgerechtigde over zijn periodieke uitkering of garantie-uitkering de inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in artikel 41 van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Deze toeslag bedraagt het percentage van de periodieke uitkering of garantie-uitkering dat overeenkomt met het bijdragepercentage, bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, vermenigvuldigd met anderhalf, voorzover de uitkering of garantie-uitkering is te rekenen tot het deel van het bijdrage-inkomen, bedoeld in artikel 43, eerste lid, onderdeel a, van de Zorgverzekeringswet.

  • 2. Indien de uitkeringsgerechtigde over zijn periodieke uitkering of garantie-uitkering de bijdrage, bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet, verschuldigd is, heeft hij recht op een toeslag. Voor de berekening van deze toeslag is het eerste lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Het in aanmerking te nemen bijdrage-inkomen bedraagt op jaarbasis ten hoogste het bedrag, bedoeld in artikel 43, tweede lid, van de Zorgverzekeringswet.

  • 4. In afwijking van de artikelen 59 en 60 worden de toeslagen, bedoeld in het eerste en tweede lid, in de maand waarin de betaling plaatsvindt definitief vastgesteld.

ARTIKEL VI

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2006.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 24 januari 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

Uitgegeven de eenentwintigste februari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 31 130

Naar boven