Besluit van 12 november 2008, houdende wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 in verband met aanpassing van de voorwaarden voor terugvordering

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 7 oktober 2008, nr. W&B/URP/08/27093;

Gelet op artikel 78f van de Wet werk en bijstand;

De Raad van State gehoord (advies van 22 oktober 2008, no. W12.08.0429/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 6 november 2008, W&B/URP/08/28924,

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 29, derde lid, onderdeel a, wordt na «om niet» ingevoegd: , tenzij de belanghebbende niet voldoet aan de verplichtingen, bedoeld in artikel 17 van de wet, of een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid betoont voor de voorziening in het bestaan.

B

In artikel 44, eerste lid, wordt «hoofdstuk 6, paragraaf 6.4,» vervangen door: artikel 58.

C

Artikel 45, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Het college vordert de bijstand van de zelfstandige terug voor zover de bijstand ten onrechte of tot een te hoog bedrag is verleend als gevolg van:

    • a. het niet nakomen van de verplichtingen, bedoeld in artikel 17 van de wet;

    • b. het niet nakomen van de verplichting, bedoeld in artikel 38, eerste en tweede lid; of

    • c. een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan, in het geval het bijstand in de met de voorbereiding samenhangende kosten betreft.

D

Artikel 47 komt te luiden:

Artikel 47 Terugvordering van bijstand in de vorm van een geldlening

Onverminderd de artikelen 40 en 41 worden kosten van bijstand verleend in de vorm van een geldlening van de zelfstandige teruggevorderd, indien hij hieruit voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 12 november 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb

Uitgegeven de vijfentwintigste november 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Signalen uit de gemeentelijke uitvoeringspraktijk en de jurisprudentie (waaronder een uitspraak van de Rechtbank Arnhem van 8 november 2007, nr. AWB 06/6120, LJN: BB7904) duiden erop dat terugvordering op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz 2004) in sommige situaties onbedoeld niet of nauwelijks mogelijk is. De oorzaak hiervan is gelegen in het ontbreken van een aantal grondslagen voor terugvordering in het Bbz 2004 en het ontbreken in het Bbz 2004 van aansluiting op de regels betreffende terugvordering van de Wet werk en bijstand (WWB). Om deze omissie op te heffen worden de grondslagen voor terugvordering van verstrekkingen op grond van dat besluit waar nodig uitgebreid. Daarnaast wordt in het kader van een afzonderlijk wetgevingstraject de WWB zodanig aangepast, dat terugvordering op grond van het Bbz 2004 op gelijke wijze kan geschieden als op basis van het eenvoudige regiem van de WWB. Beide juridische operaties van technische aard strekken ertoe de mogelijkheden tot terugvordering op grond van het Bbz 2004 in overeenstemming te brengen met de oorspronkelijk door de wetgever beoogde situatie.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het is momenteel niet mogelijk om verstrekte voorbereidingskredieten terug te vorderen in het geval dat er geen beroep of bedrijf als zelfstandige wordt gestart. Om deze lacune op te heffen wordt in dit onderdeel geregeld dat de bijstand in de met de voorbereiding samenhangende kosten niet wordt omgezet in een bedrag om niet indien de zelfstandige niet voldoet aan de inlichtingenplicht, de algemene medewerkingsverplichting of de identificatieplicht, bedoeld in artikel 17 van de WWB, of de zelfstandige een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan betoont.

Onderdeel B

Gebleken is dat een tweetal artikelen uit paragraaf 6.4 van de WWB, namelijk de artikelen 59 en 60, om uitvoeringstechnische redenen van toepassing dienen te zijn op terugvordering in het kader van het Bbz 2004. Om die reden is in artikel 78f van de WWB geregeld dat het niet meer mogelijk is om in het Bbz 2004 van de gehele paragraaf 6.4 van de WWB af te wijken, maar slechts van artikel 58 WWB. Naar aanleiding hiervan wordt in dit onderdeel artikel 44 van het Bbz 2004, waarin werd geregeld dat werd afgeweken van paragraaf 6.4, op overeenkomstige wijze aangepast.

Onderdeel C

De formulering van artikel 45 van het Bbz 2004 leidde er onbedoeld toe dat het vrijwel nooit mogelijk was bijstand terug te vorderen van de belanghebbende ingeval de verplichtingen, bedoeld in artikel 17 van de WWB of artikel 38, eerste en tweede lid, van het Bbz 2004, werden geschonden door de belanghebbende. Deze wijziging strekt ertoe deze situatie ongedaan te maken. In dit onderdeel worden grondslagen voor terugvordering van ten onrechte of tot een te hoog bedrag verleende bijstand toegevoegd. Ten eerste indien de zelfstandige de verplichtingen, zoals geregeld in artikel 17 van de WWB, niet nakomt. Ten tweede indien de zelfstandige de verplichting uit artikel 38, eerste en tweede lid, van het Bbz 2004 niet nakomt. Op grond van artikel 38, eerste lid, legt het college bij de bijstandsverlening verplichtingen op die het college nodig acht voor een doelmatige bedrijfs- of beroepsuitoefening. In artikel 38, tweede lid, wordt de zelfstandige aan wie bijstand wordt verleend verplicht naar behoren een administratie te voeren. Tot slot indien de zelfstandige een tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening betoont als bedoeld in artikel 18, tweede lid, van de WWB.

Onderdeel D

Het is momenteel niet mogelijk om bijstand die verleend is ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal terug te vorderen. Om deze lacune op te heffen wordt in artikel 47 de uitzondering die gold voor bijstand ter voorziening in de behoefte aan bedrijfskapitaal als bedoeld in artikel 2, tweede lid, geschrapt. Als gevolg van deze wijziging kunnen ook de kosten van bijstand, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van het Bbz 2004, worden teruggevorderd indien de zelfstandige de uit deze bijstandverlening voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk nakomt. Indien de zelfstandige de rente- en aflossingsverplichtingen niet is nagekomen dan geldt hetgeen is geregeld in de artikelen 40 en 41.

Artikel II

Dit besluit zal op 1 januari 2009 in werking treden om de omissie in het Bbz 2004 op kortst mogelijke termijn op te heffen en het Bbz 2004 tijdig aan te passen aan artikel 78f van de WWB, dat naar verwachting 1 januari 2009 in werking treedt.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

A. Aboutaleb


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven