Besluit van 20 oktober 2008 tot wijziging van het Boetebesluit sociale zekerheidswetten in verband met de inwerkingtreding van de Wet van 11 september 2008 tot wijziging van de Ziektewet, van het Burgerlijk Wetboek en van enkele andere wetten in verband met het meldingsproces van een werknemer bij de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid en de sanctie voor de werkgever bij niet naleving van zijn verplichtingen in dit proces

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 19 september 2008, SV/WV/2008/26271;

Gelet op de artikelen 45a, zevende lid, juncto 38, vierde lid, 38a, zevende lid, van de Ziektewet;

De Raad van State gehoord (advies van 2 oktober 2008, no.W12.08.0413/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 oktober 2008, nr. SV/WV/2008/28470;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Boetebesluit socialezekerheidswetten wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel q, wordt «artikelen 38, vierde lid,» vervangen door «artikelen 38, derde lid,» en wordt «63, negende lid, van de ZW» vervangen door «63c van de ZW».

B

In artikel 2a, eerste lid, wordt «artikelen 38, tweede en derde lid» vervangen door: artikelen 38, tweede lid.

C

Artikel 2b wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt «bedoeld in de artikelen 38, vierde lid» vervangen door: bedoeld in de artikelen 38, derde lid.

2. In het eerste lid, onderdelen a tot en met d, wordt na «indien» telkens ingevoegd: de aangifte van de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid,.

3. Onder vervanging van de komma voor «38a» door «en» vervalt in het eerste lid «en 63, negende lid, van de ZW».

4. In het tweede lid wordt: «artikelen 38, tweede of derde lid» vervangen door: artikelen 38, tweede of derde lid.

5. Onder vervanging van de komma voor «38a» door «en» vervalt in het tweede lid «en 63, negende lid, van de ZW,».

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet van 11 september 2008 tot wijziging van de Ziektewet, van het Burgerlijk Wetboek en van enkele andere wetten in verband met het meldingsproces van een werknemer bij de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid en de sanctie voor de werkgever bij niet naleving van zijn verplichtingen in dit proces, in werking treedt.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 20 oktober 2008

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de zesde november 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De onderhavige wijziging van het Boetebesluit socialezekerheidswetten (hierna: Boetebesluit) vloeit voort uit de Wet van 11 september 2008 tot wijziging van de Ziektewet, van het Burgerlijk Wetboek en van enkele andere wetten in verband met het meldingsproces van een werknemer bij de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid en de sanctie voor de werkgever bij niet naleving van zijn verplichtingen in dit proces (Stb. 000).

Deze wetswijziging heeft onder meer tot gevolg dat het niet tijdig melden door de werkgever aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen van de ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid wegens ziekte, zwangerschap of bevalling van de werknemer, bedoeld in artikel 38 van de Ziektewet (hierna: ZW), niet langer wordt gesanctioneerd met een loondoorbetalingsverplichting, maar met een bestuurlijke boete. Het is echter wenselijk om, als dit zich voordoet, rekening te houden met het moment waarop een werkgever zijn omissie heeft hersteld. Indien dit na een korte periode het geval is, kan rekening worden gehouden bij de boete-oplegging met de inspanning van de werkgever om zijn fout te herstellen. De hoogte van de boete, die maximaal € 455 kan bedragen, kan dan ook afhangen van het tijdstip waarop de aangifte alsnog wordt gedaan. Met onderhavige wijziging wordt de systematiek van artikel 2b van het Boetebesluit op deze situatie van toepassing.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdelen A en B

De onderdelen A en B bevatten redactionele aanpassingen van de artikelen 1 en 2a van het Boetebesluit als gevolg van de wijziging van artikel 38 van de ZW. Het betreft verwijzigen naar artikel 38 van de ZW die aangepast moeten worden als gevolg van de wijziging van artikel 38 ZW.

Voorts is in onderdeel A van de gelegenheid gebruik gemaakt om een foutieve verwijzing in artikel 1, onderdeel q, van het Boetebesluit te herstellen. In plaats van een verwijzing naar artikel 63, negende lid, van de ZW wordt nu verwezen naar artikel 63c van de ZW.

Onderdeel C

Onderdeel C bevat in het eerste en het vierde lid eveneens noodzakelijke redactionele aanpassingen van artikel 2b van het Boetebesluit in verband met verwijzingen naar het gewijzigde artikel 38 ZW.

Het tweede lid wijzigt artikel 2b, eerste lid, onderdelen a tot en met d, van het Boetebesluit in die zin dat ook de aangifte van ongeschiktheid tot het verrichten van arbeid onder de werking van artikel 2b wordt gebracht.

Het derde en het vijfde lid schrappen de verwijzingen naar artikel 63, negende lid, van de ZW, aangezien artikel 63, negende lid, van de ZW is vervallen door de inwerkingtreding van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen (Stb. 2005, 37).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven