Besluit van 27 oktober 2008, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 1, eerste lid, onderdeel 17, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (stortverbod shredderafval)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 21 oktober 2008, nr. BJZ2008096162, Directie Bestuurlijke en Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving;

Gelet op artikel 14, eerste lid, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig artikel

Artikel 1, eerste lid, onderdeel 17, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen treedt in werking met ingang van 1 januari 2009.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 27 oktober 2008

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de elfde november 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Dit besluit betreft het in werking treden van het stortverbod voor shredderafval (artikel 1, eerste lid, onderdeel 17, van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen). Shredderafval is afval dat ontstaat na het versnipperen van een mix van verschillende afvalstromen. Dit afval is voor ongeveer een derde deel afkomstig van autowrakken. De rest is zogenoemd «welvaartsschroot», dat afkomstig is van bijvoorbeeld elektrische apparaten, bedspiralen, oude fietsen, etcetera.

Voor shredderafval waren jarenlang geen technieken beschikbaar om dit afval nuttig toe te passen of te verbranden. Er is nu een Post-Shredder-Techniek (hierna: PST) beschikbaar gekomen waarmee het shredderafval kan worden gescheiden in diverse deelstromen. Van deze deelstromen kan momenteel het overgrote deel (ongeveer 75%) nuttig worden toegepast of verbrand. Voor de uit de PST-installatie komende residustroom die (nog) niet nuttig kan worden toegepast of kan worden verbrand (ongeveer 25%), zal overigens ontheffing van het stortverbod worden verleend. Storten is dan toegestaan.

Mede ingegeven door het Besluit beheer autowrakken, waarin ter implementatie van de Richtlijn autowrakken1 een streven is opgenomen in 2015 te komen tot een nuttige toepassing van 95% van de autowrakken, is het beschikbaar komen van de PST aanleiding het stortbeleid voor shredderafval te herzien door middel van het instellen van een stortverbod.

Het stortverbod wordt ingevoerd per 1 januari 2009.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer


XNoot
1

Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (Pb EU L269/34)

Naar boven