Besluit van 22 augustus 2008, houdende wijziging van enkele besluiten op het terrein van de scheepvaart in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 11 juni 2008, nr. CEND/HDJZ -2008/620 sector SCH, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties (PbEU L 255), artikel 5, eerste lid, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart en artikel 22, eerste lid, van de Zeevaartbemanningswet;

De Raad van State gehoord (advies van 3 juli 2008, no.W09.08.0220/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 14 augustus 2008, nr. CEND/HDJZ-2008/966 sector SCH, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

In artikel 18 van het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart wordt «een EG-verklaring als bedoeld in de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen» telkens vervangen door: een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties.

ARTIKEL II

Het Besluit zeevisvaartbemanning wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 22, eerste lid, wordt «een Lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte» vervangen door: een Lidstaat van de Europese Unie, een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland.

B

Artikel 23 vervalt.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 22 augustus 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de zestiende september 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemene toelichting

1. Inleiding

Dit besluit strekt ertoe een tweetal algemene maatregelen van bestuur op het terrein van de scheepvaart in overeenstemming te brengen met de op 7 september 2005 vastgestelde richtlijn nr. 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie betreffende de erkenning van beroepkwalificaties (PbEU L 255) (hierna: de richtlijn beroepskwalificaties) en de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (hierna: de Algemene wet). Voor een uitgebreide toelichting waarin het algehele kader betreffende de erkenningen van beroepskwalificaties binnen de Europese Unie (hierna: de EU), de Europese Economische Ruimte (hierna: de EER) en Zwitserland wordt uitgelegd, wordt verwezen naar de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties (kamerstukken 31 059). Deze wet was noodzakelijk in verband met de implementatie van de richtlijn beroepskwalificaties.

2. Lasten voor bedrijfsleven en burger

Het besluit leidt niet tot een wijziging van de administratieve lasten voor het bedrijfsleven en de burgers in Nederland. De gevolgen voor de administratieve lasten zijn reeds begrepen in de verantwoording van deze effecten bij de Algemene wet. Een afzonderlijke berekening van de administratieve lasten is daarom achterwege gelaten. Een ontwerp van dit besluit is om deze redenen niet voorgelegd aan het Adviescollege toetsing administratieve lasten.

3. Voorhangprocedure

Bij brief van 17 maart 2008 van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat aan de voorzitters van de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft de in artikel 5, tweede lid, van de Wet vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart voorgeschreven kennisgeving aan de Staten-Generaal plaatsgevonden. Van de zijde van de beide kamers zijn geen inhoudelijke reacties op het ontwerpbesluit ontvangen.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van de Algemene wet zijn de Algemene wet erkenning EG-beroepsopleidingen en de Algemene wet erkenning EG-hoger-onderwijsdiploma’s ingetrokken. Hiermee is ook de term «EG-verklaring», die in bovengenoemde (oude) wetten werd gebruikt, verdwenen. Het Besluit vaartijden en bemanningssterkte binnenvaart is in overeenstemming gebracht met de nieuwe terminologie.

Artikel II

onderdeel A

Artikel 22, eerste lid, van het Besluit zeevisvaartbemanning betreft de erkenning van buitenlandse vaarbevoegdheidsbewijzen, anders dan afkomstig uit de lidstaten van de EU, de EER of Zwitserland, om dienst te kunnen doen op Nederlandse vissersvaartuigen. Voor de erkenning van vaarbevoegdheidsbewijzen uitgegeven door bevoegde autoriteiten in bovengenoemde landen is de richtlijn beroepskwalificaties van toepassing. Zwitserland is door middel van de onderhavige wijziging buiten het derde landen regime van artikel 22, eerste lid, gesteld.

onderdeel B

Artikel 33 van de Algemene wet schrijft voor dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld ten aanzien van de aanvraag tot het verkrijgen van een erkenning, de aanpassingsstage en de proeve van bekwaamheid. Deze regels worden gesteld in een ministeriële regeling betreffende de erkenning van EG-beroepskwalificaties in de zeevisserij. Om die reden kan artikel 23 van het Besluit zeevisvaartbemanning vervallen.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven