Besluit van 6 augustus 2008, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de implementatie van EG-richtlijn 2007/38 betreffende de uitrusting met spiegels van in de Gemeenschap ingeschreven vrachtwagens

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 juni 2008, nr. CEND/HDJZ-2008/850 sector AWW, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op richtlijn nr. 2007/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitrusting met spiegels van in de Gemeenschap ingeschreven vrachtwagens (PbEU L 184) en op artikel 71 van de Wegenverkeerswet 1994;

De Raad van State gehoord (advies van 17 juli 2008, nr. W09.08.0256/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat a.i. van 31 juli 2008, nr. CEND/HDJZ-2008/1016, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Voertuigreglement wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 5.3.45 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende tot en met dertiende lid worden vernummerd tot negende tot en met vijftiende lid.

2. Het vierde tot en met zesde lid worden vervangen door vijf leden, luidende:

  • 4. De volgende bedrijfsauto’s zijn aan de rechterzijde tevens voorzien van een trottoirspiegel:

    • a. voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 7500 kg, in gebruik genomen voor 1 januari 2000;

    • b. rijdende werktuigen;

    • c. voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg, in gebruik genomen na 31 december 1999.

  • 5. De verplichting, genoemd in het vierde lid, geldt niet indien het onmogelijk is om op een bedrijfsauto een trottoirspiegel zodanig te monteren dat deze aan de volgende voorwaarden voldoet:

    • a. geen enkel punt van de spiegel bevindt zich op een hoogte van minder dan 2,00 m boven het wegdek, bij een belasting die overeenkomt met het maximale technisch toelaatbare gewicht; en

    • b. de spiegel is volledig zichtbaar vanaf de bestuurdersplaats.

  • 6. De volgende bedrijfsauto’s zijn tevens voorzien van een breedtespiegel:

    • a. voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg, waarvan de linker- of rechterbuitenspiegel niet convex is en die in gebruik zijn genomen voor 1 januari 2000;

    • b. voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg, in gebruik genomen na 31 december 1999; en

    • c. voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto's met een toegestane maximummassa van meer dan 7500 kg.

  • 7. De verplichting, genoemd in het zesde lid, geldt niet indien het voertuig is voorzien van een breedtespiegel waarmee wordt voldaan aan artikel 5.3.45a, eerste of tweede lid.

  • 8. De verplichtingen, genoemd in het vierde en zesde lid, gelden niet indien:

    • a. het voertuig is voorzien van andere inrichtingen voor indirect zicht, die zijn voorgeschreven door maatregelen van de lidstaten van de Europese Unie die voor de data, genoemd in de artikelen 2 en 5 van richtlijn nr. 2003/97/EG, in werking zijn getreden en waarmee minstens 95% van het in die richtlijn voor spiegels van klasse IV (breedtespiegels) en V (trottoirspiegels) voorgeschreven totale gezichtsveld op grondniveau kan worden overzien;

    • b. het voertuig is voorzien van breedtespiegels en trottoirspiegels, waarmee minstens 95% voor een spiegel van klasse IV (breedtespiegels) en minstens 85% voor een spiegel van klasse V (trottoirspiegels) van het in richtlijn nr. 2003/97/EG voorgeschreven totale gezichtsveld op grondniveau kan worden overzien;

    • c. het voertuig bij gebrek aan beschikbare en economisch haalbare technische oplossingen niet kan worden uitgerust met spiegels die voldoen aan de uitzondering, genoemd in onderdeel b, of aan de verplichtingen, genoemd in het vierde en het zesde lid, en het is voorzien van extra spiegels of andere inrichtingen voor indirect zicht, mits daarmee minstens 95% voor een spiegel van klasse IV (breedtespiegel) en minstens 85% voor spiegels van klasse V (trottoirspiegel) van het in richtlijn nr. 2003/97/EG voorgeschreven totale gezichtsveld op grondniveau kan worden overzien.

B

Artikel 5.3.45a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt de komma aan het slot van onderdeel a vervangen door:, of.

2. In het derde lid worden de onderdelen b tot en met d vervangen door een onderdeel, luidende:

  • b. die voldoen aan de in de artikelen 2.9.15 en 2.9.16 van de Regeling permanente eisen vereiste gezichtsvelden voor voertuigen in gebruik genomen na 31 december 1999.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 6 augustus 2008. Indien het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 5 augustus 2008, treedt het in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 6 augustus 2008

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen deel

Inleiding

Het voorliggende besluit strekt tot implementatie van richtlijn nr. 2007/38/EG. 1 Deze richtlijn bepaalt dat uiterlijk op 31 maart 2009 alle bedrijfsauto’s met een maximummassa van meer dan 3500 kg die sinds 1 januari 2000 binnen de Europese Unie in gebruik zijn genomen, moeten zijn voorzien van een grote trottoirspiegel (klasse V) en een grote breedtespiegel (klasse IV). Deze spiegels dienen ertoe de bestuurders een goed zicht te verschaffen op de verkeersdeelnemers die zich rechts naast hun bedrijfsauto’s bevinden (in de zogenoemde «dode hoek»). De implementatietermijn verstrijkt op 6 augustus 2008.

Algemeen

De richtlijn die door middel van dit besluit wordt geïmplementeerd – richtlijn nr. 2007/38/EG – is te beschouwen als een vervolg op richtlijn nr. 2003/97/EG. 2 Richtlijn nr. 2003/97/EG bevat eisen ten aanzien van spiegels en camera/beelschermsystemen die vanaf 26 januari 2006 bij de toelating van personenauto’s en bedrijfsauto’s tot het wegverkeer gelden. Alle personenauto’s en bedrijfsauto’s die reeds voor die datum in gebruik waren, vallen dus niet onder de reikwijdte van richtlijn nr. 2003/97/EG.

Als vervolg hierop bepaalt richtlijn nr. 2007/38/EG dat ook bedrijfsauto’s met een maximummassa van meer dan 3500 kg die tussen 1 januari 2000 en 25 januari 2006 in gebruik zijn genomen, aan de rechterzijde moeten zijn voorzien van een breedtespiegel van klasse IV en een trottoirspiegel van klasse V overeenkomstig de eisen uit richtlijn nr. 2003/97/EG.

De nationale voertuigregelgeving bevatte reeds een soortgelijke eis voor bedrijfsauto’s die na 25 januari 2008 in gebruik zijn genomen. 3 De implementatie van richtlijn nr. 2007/38/EG – door middel van het onderhavige besluit – heeft twee gevolgen voor deze nationale eis. Allereerst leidt de implementatie van deze richtlijn ertoe dat de trottoirspiegel (klasse V) en de breedtespiegel (klasse IV) ook verplicht worden gesteld voor de bedrijfsauto’s die tussen 31 december 1999 en 26 januari 2008 in gebruik zijn genomen. Bovendien moet de trottoirspiegel (klasse V) als gevolg van richtlijn nr. 2007/38/EG niet slechts worden aangebracht op bedrijfsauto’s met een maximummassa van meer dan 7500 kg, maar ook op bedrijfsauto’s met een maximummassa van tussen de 3500 kg en de 7500 kg.

Sinds 1 januari 2003 moeten alle na 31 december 1977 in Nederland gekentekende bedrijfsauto’s met een maximummassa van meer dan 3500 kg voorzien zijn van een gezichtsveldverbeterende voorziening die de bestuurder een beter zicht verschaft op de weggebruikers die zich rechts naast zijn voertuig bevinden. 4 Richtlijn nr. 2007/38/EG bepaalt dat een reeds vastgestelde nationale eis kan blijven bestaan als alternatief voor de grote trottoirspiegel (klasse V) en de grote breedtespiegel (klasse IV), zoals voorgeschreven door richtlijn nr. 2003/97/EG. De gezichtsveldverbeterende voorziening moet dan wel zodanig zijn geplaatst, eventueel in combinatie met andere spiegels, dat de bestuurder hiermee een gezichtsveld kan overzien dat minstens 95% beslaat van het in richtlijn nr. 2003/97/EG voor spiegels van klasse IV (breedtespiegels) en V (trottoirspiegels) voorgeschreven totale gezichtsveld op grondniveau. De bovengenoemde Nederlandse regeling voldoet aan deze voorwaarde. De vigerende artikelen 2.9.16 b en 2.9.16b van de Regeling permanente eisen schrijven voor de in Nederland gekentekende bedrijfsauto’s immers een gezichtsveldverbeterende voorziening voor die 98,96% beslaat van het in richtlijn nr. 2003/97/EG voor breedte- en trottoirspiegels voorgeschreven totale gezichtsveld.

Bedrijfseffecten

In Nederland gekentekende, voor het vervoer van goederen bestemde bedrijfsauto ’s worden door middel van dit besluit niet verplicht te zijn voorzien van nieuwe spiegels. Het onderhavige besluit leidt dus niet tot bedrijfseffecten voor de Nederlandse transportbedrijven en de op de Nederlandse markt werkzame leveranciers van gezichtsveldverbeterende voorzieningen.

Transponeringstabel

Artikel(lid) richtlijn nr. 2007/38/EG

Implementatie

Artikel 1

Behoeft geen implementatie

Artikel 2, eerste lid

Artikel 5.3.45, vierde lid, van het Voertuigreglement aanvullen met een verplichting voor bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg

Artikel 2, tweede lid, onderdeel a

De datum «1 januari 2000» overnemen in de artikelen 5.3.45, vierde en zesde lid [oud], 5.3.45a, derde lid, onderdeel b, van het Voertuigreglement en 2.9.15 en 2.9.16 van de Regeling permanente eisen

Artikel 2, tweede lid, onderdeel b

In artikel 5.3.45, vijfde lid [oud], van het Voertuigreglement opnemen

Artikel 2, tweede lid, onderdeel c

In artikel 5.3.45, achtste lid, onderdeel a [nieuw], van het Voertuigreglement overnemen

Artikel 3, eerste lid

Overnemen in artikel II van het onderhavige besluit

Artikel 3, tweede lid

In artikel 5.3.45, achtste lid, onderdeel b [nieuw], van het Voertuigreglement overnemen

Artikel 3, derde lid

In artikel 5.3.45, achtste lid, onderdeel c [nieuw], van het Voertuigreglement overnemen

Artikel 3, vierde lid, tot en met

artikel 8

Behoeft geen implementatie

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I, onderdeel A

Door middel van de vernummering in dit onderdeel schuiven de leden 7 tot en met 13 van artikel 5.3.45 op. Daardoor kan de laatste volzin van artikel 5.3.45, zesde lid [oud], zelfstandig opgenomen worden in een lid en kunnen de artikelen 2, tweede lid, onderdeel c, en artikel 3, tweede en derde lid, van richtlijn nr. 2007/38/EG worden ingevoegd in artikel 5.3.45.

Verder wordt door middel van dit onderdeel het vierde lid zodanig gewijzigd, dat tot uitdrukking wordt gebracht dat niet slechts bedrijfsauto’s met een maximummassa van meer dan 7500 kg, maar bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa vanaf 3500 kg moeten zijn voorzien van een trottoirspiegel. Dit geldt voor alle bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg die sinds 1 januari 2000 in gebruik zijn genomen.

In het nieuwe vijfde lid is de uitzondering op de verplichting uit het vierde lid geformuleerd zoals in artikel 2, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn nr. 2007/38/EG.

In het gewijzigde zesde lid van artikel 5.3.45 is toegevoegd dat ook op bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg, waarvan de linker- of rechterbuitenspiegel convex is en die in gebruik genomen zijn na 31 december 1999, een breedtespiegel moet zijn aangebracht.

In het nieuwe zevende lid is de laatste volzin opgenomen van het oude zesde lid.

In het nieuwe achtste lid worden de artikelen 2, tweede lid, onderdeel c, en 3, tweede en derde lid, van de richtlijn overgenomen. Deze bepalingen bevatten uitzonderingen op de verplichting dat iedere bedrijfsauto met een toegestane maximummassa vanaf 3500 kg, in gebruik genomen na 31 januari 1999, voorzien is van een trottoirspiegel van klasse V en een breedtespiegel van klasse IV overeenkomstig de eisen uit richtlijn nr. 2003/97/EG.

Artikel I, onderdeel B

Door middel van dit onderdeel wordt geregeld dat in Nederland gekentekende bedrijfsauto’s met een toegestane maximummassa van meer dan 3500 kg niet hoeven te zijn voorzien van een gezichtsveldverbeterende voorziening die de bestuurder een beter zicht verschaft op de weggebruikers die zich rechts van het voertuig bevinden, als bedoeld in artikel 5.3.45a, eerste lid, indien ze zijn voorzien van een trottoirspiegel van klasse V en een breedtespiegel van klasse IV overeenkomstig de eisen uit richtlijn nr. 2003/97/EG.

Artikel 5.3.45a, derde lid, onderdelen c en d, kunnen vervallen, omdat artikel 2, tweede lid, onderdeel c, van richtlijn nr. 2007/38/EG het expliciet mogelijk maakt dat voor in Nederland gekentekende bedrijfsauto’s de gezichtsveldverbeterende voorziening een alternatief blijft voor de verplichte trottoirspiegel van klasse V en de verplichte breedtespiegel van klasse IV overeenkomstig de eisen uit richtlijn nr. 2003/97/EG.

Artikel II

De implementatietermijn van richtlijn nr. 2007/38/EG verstrijkt op 6 augustus 2008.

De Minister van Verkeer en Waterstaat a.i.,

E. M. H. Hirsch Ballin


XNoot
1

Richtlijn nr. 2007/38/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2007 betreffende de uitrusting met spiegels van in de Gemeenschap ingeschreven vrachtwagens (PbEU L 184).

XNoot
2

Richtlijn nr. 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuringen van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (PbEG L 25).

XNoot
3

Die nationale eis is geregeld door middel van het Besluit van 2 november 2004, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de implementatie van Richtlijn nr. 2003/97/EG van het Europees Parlement en de Raad van 10 november 2003 betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake de typegoedkeuring van inrichtingen voor indirect zicht en van voertuigen met deze inrichtingen, tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG en tot intrekking van Richtlijn 71/127/EEG (Stb. 586) en de Regeling tot wijziging van de Regeling permanente eisen in verband met een wijziging in de eisen met betrekking tot de gezichtsvelden van spiegels en gezichtsveldverbeterende voorzieningen van bedrijfsauto’s (Stcrt. 2007, 76).

XNoot
4

Dit is geregeld in het Besluit van 9 oktober 2002, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met het verplicht stellen van bepaalde gezichtsveldverbeterende voorzieningen voor bedrijfsauto’s (Stb. 547) en in de Regeling houdende wijziging van de Regeling toelatingseisen en de Regeling permanente eisen in verband met het opnemen van voorschriften voor bepaalde gezichtsveldverbeterende voorzieningen voor bedrijfsauto’s (Stcrt. 2002, 225).

XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven