Besluit van 13 augustus 2008 tot wijziging van het Waterschapsbesluit in verband met het van toepassing verklaren van de versnelde beroepsprocedure op het besluit over de toelaatbaarheid van de voorziening internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 12 juni 2008 nr. CEND/HDJZ-2008/758 sector WAT, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op artikel 21, eerste lid, van de Waterschapswet;

De Raad van State gehoord (advies van 9 juli 2008, nr. W09.08.0224/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 augustus 2008 nr. CEND/HDJZ-2008/1040 sector WAT, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Waterschapsbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 2.45 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.45a

  • 1. Tegen een beschikking die is genomen op grond van de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 2.45, derde lid, kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

  • 2. Artikel 2.35, tweede en derde lid, is van toepassing.

B

In artikel 2.122 wordt «2.31 en 2.117» vervangen door: 2.31, 2.117, alsmede een besluit dat is genomen op grond van de ministeriële regeling, bedoeld in artikel 2.45, derde lid,.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.histnoot

’s-Gravenhage, 13 augustus 2008

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de negentiende augustus 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In hoofdstuk 2 van het Waterschapsbesluit wordt een aantal besluiten aangewezen waartegen een versnelde beroepsprocedure bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State noodzakelijk wordt geacht. Dit zijn besluiten die betrekking hebben op de waterschapsverkiezingen. Het onderhavige besluit strekt ertoe de bepalingen van de versnelde beroepsprocedure van toepassing te verklaren op het besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat over de toelaatbaarheid van de voorziening internetstemmen (hierna: besluit van de Minister). Dit besluit van de Minister wordt geregeld in de ministeriële regeling gebaseerd op artikel 2.45, derde lid, van het Waterschapsbesluit.

In het in artikel I, onder A, opgenomen artikel 2.45a wordt artikel 2.35, tweede en derde lid, van toepassing verklaard op het besluit van de Minister. Daarin is de beroepstermijn bekort tot vier dagen en is bepaald dat de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak doet uiterlijk op de zesde dag nadat het beroepsschrift is ontvangen. Voorts wordt artikel 2.122 aangevuld met het besluit van de Minister.

Instemmingsprocedure internetstemmen

De Waterschapswet biedt de waterschappen de mogelijkheid om bij de verkiezingen aan de kiezers het internetstemmen aan te bieden. Het internetstemmen kan door waterschappen worden aangeboden indien deze voorziening voldoet aan de in het Besluit gestelde eisen ten aanzien van stemgeheim, betrouwbaarheid, transparantie en integriteit.

Eind september 2007 is het rapport «Stemmen met vertrouwen» van de commissie Korthals Altes verschenen. Hoewel dit rapport betrekking heeft op de verkiezingen die onder de Kieswet vallen, is het rapport ook voor de waterschapsverkiezingen relevant vanwege de algemene geldigheid van de aanbevelingen. In het rapport wordt een achttal waarborgen voor het verkiezingsproces gedefinieerd. Het rapport geeft echter ook aan dat het in de praktijk niet altijd mogelijk is om aan alle waarborgen in absolute zin te voldoen. Er moet daarom naar een balans worden gezocht.

In het Algemeen Overleg met de Tweede Kamer op 30 januari 2008 over de inrichting van het verkiezingsproces is ook gesproken over het internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen in 2008. Daarbij zijn zorgen geuit over de betrouwbaarheid en veiligheid van het systeem van internetstemmen. In een brief aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2007/08, 31 142, nr. 9) is daarom toegezegd om naar analogie van de motie Kalma (Kamerstukken II 2007/08, 31 142, nr. 7), ook voor de waterschapsverkiezingen een goedkeuringsprocedure voor de voorziening internetstemmen op te stellen. Deze procedure is recent geregeld in de Regeling waterschapsverkiezingen 2008. In deze ministeriële regeling is bepaald dat de voorziening internetstemmen de instemming behoeft van de Minister van Verkeer en Waterstaat. Daarin is tevens bepaald dat de Minister uiterlijk 1 september van het jaar waarin de verkiezingen worden gehouden zijn besluit bekend maakt.

Met de inwerkingtreding van deze wijziging is haast geboden. In het najaar van 2008 worden de waterschapsverkiezingen gehouden. Een besluit van de Minister houdende de verlening of onthouding van de instemming wordt uiterlijk 1 september 2008 genomen. Dit is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bij een normale beroepsprocedure op grond van de Algemene wet bestuursrecht zou internetstemmen bij de waterschapsverkiezingen in 2008 feitelijk niet meer mogelijk zijn. Medio september 2008 dient immers uitsluitsel te worden gegeven over de vraag of internetstemmen kan worden aangeboden door de waterschappen, want het simpele feit dat iemand beroep instelt, is dan voldoende om de waterschappen ervan te weerhouden het internetstemmen aan te bieden. Zij zullen immers niet daartoe overgaan indien het besluit op het beroep nog niet onherroepelijk is. Daarom is gekozen om de versnelde beroepsprocedure van toepassing te verklaren op het besluit van de Minister tot verlening of onthouding van instemming.

Het onderhavig besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XHistnoot
histnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven