Beschikking van de Minister van Justitie van 8 januari 2008, houdende plaatsing in het Staatsblad van de tekst van het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten, zoals deze luidt met ingang van 1 januari 2008

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel III van het besluit van 20 december 2007, Stb. 574;

Besluit:

de tekst van het Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten, zoals deze luidt met ingang van 1 januari 2008, in het Staatsblad te plaatsen als bijlage bij deze beschikking.

’s-Gravenhage, 8 januari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de vijftiende januari 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

TEKST VAN HET BESLUIT VRIJSTELLING ENERGIEBELASTING OP ELEKTRICITEIT BIJ CONVENANTEN, ZOALS DEZE LUIDT MET INGANG VAN 1 JANUARI 2008

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. wet: Wet belastingen op milieugrondslag;

b. deelnemer: verbruiker die in het kader van gemaakte afspraken als bedoeld in artikel 65 van de wet verplichtingen op zich heeft genomen ter verbetering van de energie-efficiëntie;

c. onafhankelijke instantie: door Onze Minister van Economische Zaken, Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer of Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen instantie die de resultaten van de in artikel 65 van de wet bedoelde afspraken verifieert;

d. voortgangsverklaring: jaarlijks door de onafhankelijke instantie aan de verbruiker verstrekte verklaring waaruit blijkt dat de verbruiker in het voorafgaande kalenderjaar de afspraken, bedoeld in artikel 65 van de wet, in voldoende mate heeft nageleefd.

Artikel 2

  • 1. De vrijstelling, bedoeld in artikel 65 van de wet, is van toepassing indien de verbruiker aan degene die de elektriciteit aan hem levert:

    a. een verklaring heeft overgelegd, dat hij deelnemer is;

    b. een verklaring heeft overgelegd als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit belastingen op milieugrondslag, en

    c. een verklaring heeft overgelegd, dat hij een energie-intensief bedrijf is als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel p, van de wet.

  • 2. De verklaringen, bedoeld in het eerste lid, worden door de verbruiker ondertekend en bevatten ten minste:

    a. de dagtekening;

    b. naam en adres van de verbruiker;

    c. naam en adres van de leverancier;

    d. het kalenderjaar waarop de verklaring betrekking heeft.

Artikel 3

Indien de verbruiker niet binnen zes maanden na afloop van een kalenderjaar de voortgangsverklaring met betrekking tot dat kalenderjaar heeft overgelegd aan degene die de elektriciteit aan hem levert, wordt hij geacht in dat kalenderjaar geen deelnemer te zijn geweest, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt.

Artikel 4

  • 1. De verbruiker richt zijn administratie zodanig in dat daarin op overzichtelijke wijze de gegevens zijn opgenomen omtrent alle voor de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 65 van de wet, van belang zijnde bedrijfshandelingen.

  • 2. Wijzigingen in de situatie die van invloed zijn op de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 65 van de wet, worden onmiddellijk door de verbruiker schriftelijk gemeld aan degene die de elektriciteit aan hem levert alsmede aan de inspecteur.

  • 3. De verbruiker zendt aan de inspecteur afschriften van de verklaringen, bedoeld in artikel 1, onderdeel d, en artikel 2, eerste lid, tegelijkertijd met het overleggen van die verklaringen aan degene die de elektriciteit aan hem levert.

Artikel 5

  • 1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2004.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit vrijstelling energiebelasting op elektriciteit bij convenanten.

    Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Naar boven