Besluit van 13 juni 2008, houdende intrekking van het Besluit van 9 mei 1986,
tot uitvoering van artikel 21 van de Bankwet 1948 (Stb. 1986,
271)
Wij Beatrix, bij de gratie
Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz.
enz.
Op
voordracht van Onze minister van Financiën van 6 juni
2008, nr. BFB 2008-719U;
Gelet op de herstructurering van de
activiteiten van de Staat op het gebied van export- en importgaranties,
waardoor het niet langer noodzakelijk is dat De Nederlandsche Bank N.V.
werkzaamheden op dat gebied
verricht;
Hebben
goedgevonden en
verstaan:
Artikel 1
Het besluit
van 9 mei 1986, tot uitvoering van artikel 21 van de Bankwet 1948 (Stb.
1986, 271) wordt ingetrokken.
Artikel 2
Dit besluit
treedt in werking met ingang van 1 juli
2008.
Onze
Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit
besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het
Staatsblad en in de Staatscourant zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 13
juni
2008
Beatrix
De
Minister van
Financiën,
W.
J. Bos
Uitgegeven de zesentwintigste juni 2008
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN
TOELICHTING
Door de Minister van
Financiën en de Staatssecretaris van Economische Zaken wordt
momenteel in goed overleg met De Nederlandsche Bank en Atradius DSB de
herverzekering door de Staat van exportkredietverzekeringen
en investeringsgaranties geherstructureerd.
In het kader van
deze herstructurering is tussen de Staat en De Nederlandsche Bank
afgesproken, dat de De Nederlandsche Bank al haar taken op dit terrein
uiterlijk op 1 juli 2008 zal beëindigen.
De door De
Nederlandsche Bank uitgevoerde taken op het gebied van de
herverzekering door de Staat van exportkredietverzekeringen en
investeringsgaranties zullen in de toekomst ten dele worden verricht
door de Staat en Atradius DSB. Het overblijvende deel van die taken,
waaronder de adviseringsactiviteiten van De Nederlandsche Bank zal
komen te vervallen, omdat daaraan na de herstructurering van de
herverzekering door de Staat van exportkredietverzekeringen en
investeringsgaranties minder behoefte is.
Omdat daardoor ook de
reden om De Nederlandsche Bank die werkzaamheden te laten verrichten is
komen te vervallen, wordt het Koninklijk Besluit, dat De Nederlandsche
Bank de bevoegdheid geeft om die werkzaamheden te verrichten,
ingetrokken.
De
Minister van
Financiën,
W.
J. Bos