Wet van 22 mei 2008 tot wijziging van de Wet luchtvaart en de Luchtvaartwet ter implementatie van verordening (EG) nr. 2111/2005 inzake de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen met een exploitatieverbod en informatie aan luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij (PbEU L344) en verordening (EG) nr. 1107/2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PbEU L204)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het nodig is de Luchtvaartwet en de Wet luchtvaart aan te passen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en tot intrekking van artikel 9 van richtlijn nr. 2004/36/EG (PbEU L344), alsmede de Wet luchtvaart aan te passen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PbEU L 204);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Aan artikel 16b van de Luchtvaartwet worden 2 leden toegevoegd, luidende:

  • 5. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid verliest haar geldigheid zolang en voor zover de vergunninghouder is geplaatst op de communautaire lijst, bedoeld in Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en tot intrekking van artikel 9 van richtlijn nr. 2004/36/EG.

  • 6. Een aanvraag voor een vergunning als bedoeld in het eerste lid, of voor een verlenging voor een dergelijke vergunning wordt afgewezen voor zover de aanvraag betrekking heeft op activiteiten waarvoor de aanvrager op de communautaire lijst, bedoeld in het vijfde lid, is geplaatst.

ARTIKEL II

Artikel 11.15 van de Wet luchtvaart komt te luiden:

Artikel 11.15

Onze Minister van Verkeer en Waterstaat is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van:

a. de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen, met uitzondering van verplichtingen als bedoeld in de artikelen 8.25d tot en met 8.25h;

b. het bepaalde bij of krachtens de volgende EG verordeningen:

1°. Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 259/91 (PbEU L 46);

2°. de kaderverordening;

3°. de luchtvaartnavigatiedienstenverordening;

4°. de luchtruimverordening;

5°. de interoperabiliteitsverordening;

6°. Verordening (EG) nr. 2111/2005 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 december 2005 betreffende de vaststelling van een communautaire lijst van luchtvaartmaatschappijen waaraan een exploitatieverbod binnen de Gemeenschap is opgelegd en het informeren van luchtreizigers over de identiteit van de exploiterende luchtvaartmaatschappij en tot intrekking van artikel 9 van richtlijn nr. 2004/36/EG (PbEU L344);

7°. Verordening (EG) nr. 1107/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Gemeenschappen van 5 juli 2006 inzake de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen (PbEU L 204).

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van de uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 22 mei 2008

Beatrix

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

C. M. P. S. Eurlings

Uitgegeven de tiende juni 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 31 232

Naar boven