Besluit van 14 mei 2008, houdende wijziging van het besluit van 21 juli 2007 (Stb. 273) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 8 mei 2008, nr. WJZ 8049938;

Gelet op artikel XIII, eerste lid, van de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

In het enig artikel van het besluit van 21 juli 2007 (Stb. 273) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614) wordt «artikel VIII» vervangen door: artikel VIII, met uitzondering van de zinsnede in het eerste lid «aan artikel 16Aa en aan artikel 17, tweede, derde en vierde lid,», van de zinsnede in het tweede lid «en aan artikel 16Aa», van de zinsnede in het derde lid «aan artikel 7a en aan artikel 10b, tweede, derde en vierde lid,» en van de zinsnede in het vierde lid: en aan artikel 7a.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 14 mei 2008

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de zevenentwintigste mei 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In het besluit van 21 juli 2007 (Stb. 273) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614) is voorzien in inwerkingtreding van het zogenaamde groepsverbod uit deze wet (verder: Wet onafhankelijk netbeheer). In dat besluit is ook de inwerkingtreding van artikel VIII van de Wet onafhankelijk netbeheer opgenomen. Zoals in de nota van toelichting bij het besluit van 21 juli 2007 is aangegeven, was dat nodig in verband met het alsnog van kracht worden van het groepsverbod. Een besluit omtrent inwerkingtreding van de beperking van de uitbestedingsmogelijkheden van de netbeheerder en van de mogelijkheden van financieringsconstructies binnen de groep van de netbeheerder was reeds op 28 december 2006 genomen (besluit van 28 december 2006 (Stb. 2007, 13) tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van een aantal bepalingen van de wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 614) en van enkele bepalingen van de Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en de Gaswet in verband met implementatie en aanscherping toezicht netbeheer). Als gevolg van een en ander heeft de overgangsvoorziening van artikel VIII van de Wet onafhankelijk netbeheer, zoals ook is vermeld in de toelichting op het besluit van 21 juli 2007, dan ook nog uitsluitend betekenis voor die overgangsvoorzieningen die samenhangen met het groepsverbod. Dit wordt in dit besluit nog eens geëxpliciteerd door de bepalingen omtrent uitbesteding en financieringsconstructies uit te zonderen van de inwerkingtreding van artikel VIII.

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Naar boven