Besluit van 7 mei 2008 tot instelling van het Planbureau voor de Leefomgeving

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 25 april 2008, nr. DJZ2008042475, Directie Juridische Zaken, afdeling wetgeving;

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het koninklijk besluit van 8 oktober 2001, houdende vaststelling van het Besluit Instelling Ruimtelijk planbureau (Stb. 2001, 488) wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1 wordt «Ruimtelijk planbureau» vervangen door: «Planbureau voor de Leefomgeving», en wordt «van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij» vervangen door: van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

B

In artikel 2 wordt «Ruimtelijk planbureau» vervangen door: Planbureau voor de Leefomgeving.

C

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de aanhef wordt «tot taak» vervangen door: tenminste de volgende taken.

b. Onderdeel a komt te luiden:

a. het verkennen en signaleren van relevante maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van milieu, natuur en ruimte;.

c. Onderdeel c komt te luiden:

c. het monitoren en analyseren van ontwikkelingen op het gebied van milieu, natuur en ruimte;.

d. Onderdeel d komt te luiden:

d. het analyseren van relevant beleid op het gebied van milieu, natuur en ruimte en van besluitvormingsprocessen met betrekking tot dat beleid;.

2. In het tweede lid wordt «taak» vervangen door: taken.

D

In artikel 4 worden onder de vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, twee onderdelen toegevoegd, luidende:

c. de rapporten, bedoeld in artikel 9a van de Natuurbeschermingswet 1998;

d. de rapporten, bedoeld in artikel 4.2, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer.

E

In artikel 6, tweede lid, wordt de zinsnede «tenzij een Onzer betrokken Ministers verzoekt om geheimhouding» vervangen door: tenzij een van Onze betrokken Ministers bij opdrachtverlening verzoekt om geheimhouding.

F

In artikel 7, eerste en derde lid, wordt «taak» telkens vervangen door: taken.

G

In artikel 9, eerste lid, wordt de zinsnede «en een plaatsvervangend directeur» vervangen door: en een of meerdere plaatsvervangende directeuren.

H

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, wordt de zinsnede «stelt een werkprogramma vast» vervangen door: stelt jaarlijks een werkprogramma vast.

2. In het derde lid wordt «kunnen» vervangen door: zullen.

I

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid komt «de inhoud van» te vervallen.

2. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. Het college bestaat uit ten hoogste 10 leden. Onze Minister kan nadere regels stellen omtrent de hoedanigheid van de leden.

J

In artikel 14 wordt «Onze Minister» vervangen door: Onze Minister en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

K

Na artikel 15 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 16

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Planbureau voor de Leefomgeving.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

ARTIKEL III

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit tot instelling van het Planbureau voor de Leefomgeving.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 7 mei 2008

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de vijftiende mei 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Onderhavig besluit vloeit voort uit het voornemen van het kabinet om het aantal planbureaus te reduceren van vier naar drie. Zoals aangegeven in de nota Vernieuwing Rijksdienst zullen de functies van het Ruimtelijk planbureau en het Milieu- en Natuurplanbureau worden ondergebracht bij een nieuw op te richten Planbureau voor de Leefomgeving (brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 september 2007, Kamerstukken II, 2007–2008, 31 201, nr. 3, blz. 9).

In mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer van 8 januari 2008 heb ik de Kamer mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, geïnformeerd over de voortgang van de samenvoeging van de beide planbureaus. Daarbij heb ik aangegeven dat de taken van het nieuwe planbureau bij wet zullen worden vastgelegd, en dat vooruitlopend daarop een tijdelijke regeling zal worden getroffen. Het onderhavige besluit strekt daartoe.

Met dit besluit wordt het koninklijk besluit van 8 oktober 2001, houdende vaststelling van het Besluit Instelling Ruimtelijk planbureau zodanig aangepast dat het Ruimtelijk planbureau wordt vervangen door het Planbureau voor de Leefomgeving. Dit nieuwe planbureau krijgt de ruimtelijke taken van het Ruimtelijk planbureau, die ongewijzigd blijven. De taken op het terrein van milieu en natuur worden in het besluit toegevoegd, waarbij wordt verwezen naar de planbureautaken op basis van artikel 9a van de Natuurbeschermingswet 1998 en artikel 4.2, eerste en tweede lid, van de Wet milieubeheer.

Het Planbureau voor de Leefomgeving zal werkzaam zijn op het terrein van ruimte, milieu en natuur, in brede zin. Leefomgeving is immers een breed begrip. Daaronder vallen ook thema’s als water en mobiliteit.

Daarnaast worden enkele kleinere wijzigingen doorgevoerd. Zo is in het besluit de taakomschrijving ruimer gemaakt door de formulering: «Het planbureau heeft tenminste de volgende taken». Verder is bepaald dat het werkprogramma van het planbureau jaarlijks zal worden vastgesteld. Daarmee wordt aangesloten bij de jaarlijkse kaderbrief van de opdrachtgevende departementen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven