Wet van 10 april 2008 tot vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2008

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 105 van de Grondwet de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Rijk bij de wet moet worden vastgesteld en dat in artikel 1 van de Comptabiliteitswet 2001 wordt bepaald welke begrotingen tot die van het Rijk behoren en dat overigens de inrichting van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Fonds economische structuurversterking moet geschieden met inachtneming van de bepalingen van de Wet Fonds economische structuurversterking;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De bij deze wet behorende begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2008 wordt vastgesteld. De vaststelling geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 2

In afwijking van artikel 2, eerste lid, onder a, van de Wet Fonds economische structuurversterking worden de ontvangsten van het fonds in het begrotingsjaar 2008, verkregen uit de winning van koolwaterstoffen, vastgesteld op het niveau zoals opgenomen in artikel 21 van de bij deze wet behorende begrotingsstaat.

Artikel 3

In afwijking van artikel 3, eerste lid, onderdeel a, onder 2° tot en met 5° van de Wet Fonds economische structuurversterking, kunnen in het begrotingsjaar 2008 ten laste van het fonds bijdragen worden toegekend aan andere begrotingen van het Rijk ten behoeve van de financiering van investeringsprojecten en programma’s van nationaal belang waarmee beoogd wordt de economische structuur te versterken, voorzover deze projecten en programma’s betrekking hebben op:

– de technologie- en kennisinfrastructuur;

– de bevordering van verduurzaming van de energiehuishouding;

– het gebied van waterbeheer;

– ruimtelijke investeringen.

Artikel 4

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2008. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 10 april 2008

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

W. J. Bos

Uitgegeven de vijftiende mei 2008

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Vaststelling van de begrotingsstaat van het Fonds economische structuurversterking voor het jaar 2008

Begrotingsstaat inzake het Fonds economische structuurversterking behorende bij de Wet van 10 april 2008, Stb. 152

Begroting 2008

Fonds economische structuurversterking

Bedragen in € 1000

Art.

Omschrijving

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

  

Uitgaven

Ontvangsten

 

Bijdragen van het fonds aan andere begrotingen

  

11

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van verkeer en vervoer

1 231 634

 

12

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van milieu en duurzaamheid

256 946

 

13

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van kennis en innovatie

590 887

 

14

Bijdragen aan andere begrotingen in het kader van ruimtelijke ordening

165 099

 

15

Projecten in voorbereiding

465 409

 
    
 

Sub-totaal uitgaven

2 709 975

 
    
 

Ontvangsten van het fonds

  

21

Ontvangsten uit aardgasbaten

 

2 120 245

22

Voeding uit incidentele baten

 

589 730

    
 

Sub-totaal ontvangsten

 

2 709 975

    
 

Saldi

  

31

Voordelig eindsaldo/beginsaldo

3 582 917

3 582 917

    
 

Totaaltelling

6 292 892

6 292 892

Ons bekend,

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Financiën,

W. J. Bos


XHistnoot

Kamerstuk 31 200 D

Naar boven