Besluit van 15 april 2008, houdende wijziging van het Warenwetbesluit
retributies levensmiddelen in verband met artikel 22 van verordening
(EG) 882/2004
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 20 maart 2008,
VGP/VV 2836698, gedaan in overeenstemming met Onze Ministers van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van Economische
Zaken;
Gelet op
verordening (EG) nr. 882/2004 van het
Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004
inzake officiële controles op de naleving van de wetgeving
inzake diervoeders en levensmiddelen en de voorschriften inzake
diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU L 165 en 191), alsmede
op de artikelen 13 en 33 van de
Warenwet;
De
Raad van State gehoord (advies van 27 maart 2008, no.
W13.08.0103/I);
Gezien
het nader rapport van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport van 9 april 2008, VGP/VV 2842044, uitgebracht in overeenstemming
met Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, en van
Economische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 2a van het Warenwetbesluit retributies
levensmiddelen wordt als volgt
gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de
aanduiding «1.»
geplaatst.
2. Er wordt een lid
toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 15
april
2008
Beatrix
De
Minister van
Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
A. Klink
Uitgegeven de achtste mei 2008
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Bij het Warenwetbesluit retributies levensmiddelen is bepaald
voor welke activiteiten met betrekking tot levensmiddelen retributies
in rekening worden gebracht. In dat besluit was nog geen rekening
gehouden met artikel 22 van verordening (EG)
882/20041. Dit besluit zorgt ervoor dat dit
alsnog gebeurt.
Artikel 22 van verordening
(EG) 882/2004 heeft betrekking op officiële controles op het
binnenbrengen van diervoeders en levensmiddelen uit derde landen. Het
bepaalt dat de exploitant van een levensmiddelenbedrijf die voor de
zending verantwoordelijk is (of diens vertegenwoordiger), de kosten
draagt die de bevoegde autoriteiten moeten maken voor de in de
artikelen 18, 19, 20 en 21 van verordening (EG) 882/2004 bedoelde
activiteiten. Deze activiteiten betreffen
achtereenvolgens:
a. artikel 18:
maatregelen bij een vermoeden van niet-naleving van de wetgeving inzake
levensmiddelen;
b. artikel 19:
maatregelen naar aanleiding van officiële controles van
levensmiddelen uit derde
landen;
c. artikel 20: speciale
behandeling;
d. artikel 21: terugsturen
van zendingen.
Bij artikel I van
dit besluit is aan artikel 2a van het Warenwetbesluit retributies
levensmiddelen een tweede lid toegevoegd. In dat tweede lid is bepaald
dat de belanghebbende bij de lading voor deze activiteiten een
retributie verschuldigd is aan de Voedsel en Waren Autoriteit
(VWA).
Het tarief van deze retributie zal
worden vastgesteld krachtens artikel 11 van het Warenwetbesluit
retributies levensmiddelen, en worden opgenomen in de Warenwetregeling
vaststelling van tarieven voor retributies levensmiddelen 2008.
Bedrijfseffecten
Dit
besluit heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten, en heeft
ook verder geen bedrijfseffecten.
Regulier Overleg
Warenwet
Het ontwerp van dit
besluit is voorgelegd aan de deelnemers aan het Regulier Overleg
Warenwet
(ROW)2. Daarbij is gebleken dat
het Agrarisch Import Platform (AIP) bezwaar heeft tegen het voornemen
om bij toepassing van artikel 21 van verordening (EG) 882/2004 de
kosten bij het bedrijfsleven in rekening te brengen. De betrokken
bedrijven willen in dat geval ook zelf de mogelijkheid krijgen om die
producten te kunnen beoordelen. Op basis hiervan kan dan een besluit
worden genomen over terugsturen naar het land van oorsprong of
destructie.
Het in rekening brengen van de
kosten betreft echter een verplichting uit verordening (EG) 882/2004.
Het AIP kan de wijze waarop deze verplichting wordt uitgevoerd,
desgewenst in regulier overleg met de VWA aan de orde
stellen.
De Minister
van Volksgezondheid, Welzijn en
Sport,
A. Klink
XHistnoot
Het advies van de Raad van
State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid
j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat
het zonder meer instemmend
luidt.
XNoot
1Verordening
(EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese
Unie van 29 april 2004 inzake officiële controles op de naleving
van de wetgeving inzake diervoeders en levensmiddelen en de
voorschriften inzake diergezondheid en dierenwelzijn (PbEU
L 165 en 191).
XNoot
2Aan het
ROW nemen vertegenwoordigers deel van ondernemers (industrie en
handel), van consumenten, van ministeries (met name van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport, van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, en van Economische Zaken), van de Voedsel en Waren
Autoriteit, en van product- en
bedrijfschappen.