Rijksbesluit
van 31 maart 2008, houdende vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel II, onderdelen T, onder 1, 2, 3, 4 en 6,
en AB van de Rijkswet van 17 november 2005, houdende goedkeuring en
uitvoering van de op 17 december 1991 te München tot stand
gekomen Akte tot herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de
verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47),
het op 1 juni 2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake
octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op 17 oktober 2000 te Londen tot
stand gekomen Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het
Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973
(Trb. 2001, 21) en de op 29 november 2000 te München tot stand
gekomen Akte tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van
Europese octrooien (Trb. 2002, 64)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van
Economische Zaken van 21 maart 2008, nr. WJZ
8025455;
Gelet op
artikel IV van de Rijkswet van 17
november 2005, houdende goedkeuring en uitvoering van de op 17 december
1991 te München tot stand gekomen Akte tot herziening van
artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), het op 1 juni 2000 te Genève
tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht (Trb. 2001, 120), het op
17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de
toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de verlening van
Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en de op
29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte tot
herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien
(Trb. 2002, 64) (Stb. 2006,
22);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
Artikel II, onderdeel T, onder 1, de zinsneden
«indien het octrooi is verleend in een andere taal dan het
Engels,» en «of in het Engels» in de eerste
volzin, en de tweede volzin, 2, 3, 4 en 6, en onderdeel AB van de
Rijkswet van 17 november 2005, houdende goedkeuring en uitvoering van
de op 17 december 1991 te München tot stand gekomen Akte tot
herziening van artikel 63 van het Verdrag inzake de verlening van
Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 1992, 47), het op 1 juni
2000 te Genève tot stand gekomen Verdrag inzake octrooirecht
(Trb. 2001, 120), het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen
Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de
verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21) en
de op 29 november 2000 te München tot stand gekomen Akte
tot herziening van het Verdrag inzake de verlening van Europese
octrooien (Trb. 2002, 64) (Stb. 2006, 22) treedt in werking met ingang
van 1 mei
2008.
Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van
dit rijksbesluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in
het Staatsblad en in het Publicatieblad van de Nederlandse Antillen zal
worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 31
maart
2008
Beatrix
De
Minister van Economische
Zaken,
M. J. A. van
der Hoeven
Uitgegeven de tiende april 2008
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Het op 17 oktober 2000 te Londen tot stand gekomen
Verdrag inzake de toepassing van artikel 65 van het Verdrag inzake de
verlening van Europese octrooien van 5 oktober 1973 (Trb. 2001, 21),
ook bekend als het Vertalingenprotocol, is op 29 januari 2008 door
Frankrijk bekrachtigd met als gevolge dat dit verdrag op 1 mei 2008 in
werking zal treden voor de verdragsluitende staten waartoe ook
Nederland behoort.
Met de inwerkingtreding van de onderdelen
T, onder 1 en 6, en AB van artikel II van de Rijkswet van 17 november
2005 (Stb. 2006, 22) vindt het Vertalingenprotocol daadwerkelijk
toepassing in Nederland en de Nederlandse Antillen. De wijzigingen
onder 2, 3 en 4 van onderdeel T betreffen redactionele
aanpassingen.
De datum van inwerkingtreding van dit
rijksbesluit vloeit voort uit artikel 6, eerste lid, van het
Vertalingenprotocol. Ingevolge dat lid treedt het Vertalingenprotocol
in werking op de eerste dag van de vierde maand na de nederlegging van
de laatste akte van bekrachtiging of toetreding door acht
Verdragsluitende Staten bij het Europese Octrooiverdrag, met inbegrip
van de drie Staten waarin in 1999 de meeste Europese octrooien van
kracht zijn geworden. De bedoelde drie staten zijn Engeland, Duitsland
en Frankrijk.
De
Minister van Economische
Zaken,
M. J. A. van
der
Hoeven