Besluit van 26 februari 2007, houdende vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van de Uitvoeringswet EG-verordening register handel
in broeikasgasemissierechten
Wij
Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke
Ordening en Milieubeheer van 22 februari 2007,
nr. DJZ2007016481, Directie Juridische Zaken, Afdeling
Wetgeving;
Gelet op
artikel V van de Uitvoeringswet
EG-verordening register handel in
broeikasgasemissierechten;
Hebben goedgevonden en
verstaan:
Enig Artikel
De
Uitvoeringswet EG-verordening register handel in
broeikasgasemissierechten treedt in werking met ingang van de dag na de
datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt
geplaatst.
Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de
bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
’s-Gravenhage, 26
februari
2007
Beatrix
De
Minister van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
J.
M. Cramer
Uitgegeven de vijftiende maart 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Het onderhavige besluit regelt de inwerkingtreding
van de Uitvoeringswet EG-verordening register handel in
broeikasgasemissierechten.
Deze wet strekt tot
uitvoering van verordening (EG) nr. 2216/2004 van de Commissie van de
Europese Gemeenschappen van 21 december 2004 inzake een
gestandaardiseerd en beveiligd registersysteem overeenkomstig
Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en
Beschikking 280/2004/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU
L 386).
Deze wet treedt in werking met
ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
dit besluit wordt geplaatst. Er is derhalve voorzien in een zo spoedig
mogelijke inwerkingtreding. Het experiment met vaste
inwerkingtredingsdata en redelijke invoeringstermijnen op het terrein
van onder meer de milieuwetgeving, dat in 2007 is gestart, biedt
daarvoor ruimte. Dit experimentele systeem is beschreven in een brief
van de Ministers van Financiën en van Justitie van
1 februari 2007 (Kamerstukken II 2006/07, 29 515, nr. 181).
Onder de reikwijdte van het systeem valt wet- en regelgeving met
effecten voor bedrijven en instellingen, waarbij met name de vraag van
belang is of bedrijven en instellingen kosten moeten maken om
bedrijfsprocessen of de organisatie aan te passen aan nieuwe wet- en
regelgeving (blz. 3). Voor het Ministerie van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is de invoering van Europese
regelgeving zoals hier aan de orde is, uitdrukkelijk als uitzondering
op eerdergenoemd systeem geformuleerd (blz. 7). Daar komt bij dat het
Europese systeem van verhandelbare emissierechten waarop eerdergenoemde
verordening betrekking heeft, reeds op 1 januari 2005 van start
is gegaan. Overigens heeft deze wet weinig tot geen directe effecten
voor de betrokken bedrijven. De wet ziet namelijk vooral op het
aanwijzen van bevoegde instanties, de werking van het door de
Nederlandse emissieautoriteit beheerde register en de wetstechnische
aanpassing van de Wet milieubeheer op de inhoud van genoemde
verordening.
De
Staatssecretaris van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B.
A. van
Geel