Besluit van 10 februari 2007 tot vaststelling van de tijdstippen van inwerkingtreding van de wet van 5 oktober 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) (Stb. 470)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze minister van Justitie van 7 februari 2007, directie Wetgeving, nr. 5465829/07/6;

Gelet op artikel V van de wet van 5 oktober 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) (Stb. 470);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

  • 1. De wet van 5 oktober 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) (Stb. 470) treedt op 1 maart 2007 in werking met uitzondering van de onderdelen C, D, F, K, onderdeel c, L en X van artikel I.

  • 2. De onderdelen C, D, F, K, onderdeel c, L en X van artikel I van de wet van 5 oktober 2006 tot wijziging van het Wetboek van Strafvordering met betrekking tot het hoger beroep in strafzaken, het aanwenden van gewone rechtsmiddelen en het wijzigen van de telastelegging (stroomlijnen hoger beroep) (Stb. 470) treden op 1 juli 2007 in werking.

Onze minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 februari 2007

Beatrix

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de tweeëntwintigste februari 2007

De minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven