Besluit van 10 december 2007, houdende vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wet van 15 maart 2007, tot wijziging van de Wet bodembescherming en diverse andere wetten met het oog op nieuwe regels voor de toepassing van bouwstoffen, grond en baggerspecie (Stb. 152) en het Besluit bodemkwaliteit (Stb. 469)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 6 december 2007, nr. DJZ2007004711, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, in overeenstemming met de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat en Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel II van de wet van 15 maart 2007, tot wijziging van de Wet bodembescherming en diverse andere wetten met het oog op nieuwe regels voor de toepassing van bouwstoffen, grond en baggerspecie (Stb. 152) en artikel 83, eerste lid, van het Besluit bodemkwaliteit (Stb. 469);

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De wet van 15 maart 2007, tot wijziging van de Wet bodembescherming en diverse andere wetten met het oog op nieuwe regels voor de toepassing van bouwstoffen, grond en baggerspecie (Stb. 152) treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 2

Hoofdstuk 1 en 2 en de artikelen 55 en 66 tot en met 84 van het Besluit bodemkwaliteit treden in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 3

Hoofdstuk 3 en artikel 65 van het Besluit bodemkwaliteit treden in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 4

Hoofdstuk 4 van het Besluit bodemkwaliteit treedt in werking:

a. met ingang van 1 januari 2008 voor toepassingen van grond of baggerspecie in oppervlaktewater als bedoeld in artikel 35 sub a, c tot en met e, g en h;

b. met ingang van 1 juli 2008 voor andere dan de onder sub a genoemde toepassingen van grond of baggerspecie.

Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 10 december 2007

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de achtentwintigste december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

De inwerkingtreding van de in artikel 1 genoemde wet is noodzakelijk om steun te bieden aan verschillende onderdelen van de in artikel 2 genoemde algemene maatregel van bestuur. Van die algemene maatregel van bestuur treedt een gedeelte per 1 januari 2008 in werking, hetgeen is geregeld in de artikelen 2 en 4 sub a. De keuze voor dat tijdstip is mede ingegeven door de vanuit de praktijk reeds geruime tijd geuite wens om zo snel mogelijk te kunnen steunen op deze regelgeving. Het betreft vooral de toepassingen in oppervlaktewater. Het gedeelte van het besluit dat niet per 1 januari in werking treedt zal per 1 juli in werking treden. Het betreft vooral de bepalingen die op het toepassen van bouwstoffen betrekking hebben. De praktijk heeft hier een periode van voorbereiding op de nieuwe regelgeving nodig.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Naar boven