Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2007, 555 | Wet |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
---|---|---|---|---|
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid | Staatsblad 2007, 555 | Wet |
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter verbetering van de dienstverlening aan burgers gewenst is het wettelijk mogelijk te maken dat in de keten werk en inkomen gegevens gezamenlijk worden verwerkt en slechts eenmaal aan burgers worden gevraagd en dat er op het terrein van de informatievoorziening enige deregulering kan plaatsvinden;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel p komt te luiden:
p. het Inlichtingenbureau: de als zodanig door Onze Minister aangewezen instelling die is belast met de coördinatie en dienstverlening ten behoeve van de gemeenten bij de verwerking van gegevens, voor zover dit noodzakelijk is voor de uitvoering van taken op het gebied van sociale zekerheid;
2. Onder verlettering van de onderdelen u tot en met w tot q tot en met s vervallen de onderdelen q, r, s en t.
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid, tweede zin, vervalt: op bij ministeriële regeling te bepalen wijze
2. Het derde en vierde lid komen te luiden:
3. De gegevens en bewijsstukken die nodig zijn voor de beslissing op de aanvraag van de belanghebbende door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen onderscheidenlijk burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente dan wel voor de verdere behandeling van zijn aangifte van werkloosheid door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden door de Centrale organisatie werk en inkomen niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35, alsmede uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van de Centrale organisatie werk en inkomen op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
4. De Centrale organisatie werk en inkomen draagt de aanvraag of aangifte, bedoeld in het eerste lid, met de daarbij verstrekte gegevens en bewijsstukken, alsmede het daarbij behorende burgerservicenummer, over aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen onderscheidenlijk burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente. De Centrale organisatie werk en inkomen doet tegelijkertijd van deze overdracht schriftelijk mededeling aan belanghebbende.
3. Onder vernummering van het vijfde lid tot achtste lid worden drie leden ingevoegd, luidende:
5. De Centrale organisatie werk en inkomen sluit overeenkomsten met burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente onderscheidenlijk het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen over de uitvoering van dit artikel, waarbij in het kader van de taakverdeling voor bepaalde categorieën van aanvragen kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid.
6. De gegevens en bewijsstukken, bedoeld in het derde lid, worden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen onderscheidenlijk burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen van de Centrale organisatie werk en inkomen, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen onderscheidenlijk burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente op grond van dit artikel wordt belet.
7. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het vijfde lid.
4. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
9. De voordracht voor een krachtens het derde lid, tweede zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 29 komt te luiden:
1. De belanghebbende deelt op verzoek van de Centrale organisatie werk en inkomen of onverwijld uit eigen beweging alle feiten en omstandigheden mee, waarvan hem redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat zij van invloed kunnen zijn op het recht op uitkering, toeslag of bijstand, het geldend maken van het recht op uitkering, toeslag of bijstand, of de hoogte of de duur van de uitkering, toeslag of bijstand. Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door de Centrale organisatie werk en inkomen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
2. De verplichting van het eerste lid geldt tot het tijdstip van ontvangst van de mededeling van de Centrale organisatie werk en inkomen, bedoeld in artikel 28, vierde lid, tweede zin.
Artikel 33a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede lid komt te luiden:
2. De gegevens, die door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen worden verwerkt, worden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen of de Centrale organisatie werk en inkomen met toepassing van artikel 28, niet verkregen van de in het eerste lid genoemde uitkeringsgerechtigden, voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35, alsmede de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
4. De voordracht voor een krachtens het tweede lid, tweede zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vierde lid wordt «73, vierde lid,» vervangen door: 73, vijfde lid,.
2. Aan het vijfde lid wordt toegevoegd, onder vervanging van de punt aan het slot door een komma: tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van de Sociale verzekeringsbank op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
3. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
8. De voordracht voor een krachtens het vijfde lid, tweede zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Artikel 54 wordt als volgt gewijzigd:
1. De onderdelen b en c van het eerste lid komen te luiden:
b. de persoon in wiens dienst of voor wie hij arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten;
c. de persoon, die in zijn dienst of voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
2. Na het negende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
10. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen andere instanties dan genoemd in het derde lid worden aangewezen voor wie de verplichtingen, bedoeld in het derde, vierde en vijfde lid, eveneens gelden, voor zover het betreft de verstrekking van nader bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gegevens en inlichtingen.
Artikel 62 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift van het artikel wordt «Gegevensverstrekking» vervangen door: Onderlinge gegevensverstrekking.
2. Het tweede lid komt te luiden:
2. De Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank en burgemeester en wethouders van de gemeenten dragen gezamenlijk zorg voor de instandhouding van elektronische voorzieningen voor de verwerking van de gegevens, bedoeld in het eerste lid, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken die bij of krachtens deze wet of enige andere wet aan de Centrale organisatie werk en inkomen, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, de Sociale verzekeringsbank en bij of krachtens de Wet werk en bijstand, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen aan burgemeester en wethouders van de gemeente zijn opgedragen. De elektronische voorzieningen hebben mede betrekking op de verwerking van gegevens waarvan de verkrijging en verstrekking door de in de eerste zin genoemde bestuursorganen op grond van enig wettelijk voorschrift is toegestaan.
3. Het derde lid komt te luiden:
3. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor het tweede lid in ieder geval met betrekking tot de inrichting, het beheer en de beveiliging van de elektronische voorzieningen.
4. Het vierde, vijfde en zesde lid vervallen.
Artikel 63 komt te luiden
In artikel 73, vijfde lid, vervalt: , en het gebruik daarbij van de infrastructuur, bedoeld in artikel 62, tweede lid.
In artikel 83c, eerste lid, wordt «de persoon, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdelen b en c, die » vervangen door: degene die ten aanzien van de persoon, bedoeld in artikel 54, eerste lid, onderdeel c,.
Artikel 86 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst van het artikel wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Aan het artikel wordt een lid, toegevoegd, luidende:
2. Onze Minister zendt twee jaar na de inwerkingtreding van de Wet eenmalige gegevensuitvraag werk en inkomen en vervolgens telkens als onderdeel van het verslag, bedoeld in het eerste lid, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten in de praktijk van de onderdelen van deze wet en andere wetten, die bij die wet zijn gewijzigd.
De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 17, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
In artikel 36, zesde lid, wordt na «13, eerste lid, onderdeel a, en derde lid,» ingevoegd «17» en wordt na «46, eerste, derde, vierde en vijfde lid,» ingevoegd: 53a.
Artikel 53a wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onverminderd artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepaalt het college welke gegevens ten behoeve van de verlening van bijstand dan wel de voortzetting daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt. De gegevens en bewijsstukken worden door het college niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen door de Centrale organisatie werk en inkomen dan wel voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, alsmede uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van het college op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
3. De voordracht voor een krachtens het eerste lid, derde zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In artikel 63, eerste lid, wordt «en die in zijn dienst dan wel te zijnen behoeve werkt of heeft gewerkt» vervangen door: en die in zijn dienst dan wel voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
Artikel 64, tweede lid, komt te luiden:
2. Het vragen door het college en het verstrekken door de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde opgaven en inlichtingen kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
In artikel 67 wordt, onder vernummering van het tweede tot en met vierde lid tot derde tot en met vijfde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het verstrekken door het college aan de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde gegevens kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
De Werkloosheidswet wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het tweede lid wordt «28, derde lid» vervangen door: 28, vierde lid.
2. Het zesde lid vervalt.
Aan artikel 25 wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt evenmin indien die feiten en omstandigheden door het UWV kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
In artikel 26, eerste lid, onderdeel b, wordt na «zijn werkloosheid» ingevoegd: overeenkomstig artikel 28 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
De Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 12 wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Aan artikel 49 van de Ziektewet wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Aan artikel 27, eerste lid, van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Aan artikel 80, eerste lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Aan artikel 62, eerste lid, van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 13, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door burgemeester en wethouders kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onverminderd artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepalen burgemeester en wethouders welke gegevens ten behoeve van de verlening van de uitkering dan wel de voortzetting daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt. De gegevens en bewijsstukken worden door burgemeester en wethouders niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen door de Centrale organisatie werk en inkomen dan wel voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, alsmede uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van burgemeester en wethouders op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
7. De voordracht voor een krachtens het eerste lid, derde zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In artikel 44, eerste lid, wordt «en die in zijn dienst dan wel te zijnen behoeve werkt of heeft gewerkt» vervangen door: en die in zijn dienst dan wel voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
Artikel 45, tweede lid, komt te luiden:
2. Het vragen door burgemeester en wethouders en het verstrekken door de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde opgaven en inlichtingen kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
In artikel 48 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het verstrekken door burgemeester en wethouders aan de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde gegevens kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
De Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 13, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door burgemeester en wethouders kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onverminderd artikel 28, tweede, derde en vierde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, bepalen burgemeester en wethouders welke gegevens ten behoeve van de verlening van de uitkering dan wel de voortzetting daarvan door de belanghebbende in ieder geval worden verstrekt en welke bewijsstukken worden overgelegd, alsmede de wijze en het tijdstip waarop de verstrekking van gegevens plaatsvindt. De gegevens en bewijsstukken worden door burgemeester en wethouders niet verkregen van de belanghebbende voor zover ze zijn verkregen door de Centrale organisatie werk en inkomen dan wel voor zover zij verkregen kunnen worden uit de polisadministratie, bedoeld in artikel 33 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, de verzekerdenadministratie, bedoeld in artikel 35 van die wet, alsmede uit de gemeentelijke basisadministratie persoonsgegevens, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van burgemeester en wethouders op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de tweede zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
2. Toegevoegd wordt een lid, luidende:
7. De voordracht voor een krachtens het eerste lid, derde zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
In artikel 44, eerste lid, wordt «en die in zijn dienst dan wel te zijnen behoeve werkt of heeft gewerkt» vervangen door: en die in zijn dienst dan wel voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
Artikel 45, tweede lid, komt te luiden:
2. Het vragen door burgemeester en wethouders en het verstrekken door de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde opgaven en inlichtingen kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
In artikel 48 wordt, onder vernummering van het tweede en derde lid tot derde en vierde lid, een lid ingevoegd, luidende:
2. Het verstrekken door burgemeester en wethouders aan de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde gegevens kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
De Wet werk en inkomen kunstenaars wordt als volgt gewijzigd:
Aan artikel 20, tweede lid, onderdeel c, wordt onder vervanging van de puntkomma aan het slot door een punt een zin toegevoegd, luidende: De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door het college kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is;
In artikel 39, eerste lid, wordt «en die in zijn dienst dan wel te zijnen behoeve werkt of heeft gewerkt» vervangen door: en die in zijn dienst dan wel voor hem arbeid verricht, heeft verricht of zou kunnen gaan verrichten.
Artikel 40, tweede lid, komt te luiden:
2. Het vragen door het college en het verstrekken door de in het eerste lid bedoelde instanties van de in het eerste lid bedoelde opgaven en inlichtingen kan geschieden door tussenkomst van het Inlichtingenbureau.
Het tweede lid van artikel 15 van de Algemene Kinderbijslagwet komt te luiden:
2. De verplichting van het eerste lid geldt niet indien:
a. die feiten en omstandigheden door de Sociale verzekeringsbank kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens dit onderdeel van toepassing is, of
b. het kind voor wie kinderbijslag wordt betaald recht krijgt op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000.
Aan artikel 49 van de Algemene Ouderdomswet wordt een zin toegevoegd, luidende: De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door de Sociale verzekeringsbank kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Aan artikel 35 van de Algemene nabestaandenwet wordt een zin toegevoegd, luidende: De verplichting geldt niet indien die feiten en omstandigheden door de Sociale verzekeringsbank kunnen worden vastgesteld op grond van bij wettelijk voorschrift als authentiek aangemerkte gegevens of kunnen worden verkregen uit bij ministeriële regeling aan te wijzen administraties. Bij ministeriële regeling wordt bepaald voor welke gegevens de tweede zin van toepassing is.
Artikel 9e, zesde lid, van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank komt te luiden:
6. Uit het basisregister worden desgevraagd kosteloos persoonsgegevens verstrekt aan:
a. de Sociale verzekeringsbank, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de Algemene Kinderbijslagwet;
b. het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen;
c. de Centrale organisatie werk en inkomen, voor zover dat noodzakelijk is voor de uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 21, onderdelen a tot en met e en g, en 21a van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.
Aan artikel 49 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen wordt een volzin toegevoegd, luidende:
Een ministeriële regeling als bedoeld in de eerste volzin wordt niet vastgesteld dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
histnootDe Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
A. Aboutaleb
Uitgegeven de eenentwintigste december 2007
De Minister van Justitie,
E. M. H. Hirsch Ballin
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2007-555.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.