Besluit van 12 december 2007, houdende wijziging van het Besluit BDU verkeer en
vervoer in verband met de invoering van een nieuwe
verdeelsleutel
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 12 november 2007, nr.
HDJZ/S&W/1409, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op
artikel 5, eerste lid, van de Wet BDU
verkeer en vervoer;
De Raad van State gehoord (advies van 6
december 2007, nr. W09.07.0431/IV);
Gezien het nader rapport van de
Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 10 december 2007, nr.
HDJZ/S&W/2007/1673, Hoofddirectie Juridische
Zaken;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Artikel 4, eerste lid, van het
Besluit BDU verkeer en vervoer
komt te
luiden:
1. De
gebiedsgerichte structuurkenmerken, bedoeld in artikel 5, eerste lid,
van de wet, zijn:
a. het aantal
woningen;
b. de
omgevingsadressendichtheid.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin dit wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 12
december
2007
Beatrix
De
Staatssecretaris van
Verkeer en
Waterstaat,
J.
C. Huizinga-Heringa
Uitgegeven de twintigste december 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Doel
Doel
van de voorgestelde wijziging van het Besluit BDU verkeer en vervoer is
het invoeren van een nieuwe verdeelsleutel voor de brede doeluitkering
verkeer en vervoer (hierna: BDU verkeer en vervoer). De nieuwe
verdeelsleutel is aangekondigd bij de inwerkingtreding van de Wet BDU
verkeer en vervoer op 1 januari 2005. Nu worden de BDU-middelen nog
verdeeld via een tijdelijke verdeelsleutel die nauw aansluit bij de
verdeling die voor het jaar 2004 van toepassing was op de verschillende
regelingen die in de BDU zijn opgegaan. De tijdelijke verdeelsleutel is
thans vastgelegd in artikel 4 van het Besluit BDU verkeer en vervoer.
De nieuwe verdeelsleutel, die de tijdelijke verdeelsleutel vervangt,
heeft als kenmerk dat hij rekening houdt met de verschillen in dynamiek
tussen de afzonderlijke provincies en plusregio’s en dat hij
beleidsprioriteiten uit de Nota Mobiliteit accommodeert. Daarbij is het
voor iedere provincie of regio beschikbare budget niet langer meer
gelijk of vrijwel gelijk aan de som van de verschillende budgetten die
in de in de BDU verkeer en vervoer zijn opgegaan, maar wordt het
beschikbare budget berekend aan de hand van een verdeelformule die is
gebaseerd op integrale structuurkenmerken, die aansluit bij de in het
integrale verkeer- en vervoerbeleid te bereiken
doelen.
De hoofdstructuur van de nieuwe
verdeelsleutel bestaat, evenals de tijdelijke verdeelsleutel, uit twee
onderdelen: de relatieve component en de absolute component. De
verdeelsleutel is uitsluitend van toepassing op de relatieve component.
De relatieve component bestaat uit een formule waarmee de percentuele
aandelen per regio in een bepaald jaar kunnen worden
berekend.
De ontwikkeling van de nieuwe
verdeelsleutel is verlopen in een open proces, waarbij de decentrale
overheden nauw zijn betrokken. De resultaten van elk van de onderdelen
zijn mede gebaseerd op interviews met vertegenwoordigers van alle
provincies en alle plusregio’s en enkele gemeenten. Voorts zijn
gedurende het gehele traject resultaten teruggekoppeld naar de
ontvangende partijen, deels via tussenrapportages deels via
nieuwsbrieven. Een tussenrapportage met de inventarisatie van de
opgaven, indicatoren en een shortlist van structuurkenmerken is
vastgesteld in het Nationaal
Mobiliteitsberaad.
Artikel
I
Het voorstel om artikel 4, eerste lid, te
wijzigen vloeit voort uit het feit dat de nieuwe verdeelsleutel minder
en andere structuurkenmerken kent dan de tijdelijke verdeelsleutel. De
nieuwe verdeelsleutel kent als structuurkenmerken het aantal woningen
en omgevingsadressendichtheid.
Er is voor de
structuurkenmerken woningen en omgevingsadressendichtheid gekozen omdat
uit statistische analyse is gebleken dat deze
structuurkenmerken:
• een duidelijke relatie hebben met de
verkeers- en vervoersopgaven waarvoor de regio’s de komende
jaren komen te staan; en
• een
duidelijke relatie vertonen met de hoogte van de BDU-bedragen per regio
en derhalve een grote verklaringsgraad bezitten. Dit komt overeen met
het streven naar minimale
herverdeeleffecten.
In de
Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer zullen deze
structuurkenmerken nader worden uitgewerkt. Daarbij gaat het onder meer
om een omschrijving van de structuurkenmerken en de te hanteren
peildatum voor het vaststellen van de waarde
ervan.
Het ontwerpbesluit is overeenkomstig
artikel 26 van de Wet BDU verkeer en vervoer op 17 september 2007
voorgelegd aan beide kamers der Staten-Generaal. De vaste commissie
voor Verkeer en Waterstaat heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt
gedurende de voorhangperiode enkele vragen te stellen. Deze vragen zijn
bij brief van VenW/DGP-2007/8190 beantwoord.
De Staatssecretaris van
Verkeer en
Waterstaat,
J. C.
Huizinga-Heringa
XHistnoot
Het advies van de Raad
van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde
lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State,
omdat het zonder meer instemmend
luidt.