Besluit van 10 december 2007 tot wijziging van het Inkomensbesluit IOAW en het Inkomensbesluit Toeslagenwet in verband met enige wijzigingen van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 29 oktober 2007, nr. SV/WV/2007/34898;

Gelet op artikel 8, tweede lid, van de Wet Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de artikelen 6, tweede lid, en 8a, vierde lid, van de Toeslagenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 15 november 2007, nr. W12.07.0397/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 3 december 2007, nr. SV/WV/2007/38770;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van het Inkomensbesluit IOAW wordt als volgt gewijzigd:

1. «Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen,» wordt vervangen door: Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen of.

2. De zinsnede «, of aanvullende uitkeringen op grond van hoofdstuk III, Afdeling III, van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid (Stb. 1986, 567), alsmede uitkeringen die naar aard en strekking daarmede overeenkomen» vervalt.

ARTIKEL II

Het Inkomensbesluit Toeslagenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 7, tweede lid, onderdeel d, vervalt.

B

Na artikel 8c wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

§ 3b. Gelijkstelling ander inkomen met loondervingsuitkering

Artikel 8d
  • 1. De artikelen van deze paragraaf zijn uitsluitend van toepassing op de persoon wiens dagloon of grondslag, vermeerderd met het inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven anders dan de loondervingsuitkering op grond waarvan aanspraak op toeslag wordt gemaakt, minder bedraagt dan het voor hem van toepassing zijnde norminkomen, bedoeld in artikel 2 van de wet.

  • 2. Het inkomen, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld zonder toepassing van artikel 7 van de wet.

  • 3. Artikel 8a, tweede lid, van de wet is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het dagloon, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8e

Voor de toepassing van artikel 8a, eerste lid, van de wet wordt met de loondervingsuitkering gelijkgesteld een aanvulling op de loondervingsuitkering op grond waarvan aanspraak op toeslag wordt gemaakt

Artikel 8f
  • 1. Voor de toepassing van artikel 8a, eerste lid, van de wet wordt met de loondervingsuitkering gelijkgesteld al het inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- en beroepsleven van de persoon die aanspraak maakt op toeslag, indien die persoon:

    a. niet volledig werkloos is en zijn dagloon niet verlaagd is naar evenredigheid van de verloren arbeidsuren;

    b. recht heeft op een uitkering op grond van de Ziektewet met toepassing van artikel 30 of 31 van die wet; of

    c. recht heeft op een uitkering in verband met arbeidsongeschiktheid gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van minder dan 80%.

  • 2. Indien de toepassing van het eerste lid er toe leidt dat de toeslag minder bedraagt dan het verschil tussen 100/70 maal de loondervingsuitkering en de som van de loondervingsuitkering en een aanvulling daarop, wordt de gelijkstelling, bedoeld in het eerste lid zodanig beperkt, dat de toeslag gelijk is aan het verschil tussen 100/70 maal de loondervingsuitkering en de som van de loondervingsuitkering en een aanvulling daarop.

Artikel 8g

Voor de toepassing van artikel 8a, eerste lid, van de wet wordt voor de persoon die loon of bezoldiging ontvangt op grond van artikel 629, eerste lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek of artikel 76a, eerste lid, van de Ziektewet, dat loon of die bezoldiging gelijkgesteld met de op het dagloon of de grondslag in mindering te brengen loondervingsuitkering

C

Na artikel 9 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 9a

Dit besluit berust mede op artikel 8a, vierde lid, van de Toeslagenwet.

ARTIKEL III

Indien artikel XVIII, onderdeel B, van het bij koninklijke boodschap van 5 oktober 2007 ingediende voorstel van wet, houdende wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2008) (Kamerstukken II 2007/08, 31 229, nr. 2), nadat het tot wet is verheven, in werking treedt wordt in artikel 9a van het Inkomensbesluit Toeslagenwet «artikel 8a, vierde lid» vervangen door: artikel 8a, derde lid.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 10 december 2007

Beatrix

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de twintigste december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Dit besluit wijzigt een aantal bepalingen uit het Inkomensbesluit IOAW en het Inkomenbesluit Toeslagenwet. Deze technische wijziging is noodzakelijk in verband met de inwerkingtreding per 1 januari 2008 van de wet van 21 juli 2007 tot wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen van de wijze waarop het sociaal minimum wordt gewaarborgd in de loondervingsuitkeringen (Stb. 302).

De grondslag voor de Regeling gelijkstelling ander inkomen met loondervingsuitkering, die was geregeld in artikel 8, zevende lid, van de Toeslagenwet, komt hierdoor per 1 januari 2008 te vervallen. Ter vervanging wordt per die datum in artikel 8a, vierde lid, van de Toeslagenwet de grondslag opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur gelijkstelling van ander inkomen met loondervingsuitkering te regelen. In verband hiermee worden de bepalingen uit de Regeling gelijkstelling ander inkomen met loondervingsuitkering overgeheveld naar het Inkomensbesluit Toeslagenwet. Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat met artikel XVIII, onderdeel B, van de wet, houdende Wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2008) (Kamerstukken II 2007/08, 31 229, nr. 2) artikel 8a, vierde lid van de Toeslagenwet wordt vernummerd tot artikel 8a, derde lid.

Artikelsgewijs

Artikel I

Deze wijziging is van technische aard. Door de intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid dient ook de verwijzing naar deze wet in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van het Inkomensbesluit IOAW te vervallen.

Artikel II

Onderdeel A (artikel 7, tweede lid, onderdeel d, Inkomensbesluit Toeslagenwet)

Dit betreft een technische wijziging. Omdat de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid is ingetrokken, vervalt artikel 7, tweede lid, onderdeel d, waarin verwezen wordt naar deze wet.

Onderdeel B (§ 3b. Gelijkstelling ander inkomen met loondervingsuitkering)

Artikel 8d

Het eerste lid van artikel 8d beperkt de werkingssfeer van deze paragraaf tot degene wiens dagloon of grondslag, vermeerderd met het inkomen uit of in verband met arbeid in het bedrijfs- of beroepsleven, minder bedraagt dan het relevant sociaal minimum. Ingevolge artikel 6 van de Toeslagenwet wordt voor gehuwden en ongehuwd samenwonenden ook het inkomen van de partner in aanmerking genomen. Het tweede lid van artikel 8d bepaalt dat bij de vaststelling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, de vrijlating van inkomen uit arbeid op grond van artikel 7 van de Toeslagenwet buiten beschouwing blijft. Het derde lid van artikel 8d schrijft voor dat voor de toepassing van dit artikel geen rekening dient te worden gehouden met de vakantie-uitkering, die in het dagloon is begrepen.

Artikel 8e

In artikel 8e wordt bepaald, dat met de loondervingsuitkering wordt gelijkgesteld de aanvulling, die verstrekt wordt op de loondervingsuitkering, op grond waarvan aanspraak op toeslag wordt gemaakt. Dit geldt ook indien iemand twee dienstbetrekkingen had, en één daarvan volledig heeft verloren als gevolg van werkloosheid, ziekte of arbeidsongeschiktheid. Ook dan dient uitsluitend een eventuele aanvulling op de uitkering in de beoordeling te worden betrokken.

Artikel 8f

In een aantal situaties is het onvoldoende om uitsluitend de eventuele aanvulling gelijk te stellen met de loondervingsuitkering. Dat is het geval indien iemand gedeeltelijk werkloos wordt en zijn dagloon niet verlaagd wordt naar evenredigheid van de verloren arbeidsuren. Ook kan iemand tijdens ziekte zijn werk gedeeltelijk gaan hervatten. Een soortgelijke situatie kan zich ook voordoen als betrokkene een arbeidsongeschiktheidsuitkering heeft gebaseerd op gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid. Om in al deze gevallen tot een juiste vaststelling van de toeslag te komen, dient al het inkomen van de betrokkene zelf in de beschouwing te worden betrokken.

Op grond van het eerste lid kan in bepaalde situaties het recht op toeslag ten onrechte worden geblokkeerd voor de gedeeltelijk werkloze, zieke of arbeidsongeschikte persoon. Dit is het geval indien inkomen wordt genoten dat geen verband houdt met de dienstbetrekking, waaruit men (gedeeltelijk) werkloos, ziek of arbeidsongeschikt is. Het tweede lid strekt er toe dit onbedoelde effect te voorkomen.

Artikel 8g

Op grond van artikel 8g van dit besluit wordt het aan de werknemer bij ziekte doorbetaalde loon voor de toepassing van artikel 8a, eerste lid, Toeslagenwet gelijkgesteld met de loondervingsuitkering die, ten behoeve van de bepaling van de maximale toeslag, op het dagloon of de grondslag in mindering wordt gebracht.

Onderdeel C (artikel 9a Inkomensbesluit Toeslagenwet)

De artikelen 8d tot en met 8g van het Inkomensbesluit vinden hun grondslag in artikel 8a, vierde lid, van de Toeslagenwet.

Artikel III

Met artikel XVIII, onderdeel B, van de wet, houdende Wijziging van een aantal wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW-wetgeving 2008) (Kamerstukken II 2007/08, 31 229, nr. 2) komt artikel 8a, derde lid, van het Inkomensbesluit Toeslagenwet te vervallen. Daarbij wordt artikel 8a, vierde lid, na de invoering van die wet vernummerd tot artikel 8a, derde lid.

Artikel IV

Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2008 omdat de Wet van 21 juli 2007 tot wijziging van de Toeslagenwet en intrekking van de Invoeringswet stelselherziening sociale zekerheid in verband met het verbeteren en vereenvoudigen van de wijze waarop het sociaal minimum wordt gewaarborgd in de loondervingsuitkeringen ook op 1 januari 2008 in werking treedt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

J. P. H. Donner


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven