Besluit van 23 november 2007, inzake de vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel 3, onderdeel i, en artikel 5, onderdeel g,
van het Besluit verdachte dieren
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der
Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van
Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 19 november 2007, no.
TRCJZ/2007/3522, Directie Juridische Zaken;
Gelet op de
artikelen 15, vierde lid, en 111 van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Gelet op
artikel 7 van het Besluit verdachte
dieren (Stb. 1994,
731);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
Artikel 3, onderdeel i, en artikel 5, onderdeel g,
van het Besluit verdachte dieren (Stb. 1994, 731) treden in werking met
ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
dit besluit wordt
geplaatst.
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is belast
met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 23
november
2007
Beatrix
De
Minister van Landbouw,
Natuur en
Voedselkwaliteit,
G. Verburg
Uitgegeven de achttiende december 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Bij besluit van 18 december
19951 is het Besluit verdachte
dieren2 in werking getreden met
uitzondering van, onder meer, het huidige artikel 3, onderdeel i en het
huidige artikel 5, onderdeel g.
Artikel 3,
onderdeel i, juncto artikel 2, onderdeel a, biedt een grondslag voor de
Minister om dieren die zich binnen de termijn van 2 jaar in dezelfde
verblijfplaats hebben bevonden als dieren die besmet zijn met of worden
verdacht van besmetting met runderleukose, of dieren die binnen die
termijn met zieke of verdachte dieren in aanraking zijn geweest,
eveneens aan te merken als verdacht. Artikel 5, onderdeel g, bepaalt
dat dieren die op grond van artikel 2, onderdelen b of c, als verdacht
van besmetting met runderleukose worden aangemerkt, verdacht blijven
gedurende een periode van 1 jaar.
Om bij een
mogelijke besmetting met runderleukose dieren op dezelfde wijze als
verdacht te kunnen aanmerken als bij de andere ziekten genoemd in het
Besluit verdachte dieren, treden genoemde artikelonderdelen nu in
werking.
De Minister
van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
G. Verburg
XNoot
1Besluit van
18 december 1995, houdende gedeeltelijke inwerkingtreding van de
Gezondheids- en welzijnswet voor dieren alsmede van daarop gebaseerde
algemene maatregelen van bestuur (Stb. 1996,
217).
XNoot
2Besluit
van 15 juli 1994, houdende regels betreffende verdachte dieren (Stb.
1994, 731).