Wet van 15 november 2007 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 in verband met de implementatie van richtlijn 2005/89/EG inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Elektriciteitswet 1998 te wijzigen in verband met implementatie van richtlijn nr. 2005/89/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 18 januari 2006 inzake maatregelen om de zekerheid van de elektriciteitsvoorziening en de infrastructuurinvesteringen te waarborgen (PbEU L33);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Elektriciteitswet 1998 wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 1, eerste lid, worden onder vervanging van de punt door een puntkomma aan het einde van onderdeel aa, de volgende onderdelen toegevoegd:

bb. leveringszekerheid: het vermogen van een net om elektriciteit te leveren aan afnemers;

cc. operationele netwerkveiligheid: het vermogen van het landelijk hoogspanningsnet om in voorzienbare omstandigheden operationeel te blijven.

B

Aan artikel 4a worden twee leden toegevoegd, luidende:

  • 4. Het verslag bedoeld in het tweede lid wordt in nauwe samenwerking met de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet opgesteld die voorzover van toepassing daarover overleg pleegt met de relevante netbeheerders van aangrenzende landen. In het verslag wordt ingegaan op de algehele toereikendheid van het stroomvoorzieningsysteem en de geraamde vraag naar elektriciteit waarbij in elk geval aandacht wordt besteed aan:

    a. de operationele netwerkveiligheid,

    b. het geraamde evenwicht tussen aanbod en vraag in de komende vijf jaar,

    c. de vooruitzichten inzake de elektriciteitsvoorziening voor de periode tussen vijf en vijftien jaar na de datum van verslaglegging, en

    d. de voornemens van de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet en voor zover bekend van andere partijen voor de komende vijf of meer kalenderjaren op het gebied van investeringen ter voorziening in landgrensoverschrijdende netten.

  • 5. Bij het onderdeel van het verslag waarin aandacht wordt besteed aan de investeringsvoornemens in landgrensoverschrijdende netten als bedoeld in het vierde lid, onderdeel d, wordt met betrekking tot die voornemens rekening gehouden met:

    a. de beginselen van congestiebeheer, zoals vermeld in de Verordening,

    b. de bestaande en geplande transportlijnen,

    c. verwachte patronen op het gebied van productie, levering, grensoverschrijdende handel en verbruik waarbij ruimte is voor vraagbeheersmaatregelen, en

    d. regionale, nationale en Europese doelstellingen voor duurzame ontwikkeling met inbegrip van de projecten die zijn opgenomen in bijlage I bij Beschikking nr. 1364/2006/EG.

C

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

a. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na «uit te voeren» ingevoegd: , waaronder het aanhouden van voldoende productiereservecapaciteit,.

b. Het tweede lid, onderdeel d, komt te luiden:

d. een passend niveau van voorzieningen te treffen en te handhaven, waaronder het aanhouden van voldoende productiereservecapaciteit, in verband met de leveringszekerheid op de korte en de lange termijn;.

c. Aan het tweede lid, onderdeel g, wordt een volzin toegevoegd, luidende: In geval van grensoverschrijdende koppeling met andere lidstaten van de Europese Unie dan wel met niet lidstaten wisselt de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet met de betreffende netbeheerders in die landen, in overeenstemming met de operationele minimumvereisten als bedoeld in artikel 31, elfde lid, tijdig en op doeltreffende wijze gegevens uit over het functioneren van de landgrensoverschrijdende netten.

d. Na het tiende lid worden vier leden toegevoegd, luidende:

  • 11. Tot de voorzieningen die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ter uitvoering van zijn taak bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, treft, behoren het voor transport van elektriciteit handhaven van reservecapaciteit die groot genoeg is om de operationele netwerkveiligheid te waarborgen en het samenwerken met netbeheerders waarmee hij een landgrensoverschrijdend net heeft.

  • 12. Een beslissing tot het aanleggen van een landsgrensoverschrijdend net door de netbeheerder van het landelijke hoogspanningsnet dan wel door een ander als bedoeld in het zesde lid wordt niet genomen dan in nauwe samenwerking met de netbeheerders in andere landen waarmee een landgrensoverschrijdend net tot stand wordt gebracht en andere relevante netbeheerders.

  • 13. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet het noodzakelijke acht voorzieningen te treffen als bedoeld in artikel 16, tweede lid, onderdeel d, ter uitvoering van zijn taak de leveringszekerheid voor de lange termijn te waarborgen, verstrekt hij de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een overzicht van de te nemen maatregelen en de gevolgen van die maatregelen voor afnemers en het functioneren van de markt. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit zendt het overzicht vergezeld van zijn advies aan Onze Minister. De maatregelen behoeven de goedkeuring van Onze Minister.

  • 14. Onze Minister verleent zijn goedkeuring niet eerder dan vier weken nadat het overzicht en het advies, bedoeld in het dertiende lid, aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

D

Aan artikel 21 worden drie leden toegevoegd, luidende:

  • 6. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet geeft in het document bedoeld in het tweede lid in elk geval aan welke prestaties op het gebied van leveringskwaliteit en operationele netwerkveiligheid hij nastreeft.

  • 7. De doelstellingen bedoeld in het zesde lid zijn objectief, transparant en niet-discriminatoir.

  • 8. De raad van bestuur van de mededingingsautoriteit verleent goedkeuring aan het document bedoeld in het tweede lid voor zover het betreft de prestaties die de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet nastreeft ten aanzien van de leveringskwaliteit en de operationele netwerkveiligheid indien naar het oordeel van de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit blijkt dat deze netbeheerder in voldoende mate en op een doelmatige wijze kan voorzien in de door hem gestelde doelen.

E

Artikel 25 komt te luiden:

Artikel 25

  • 1. Indien de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet maatregelen neemt als bedoeld in artikel 24 van de richtlijn en artikel 6 van de Verordening maakt hij daarbij geen onderscheid tussen landgrensoverschrijdende en niet-landgrensoverschrijdende contracten.

  • 2. De maatregelen worden genomen op basis van door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vooraf gedefinieerde criteria met betrekking tot het beheer van onbalans die in nauw overleg met de relevante netbeheerders in andere landen worden vastgesteld.

  • 3. De maatregelen worden in nauw overleg met de relevante netbeheerders in andere landen genomen met in achtneming van de terzake geldende bilaterale overeenkomsten.

F

Artikel 31 wordt gewijzigd als volgt:

a. In het eerste lid, onderdeel g, wordt na «waarborgen» ingevoegd: en de wijze waarop productiereservecapaciteit wordt aangehouden en ingezet.

b. Na het tiende lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 11. Tot de voorwaarden bedoeld in het eerste lid, onderdeel g, behoren in elk geval door de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet vast te stellen minimale voorschriften en verplichtingen inzake operationele netwerkveiligheid waarvan deel uitmaakt de vaststelling van het niveau van voorzienbare omstandigheden waarin de operationele netwerkveiligheid gehandhaafd moet blijven.

c. Na het elfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 12. In de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid, onderdelen a, f en g, wordt vastgelegd dat netten met een spanningsniveau van 110 kV of hoger zodanig zijn ontworpen of in werking zijn dat het transport van elektriciteit, ook indien zich een enkelvoudige storing voordoet, verzekerd is.

G

Aan artikel 33 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet voert overleg met de netbeheerders in andere landen waarmee een landgrensoverschrijdend net tot stand is gebracht over de voorschriften en verplichtingen inzake operationele netwerkveiligheid als bedoeld in artikel 31, elfde lid, voordat hij die voorschriften en verplichtingen vaststelt.

ARTIKEL IA

a. Indien de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) eerder in werking treedt dan deze wet wordt in deze wet in artikel I, onderdeel A de aanduidingen «bb» en «cc» vervangen door respectievelijk «ad» en «ae».

b. Indien deze wet eerder in werking treedt dan de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) dan worden in de Wet van 14 december 2005 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van richtlijn 204/8/EG inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling (Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ter implementatie van de richtlijn warmtekrachtkoppeling) in artikel I, onderdeel A de aanduidingen «ab» en «ac» vervangen door respectievelijk «dd» en «ee».

ARTIKEL IB

a. Indien artikel I, onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) eerder in werking treedt dan deze wet, wordt artikel I, onderdeel C van deze wet als volgt gewijzigd:

1. In de aanhef van onderdeel d wordt «Na het tiende lid» vervangen door: Na het negende lid.

2. In onderdeel d worden de aanduidingen «11» , «12», «13» en «14» vervangen door respectievelijk «10» , «11», «12» en «13».

b. Indien deze wet eerder in werking treedt dan artikel I, onderdeel G van de Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer (Stb. 2006, 614) komt het tweede lid van artikel I, onderdeel G van die wet te luiden:

  • 2. Het vijfde lid vervalt en het zesde tot en met veertiende lid worden vernummerd tot vijfde tot en met dertiende lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 15 november 2007

Beatrix

De Minister van Economische Zaken,

M. J. A. van der Hoeven

Uitgegeven de dertiende december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 934

Naar boven