Besluit van 4 december 2007 tot wijziging van het Kiesbesluit

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 november 2007, 2007-0000490531, BZK/CZW/WSG;

Gelet op de artikelen J 33 en J 34 van de Kieswet;

De Raad van State gehoord (advies van 28 november 2007, nr. W04.07.0434/I);

Gezien het nader rapport van Onze Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 november 2007, nr. 2007-0000519765 BZK/CZW/WSG;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL l

Het Kiesbesluit wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel J 9 wordt «J 12a» vervangen door: J 12.

B

Artikel J 12, komt te luiden:

1. In het stemlokaal worden, voor zover nodig, stembussen bijgeplaatst.

2. De stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen, hebben een zodanige kleur dat zij voldoende kunnen worden onderscheiden van de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet.

3. Indien in een stemlokaal stembussen zijn bijgeplaatst, worden de stembussen onmiddellijk na elkaar geopend.

4. Na het openen van de stembus of stembussen worden de stembiljetten voor de stemming ingevolge de Kieswet gescheiden van de stembiljetten voor de andere stemming, onderscheidenlijk stemmingen.

C

Artikel J 12a vervalt.

D

Hoofdstuk J, paragraaf 3, vervalt.

E

Artikel J 27 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt de tweede volzin.

2. In het tweede lid vervalt de tweede volzin.

F

In artikel J 28 vervalt: «of, indien een stemmachine wordt gebezigd, voordat de voorzitter de handelingen zou verrichten die nodig zijn om een afdruk van de uitkomsten van de stemming te verkrijgen».

G

Artikel J 29 wordt als volgt gewijzigd:

Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervalt.

H

In artikel J 31 vervallen de woorden: dan wel de stemmachine.

I

In artikel J 32 vervallen de woorden: dan wel de stemmachine.

J

Artikel J 33 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

K

Artikel J 35 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt, eerste lid,.

2. Het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid vervallen.

L

Hoofdstuk K vervalt.

M

Hoofdstuk N, paragraaf 1, vervalt.

N

Artikel Y 6 vervalt.

ARTIKEL II

Dit Besluit treedt in werking twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 4 december 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de zesde december 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Hoofdstuk J, paragraaf 7, van de Kieswet «Het stemmen anders dan door middel van stembiljetten» bevat de grondslag om een andere vorm van stemmen te introduceren en daarvoor nadere regels te stellen. Verder is bepaald dat dit alleen kan indien de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zijn goedkeuring heeft verleend aan de daarbij te gebruiken techniek. Op basis van paragraaf 7 zijn in het Kiesbesluit bepalingen opgenomen betreffende het stemmen door middel van stemmachines en kwam de Regeling voorwaarden en goedkeuring stemmachines 1997 tot stand. Deze regeling is met ingang van 21 oktober 2007 door de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ingetrokken (Staatscourant van 19 oktober 2007, nr. 203, blz. 10). Met de onderhavige wijziging van het Kiesbesluit wordt de mogelijkheid om met stemmachines te stemmen ongedaan gemaakt.

De achtergrond van deze wijziging is de volgende. De commissie Besluitvorming Stemmachines, onder voorzitterschap van de heer Hermans, concludeerde in haar rapport «Stemmachines, een verweesd dossier» van april 2007 (brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 17 april 2007, Kamerstukken II 2006/07, 30 800, VII, nr. 46) dat de Regeling voorwaarden en goedkeuring stemmachines 1997 geen eisen stelt aan de beveiliging, de opslag en het transport van stemmachines en het tegengaan van compromitterende straling bij het uitbrengen van stemmen met behulp van een stemmachine. Tevens oordeelde de commissie dat het proces van de goedkeuring niet transparant genoeg is en dat onderdelen van de stemmachines en de daarbij gebruikte programmatuur (bijvoorbeeld voor het vaststellen van de verkiezingsuitslag) niet aan keuring worden onderworpen. De Commissie beval dan ook aan de regeling aan te passen.

Vervolgens bracht de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces, onder voorzitterschap van de heer Korthals Altes, op 27 september 2007 haar rapport «Stemmen met vertrouwen» uit (brief van de staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 september 2007, Kamerstukken II 2006/07, 31 200 VII, nr. 5). In dit rapport concludeert de commissie, evenals eerder de commissie Besluitvorming Stemmachines, dat de in Nederland tot nu toe gebruikte stemmachines in onvoldoende mate transparant en controleerbaar zijn. Tevens concludeert de commissie dat door het gebrek aan transparantie en controleerbaarheid ook de integriteit van de werking van de stemmachines niet is gewaarborgd. De Adviescommissie beveelt in haar advies wat betreft de wijze van stemmen aan over te stappen op een stemprinter en een elektronische stemmenteller.

Op basis van de aanbevelingen van de commissie Besluitvorming Stemmachines bestond het voornemen de Regeling voorwaarden en goedkeuring stemmachines 1997 tijdelijk aan te passen, om zo de door de deze commissie geconstateerde hiaten te dichten. Gelet op het recente advies van de Adviescommissie inrichting verkiezingsproces is besloten van het aanpassen van de regeling af te zien, omdat het tijdelijke karakter van de aan te passen regeling niet in verhouding stond tot de aanzienlijke aanpassingen die in de regeling zouden moeten worden doorgevoerd (verwezen wordt hiervoor naar de hierboven genoemde brief van 27 september 2007). In plaats daarvan is de regeling ingetrokken. Zolang er geen nieuwe regeling is vastgesteld, kunnen er geen goedkeuringen plaatsvinden, en kan er dus niet met machines gestemd worden.

Op basis van artikel J 14 van het Kiesbesluit stelt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een ministeriële regeling ten behoeve van de goedkeuring van stemmachines vast. Om ieder misverstand omtrent het al dan niet kunnen stemmen met stemmachines te voorkomen, bij onder meer de gemeenten, wordt hierbij voorgesteld ook de bevoegdheid om een nieuwe regeling vast te stellen, te schrappen.

De wijzigingen in het onderhavige besluit bestaan vrijwel allemaal uit het schrappen van artikelen of onderdelen die direct betrekking hebben op de stemmachines. De wijziging onder B (gewijzigde redactie van artikel J 12) is een afgeleide wijziging. Nu artikel J 12a (over het gebruik van stemmachines) vervalt, is de aanhef in artikel J 12 (over het gebruik van stembiljetten) niet meer nodig, en kan worden volstaan met bepalingen ter uitwerking van artikel J 9.

Dit besluit treedt overeenkomstig artikel J 34, tweede lid, van de Kieswet, in werking twee maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij is geplaatst. Van de plaatsing wordt onverwijld mededeling gedaan aan de beide kamers der Staten-Generaal.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven