Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 20
september 2007, nr. CS/CWZ/WVOB 2007-0000301582;
Gelet op de
artikelen 2, tweede lid, van de Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer, 1, tweede lid, van de Wet rechtspositie
ministers en staatssecretarissen,
6 van de Wet van 11 september 1964,
houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de bezoldiging van de
vice-president van de Raad van State en de staatsraden, alsmede van de
president en de overige leden van de Algemene Rekenkamer (Stb. 1993,
218) en 1, derde lid, van de Wet
bezoldiging Nationale ombudsman;
De Raad van State gehoord (advies van
10 oktober 2007, nr. W04.07.0354/I);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 5 november
2007, nr. STAF/CWZ/WVOB
2007-0000405988;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
De Wet
schadeloosstelling leden Tweede Kamer wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 2, eerste
lid, wordt «€ 6645,49» vervangen door:
€ 6778,40.
B
In artikel 2, eerste lid, wordt
«€ 6778,40» vervangen door:
€ 7027,65.
C
In artikel 2, eerste lid, wordt
«€ 7027,65» vervangen door:
€ 7168,20.
D
In artikel 2, eerste lid, wordt
«€ 7168,20» vervangen door:
€ 7311,56.
ARTIKEL II
De Wet
rechtspositie ministers en staatssecretarissen wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste
lid, wordt «€ 9610,50» vervangen door
«€ 9924,89» en wordt
«€ 9014,91» vervangen door:
€ 9315,60.
B
In artikel 1, eerste lid, wordt
«€ 9924,89» vervangen door
«€ 10.123,39» en wordt
«€ 9315,60» vervangen door:
€ 9501,91.
C
In artikel 1, eerste lid, wordt
«€ 10.123,39» vervangen door
«€ 10.325,86» en wordt
«€ 9501,91» vervangen door:
€ 9691,95.
ARTIKEL III
De Wet van 11
september 1964, houdende vaststelling van een nieuwe regeling van de
bezoldiging van de vice-president van de Raad van State en de
staatsraden, alsmede van de president en de overige leden van de
Algemene Rekenkamer (Stb. 1993, 218) wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste
lid, wordt € 9610,50» vervangen door
«€ 9924,89», wordt
«€ 9014,91» vervangen door
«€ 9315,60» en wordt
«€ 8457,10» vervangen door:
€ 8744,96.
B
In artikel 1, eerste lid, wordt
€ 9924,89» vervangen door
«€ 10.123,39», wordt
«€ 9315,60» vervangen door
«€ 9501,91» en wordt
«€ 8744,96» vervangen door:
€ 8919,86.
C
In artikel 1, eerste lid, wordt
€ 10.123,39» vervangen door
«€ 10.325,86», wordt
«€ 9501,91» vervangen door
«€ 9691,95» en wordt
«€ 8919,86» vervangen door:
€ 9098,26.
D
In artikel 4, eerste lid, wordt
€ 9610,50» vervangen door
«€ 9924,89» en wordt
«€ 8457,10» vervangen door:
€ 8744,96.
E
In artikel 4, eerste lid, wordt
€ 9924,89» vervangen door
«€ 10.123,39» en wordt
«€ 8744,96» vervangen door:
€ 8919,86.
F
In artikel 4, eerste lid, wordt
€ 10.123,39» vervangen door
«€ 10.325,86» en wordt
«€ 8919,86» vervangen door:
€ 9098,26.
ARTIKEL IV
De Wet bezoldiging
Nationale ombudsman wordt als volgt
gewijzigd:
A
In artikel 1, eerste
lid, wordt € 9610,50» vervangen door
«€ 9924,89» en wordt
«€ 8457,10» vervangen door:
€ 8744,96.
B
In artikel 1, eerste lid, wordt
€ 9924,89» vervangen door
«€ 10.123,39» en wordt
«€ 8744,96» vervangen door:
€ 8919,86.
C
In artikel 1, eerste lid, wordt
€ 10.123,39» vervangen door
«€ 10.325,86» en wordt
«€ 8919,86» vervangen door:
€ 9098,26.
ARTIKEL V
1. Artikel I, onderdeel A, treedt in werking met
ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin
dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari
2006.
2. De artikelen I, onderdeel B,
II, onderdeel A, III, onderdelen A en D, en IV, onderdeel A, treden in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werken terug tot en
met 1 januari 2007.
3. De artikelen I,
onderdeel C, II, onderdeel B, III, onderdelen B en E, en IV, onderdeel
B, treden in werking met ingang van 1 april
2008.
4. De artikelen I, onderdeel D,
II, onderdeel C, III, onderdelen C en F, en IV, onderdeel C, treden in
werking met ingang van 1 april
2009.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
Op 25 mei 2007 is de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst
sector Rijk 2007–2010 tot stand gekomen. Deze overeenkomst houdt
onder meer in een verhoging van het salaris van het rijkspersoneel per
1 januari 2007 met 2,3%, per 1 april 2008 met 2% en per 1 april 2009
met 2%. Tevens is per 1 januari 2007 de nominale eindejaarsuitkering
verdisconteerd in de salarissen. De schadeloosstelling van leden van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal en de bezoldigingsbedragen van
ministers, staatssecretarissen, de vicepresident en de leden van de
Raad van State, de president en de leden van de Algemene Rekenkamer en
van de Nationale ombudsman en de substituut-ombudsman volgen de
aanpassingen van de salarissen van het rijkspersoneel. Dit besluit
regelt de aanpassing van de genoemde schadeloosstelling en
bezoldigingsbedragen in de onderscheiden wetten.
De
schadeloosstelling van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
was nog niet aangepast aan de verhoging van het salaris van het
rijkspersoneel per 1 januari 2006. Van de gelegenheid is gebruik
gemaakt deze omissie te herstellen.