Besluit van 24 januari 2007, houdende wijziging van enige rechtspositieregelingen van de politie in verband met het treffen van een voorziening tot samenwerking als bedoeld in artikel 47 en 47a van de Politiewet 1993

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 4 oktober 2006, directoraat-generaal Veiligheid, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nummer 2006-0000316073;

Gelet op artikel 47a, zesde lid, van de Politiewet 1993;

De Raad van State gehoord (advies van 2 november 2006, nummer W04.06.0432/1);

Gezien het nader rapport van Onze minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van 18 januari 2007, directoraat-generaal Veiligheid, directie Politie, afdeling Arbeidsvoorwaardenbeleid, nummer 2007-0000007324;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit algemene rechtspositie politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt «de ambtenaar werkzaam bij ITO» vervangen door: de ambtenaar aangesteld bij een voorziening tot samenwerking.

2. Onderdeel g komt te luiden:

g. voorziening tot samenwerking: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Politiewet 1993;

3. In onderdeel l, onder 2°, vervalt «of bij ITO».

4. In onderdeel l, wordt na 5° een onderdeel ingevoegd luidende:

6°. het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking, voor zover het betreft de ambtenaren aangesteld bij de desbetreffende voorziening tot samenwerking;

5. In onderdeel o en in onderdeel x, onder 3, wordt «ITO» telkens vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

B

In artikel 8, eerste lid, onder d, wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

C

In artikel 8a, derde lid, onder a, wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

D

Artikel 62, eerste lid, onderdeel e, komt te luiden:

e. bij een voorziening tot samenwerking, mits de detachering op aanvraag van of in overeenstemming met de voorzitter van het algemeen bestuur van de desbetreffende voorziening tot samenwerking plaatsvindt;

E

In de artikelen 67, eerste lid, 69, tweede en vierde lid, 84, tweede lid, tweede volzin, 91, zesde lid, en 95, eerste lid, tweede volzin, en derde lid, onder b en d, wordt «ITO» telkens vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

F

Artikel 71 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt «de algemene directeur van ITO» vervangen door «de voorzitter van het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking» en wordt «ITO» telkens vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

2. In het vierde lid wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

G

Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid, wordt «de algemeen directeur van ITO» vervangen door: de voorzitter van het algemeen bestuur van de voorziening tot samenwerking.

2. In het vierde lid, wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking;

ARTIKEL II

Het Besluit bezoldiging politie wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel d wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

2. Onderdeel g komt te luiden:

g. voorziening tot samenwerking: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Politiewet 1993;

3. In onderdeel j, onder 2°, vervalt «of bij ITO» en wordt na 5° een onderdeel ingevoegd, luidende:

6°. het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking, voor zover het betreft de ambtenaren aangesteld bij de desbetreffende voorziening tot samenwerking;

B

In artikel 18, tweede lid, wordt «de Commissie ITO» vervangen door: een Commissie voorziening tot samenwerking.

ARTIKEL III

Het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel e komt te luiden:

e. voorziening tot samenwerking: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Politiewet 1993.

2. In onderdeel g, onder 2°, vervalt «of bij ITO» en wordt na 4°. een onderdeel ingevoegd, luidende:

5°. het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking, voor zover het betreft de ambtenaren aangesteld bij de desbetreffende voorziening tot samenwerking;

3. Eerstgenoemde onderdeel o wordt vervangen door:

o. Commissie voorziening tot samenwerking: de Commissie voor georganiseerd overleg in politieambtenarenzaken ten behoeve van de ambtenaren werkzaam bij een voorziening tot samenwerking, bedoeld in artikel 22b;

4. Als tweede genoemde onderdeel o en de overige onderdelen tot en met r worden geletterd p tot en met s.

B

In hoofdstuk II komt het opschrift van afdeling 4b als volgt te luiden:

Afdeling 4B. Het overleg met de Commissie voorziening tot samenwerking

C

Artikel 22b, wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Er is een Commissie voorziening tot samenwerking voor elke voorziening tot samenwerking.

2. In het tweede lid tot en met het zesde lid wordt «ITO» telkens vervangen door: een voorziening tot samenwerking, wordt «de Commissie ITO» telkens vervangen door: de desbetreffende Commissie voorziening tot samenwerking en wordt «Onze Minister» telkens vervangen door: het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking.

D

In artikel 24, zesde lid, en in artikel 28, vierde lid, wordt «Commissie ITO» vervangen door: de desbetreffende Commissie voorziening tot samenwerking.

ARTIKEL IV

Het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel c komt te luiden:

c. voorziening tot samenwerking: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Politiewet 1993;

2. In onderdeel d, onder 2°, vervalt «of bij ITO» en wordt na 5°. een onderdeel ingevoegd, luidende:

6°. het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking voor zover het betreft de ambtenaren aangesteld bij de desbetreffende voorziening tot samenwerking;

3. In onderdeel p wordt «ITO» vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

ARTIKEL V

Het Besluit vergoeding dienstreizen politie wordt als volgt gewijzigd:

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 2°, vervalt «dan wel bij de Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV» en wordt na 5°. een onderdeel ingevoegd, luidende:

6°. het algemeen bestuur van een voorziening tot samenwerking, voor zover het betreft de ambtenaren aangesteld bij de desbetreffende voorziening tot samenwerking;

2. De onderdelen b tot en met i worden geletterd c tot en met j.

3. Na onderdeel a wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

b. voorziening tot samenwerking: een publiekrechtelijke rechtspersoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, van de Politiewet 1993;

ARTIKEL VI

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2006.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 24 januari 2007

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes

Uitgegeven de achtste februari 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Met de wet tot wijziging van de Politiewet 1993 in verband met het stellen van regels voor het treffen van samenwerkingsvoorzieningen (Stb. 2005, 242) is in de Politiewet 1993 (hierna: de wet) een grondslag opgenomen op basis waarvan politieregio’s, al dan niet met het Rijk of andere rechtspersonen, publiekrechtelijke samenwerkingsverbanden kunnen aangaan ter bevordering van een doelmatig beheer van de politie. Daarbij kan, indien dit vanwege de aard van de samenwerking aangewezen moet worden geacht, een publiekrechtelijke rechtspersoon worden opgericht.

Artikel 47a van de wet bepaalt, onder meer, dat de rechtspositie van het politiepersoneel van overeenkomstige toepassing is op het personeel van een samenwerkingsvoorziening. Tevens is bepaald dat bij algemene maatregel van bestuur over deze toepassing nadere, zo nodig afwijkende regels gesteld kunnen worden. Met het onderstaande besluit is er voor gekozen om deze regels onder te brengen in de bestaande rechtspositionele algemene maatregelen van bestuur voor politiepersoneel, zoals het Besluit algemene rechtspositie politie en het Besluit bezoldiging politie en niet in een aparte algemene maatregel van bestuur. De onderbrenging in bestaande algemene maatregelen van bestuur geeft duidelijker weer welke rechtspositie op het personeel van een samenwerkingsvoorziening van toepassing is.

Het onderstaande besluit regelt welke rechtspositie van het politiepersoneel van overeenkomstige toepassing is op het personeel van een samenwerkingsvoorziening. Daartoe wordt in een aantal regelingen voor het politiepersoneel opgenomen dat deze van toepassing is op het bedoelde personeel. Deze regelingen zijn te beschouwen als de nadere regels, bedoeld in de vorige alinea.

Het bestaande agentschap Organisatie Informatie- en communicatietechnologie OOV (=ITO) wordt in de structuur van de voorziening tot samenwerking ondergebracht. Het ITO is op 1 augustus 2006 opgegaan in de opgerichte Voorziening tot samenwerking Politie Nederland. De rechtspositie van het politiepersoneel was op het ITO-personeel van toepassing. Daartoe werd het ITO-personeel als zodanig genoemd in de verschillende rechtspositieregelingen van het politiepersoneel. Dit besluit verwijdert het ITO-personeel uit de verschillende regelingen. De rechtspositie van dat personeel blijft echter onveranderd, nu dat personeel onder de noemer van personeel in dienst van een samenwerkingsvoorziening komt te vallen. Op personeel in dienst van een samenwerkingsvoorziening is immers de rechtspositie van het politiepersoneel van overeenkomstige toepassing.

De genoemde opname van het personeel van een samenwerkingsvoorziening in de verschillende rechtspositieregelingen van het politiepersoneel en de verwijdering van het ITO-personeel uit die regelingen vindt plaats op hetzelfde moment. De inhoud van de rechtspositie wijzigt niet, zodat er in de rechtspositionele aanspraken van het ITO-personeel geen hiaat valt.

Het onderhavige besluit brengt wijzigingen aan in de volgende algemene maatregelen van bestuur:

– Besluit algemene rechtspositie politie,

– Besluit bezoldiging politie,

– Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994,

– Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie,

– Besluit vergoeding dienstreizen politie.

Artikelsgewijs

Artikel I

Dit artikel regelt in technische zin dat de algemene rechtspositie van het politiepersoneel zoals neergelegd in het Besluit algemene rechtspositie politie van overeenkomstige toepassing is op het personeel in dienst van een samenwerkingsvoorziening. Er wordt voorts vastgelegd wie ten aanzien van de rechtspositie het bevoegd gezag is van dit personeel.

Aangezien na het in het leven roepen van de Voorziening tot samenwerking Nederlandse Politie het agentschap ITO daarin op 1 augustus 2006 is opgegaan, wordt in het Besluit algemene rechtspositie politie het agentschap ITO vervangen door: een voorziening tot samenwerking.

Artikel II, III, IV en V

Deze artikelen betreffen een wijziging van het Besluit bezoldiging politie respectievelijk het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994, het Besluit vergoeding verplaatsingskosten politie en het Besluit vergoeding dienstreizen politie. De wijziging is van gelijke orde als die in het Besluit algemene rechtspositie politie.

Ten aanzien van artikel III, onderdeel C, wordt opgemerkt dat de wet erin voorziet dat meerdere voorzieningen tot samenwerking in het leven kunnen worden geroepen. Met inachtneming van de Wet op de ondernemingsraden zal elke voorziening tot samenwerking dan ook over een eigen Commissie voorziening tot samenwerking als bedoeld in (het gewijzigde) artikel 22b van het Besluit overleg en medezeggenschap politie 1994 moeten beschikken.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

J. W. Remkes


XHistnoot

Het advies van de Raad van State is openbaar gemaakt door terinzagelegging bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Tevens zal het advies met de daarbij ter inzage gelegde stukken worden opgenomen in het bijvoegsel bij de Staatscourant van 13 maart 2007, nr. 51.

Naar boven