Besluit van 30 oktober 2007, houdende vaststelling van de datum van inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en het Besluit burgerservicenummer

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 23 oktober 2007, nr. 2007-0000371692, STAF/CZW/WVOB;

Gelet op artikel 25 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en artikel 20 van het Besluit burgerservicenummer;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

De Wet algemene bepalingen burgerservicenummer en het Besluit burgerservicenummer treden in werking met ingang van 26 november 2007.

Artikel 2

In afwijking van artikel 1 treedt artikel 13 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer ten aanzien van de Informatie Beheer Groep, bedoeld in artikel 3 van de Wet verzelfstandiging Informatiseringsbank, in werking met ingang van 1 januari 2011, voor zover het betreft de uitvoering van de Les- en cursusgeldwet, de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten, de Wet studiefinanciering 2000 en de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 3

  • 1. In afwijking van artikel 1 treedt artikel 11, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer ten aanzien van de politie, bedoeld in artikel 4 van de Politiewet 1993, in werking met ingang van 1 januari 2010.

  • 2. In afwijking van artikel 1 treedt artikel 13 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer ten aanzien van de politie, bedoeld in artikel 4 van de Politiewet 1993, in werking met ingang van 1 juli 2008.

Artikel 4

In afwijking van artikel 1 treden de artikelen 11, eerste lid, en 13 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer ten aanzien van Onze Minister van Justitie in werking met ingang van 1 januari 2010.

Artikel 5

  • 1. In afwijking van artikel 1 treden de artikelen 11, eerste lid, en 13 van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer ten aanzien van de volgende gebruikers in werking achttien maanden na het tijdstip waarop de artikelen 5 en 6 van de Handelsregisterwet 2007 in werking zullen zijn getreden:

    a. Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en andere overheidsorganen, voor zover zij gegevens verwerken in verband met de uitvoering van de volgende wetten:

    1°. de Boswet;

    2°. de Destructiewet;

    3°. de Diergeneesmiddelenwet;

    4°. de Wijzigingswet Diergeneesmiddelenwet;

    5°. de Flora- en faunawet;

    6°. de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

    7°. de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de Gronings-Drentse Veenkoloniën;

    8°. de Jachtwet;

    9°. de Kaderwet diervoeders;

    10°. de Kaderwet LNV-subsidies;

    11°. de Landbouwwet;

    12°. de Landbouwkwaliteitswet;

    13°. de Meststoffenwet;

    14°. de Natuurbeschermingswet 1998;

    15°. de Plantenziektenwet;

    16°. de Reconstructiewet concentratiegebieden;

    17°. de Uitvoeringswet grondkamers;

    18°. de Uitvoeringswet UPOV 1991;

    19°. de Uitvoeringswet Visserijverdrag 1967;

    20°. de Visserijwet 1963;

    21°. de Wet agrarisch grondverkeer;

    22°. de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden;

    23°. de Wet inrichting landelijk gebied;

    24°. de Wet onafhankelijke risicobeoordeling Voedsel en Waren Autoriteit;

    25°. de Wet op de uitoefening van de diergeneeskunde 1990;

    26°. de Wet op de Walvisvangst 1960;

    27°. de Zaaizaad- en plantgoedwet 2005.

    b. het Hoofdproductschap Akkerbouw, het Productschap Diervoeder, het Productschap Granen, Zaden en Peulvruchten, het Productschap Margarine, Vetten en Oliën, het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Tuinbouw, het Productschap Vee en Vlees, het Productschap Vis, het Productschap Wijn, het Productschap Zuivel, het Bosschap, het Hoofdbedrijfschap Agrarische Groothandel en het Productschap Akkerbouw, voor zover zij gegevens verwerken in verband met de uitvoering van de wetten, genoemd in onderdeel a, of de Wet op de bedrijfsorganisatie.

Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 oktober 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

A. Th. B. Bijleveld-Schouten

Uitgegeven de vijftiende november 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Naar boven