Wet van 18 oktober 2007, houdende wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs onder meer in verband met enkele aanpassingen in de inrichtings- en examenvoorschriften met betrekking tot het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is in de Wet op het voortgezet onderwijs wijzigingen aan te brengen onder meer in verband met opneming van de examenvakken lichamelijke opvoeding en de Friese taal en cultuur als keuzevakken in de theoretische en de gemengde leerweg van het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, om de mogelijkheid te openen van examinering in het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs in vakken van een hoger kwalificatieniveau en om de regeling betreffende de aanwijzing van de tweede corrector bij het examen in het voortgezet onderwijs te vereenvoudigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I. WIJZIGING WET OP HET VOORTGEZET ONDERWIJS

In de Wet op het voortgezet onderwijs worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid, onderdeel b, wordt na «drama,» ingevoegd: Friese taal en cultuur en lichamelijke opvoeding,.

2. Onder vernummering van het negende en tiende lid tot tiende respectievelijk elfde lid, wordt na het achtste lid een nieuw negende lid ingevoegd, luidend:

  • 9. Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken, genoemd in het vijfde, zesde en zevende lid, onderdeel b, de overeenkomstige vakken, genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 13 en 14 te volgen.

3. In het tot elfde lid vernummerde tiende lid, wordt in de eerste volzin «De in het negende lid bedoelde» vervangen door: De in het tiende lid bedoelde.

B

Artikel 10b wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vernummering van het negende en tiende lid tot tiende respectievelijk elfde lid, wordt na het achtste lid een nieuw negende lid ingevoegd, luidend:

  • 9. Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen:

    a. in plaats van de vakken van de basisberoepsgerichte leerweg, genoemd in het vijfde en zesde lid, en de vakken die in de plaats komen van een tweede moderne vreemde taal, de overeenkomstige vakken van de kaderberoepsgerichte leerweg of de overeenkomstige vakken, genoemd in de artikelen 10 en 10d of de overeenkomstige vakken, genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 13 en 14 te volgen,

    b. in plaats van de vakken van de kaderberoepsgerichte leerweg, genoemd in het vijfde en zesde lid, en de vakken die in de plaats komen van een tweede moderne vreemde taal, de overeenkomstige vakken, genoemd in de artikelen 10 en 10d of de overeenkomstige vakken, genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 13 en 14 te volgen,

    c. in plaats van de vakken van de basisberoepsgerichte leerweg, genoemd in het zevende lid, onderdeel a, de overeenkomstige vakken van de kaderberoepsgerichte leerweg te volgen,

    d. een of meer bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen extra vakken te volgen.

2. In het tot elfde lid vernummerde tiende lid, wordt in de eerste volzin, «De in het negende lid bedoelde» vervangen door: De in het tiende lid bedoelde.

C

Artikel 10d wordt als volgt gewijzigd:

1. In het zevende lid, onderdeel c, wordt na «drama,» ingevoegd: Friese taal en cultuur en lichamelijke opvoeding,.

2. Onder vernummering van het negende en tiende lid tot tiende respectievelijk elfde lid, wordt na het achtste lid een nieuw negende lid ingevoegd, luidend:

  • 9. Het bevoegd gezag kan de leerling in de gelegenheid stellen, in plaats van de vakken, genoemd in het vijfde, zesde en zevende lid, onderdeel c, de overeenkomstige vakken, genoemd in dan wel aangewezen op grond van de artikelen 13 en 14 te volgen.

3. In het tot elfde lid vernummerde tiende lid, wordt in de eerste volzin, «De in het negende lid bedoelde» vervangen door: De in het tiende lid bedoelde.

D

Artikel 29, tweede lid, komt te luiden:

  • 2. Het eindexamen wordt afgenomen door de rector, de directeur, de conrector, de adjunct-directeur of een of meer leden van de centrale directie en leraren van de school. Het eindexamen staat onder toezicht van een of meer gecommitteerden behoudens voor bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen examens en examenonderdelen.

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald door wie en op welke wijze de gecommitteerden worden aangewezen. Het eindexamen kan mede worden afgenomen door deskundigen. Het bevoegd gezag wijst de deskundigen aan.

E

In artikel 107, zesde lid, wordt «artikel 10b, negende lid» vervangen door «artikel 10b, tiende lid» en wordt «artikel 10d, negende lid» vervangen door «artikel 10d, tiende lid».

ARTIKEL II. INWERKINGTREDING

Deze wet treedt in werking met ingang van een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 18 oktober 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J. M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Uitgegeven de dertiende november 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 988

Naar boven