Wet van 18 oktober 2007, houdende intrekking van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer met het oog op de opheffing van het Fonds Luchtverontreiniging en het treffen van enkele daarmee verbandhoudende voorzieningen (opheffing Fonds Luchtverontreiniging)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die dezen zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het, vanwege de geringe doelmatigheid van het Fonds Luchtverontreiniging en de gewijzigde inzichten over de rol van de overheid bij het vergoeden van schade wenselijk is om de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer te laten vervallen en het Fonds Luchtverontreiniging na afhandeling van de lopende zaken op te heffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

A

De artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer vervallen. Het Fonds Luchtverontreiniging als rechtspersoon berust na de datum van inwerkingtreding van deze wet tot de datum van ontbinding, bedoeld in onderdeel B, op deze wet.

B

Het Fonds Luchtverontreiniging wordt na afhandeling van de verzoeken, bedoeld in artikel II, onderdeel A, bij koninklijk besluit ontbonden.

ARTIKEL II

A

1. Verzoeken om vergoeding van de schade als bedoeld in artikel 15.27 van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet, die zijn ingediend vóór die datum, worden afgehandeld op grond van de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer en het Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990, zoals die luidden op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op verzoeken als bedoeld in dat lid, die zijn ingediend na de datum van inwerkingtreding van deze wet, mits die verzoeken schade betreffen die zich vóór deze datum heeft voorgedaan en wordt voldaan aan artikel 15.27 van de Wet milieubeheer, zoals dat luidde op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet.

B

Gedurende de periode voorafgaand aan de datum waarop het Fonds Luchtverontreiniging zal zijn ontbonden, wordt het fonds beheerd overeenkomstig de artikelen 15.24 tot en met 15.28 van de Wet milieubeheer en het Besluit Fonds Luchtverontreiniging 1990, zoals die luidden op de dag vóór de datum van inwerkingtreding van deze wet.

ARTIKEL III

A

1. Op de datum waarop het Fonds Luchtverontreiniging zal zijn ontbonden, gaan alle vermogensbestanddelen van het fonds onder algemene titel over op de Staat (Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.

2. Ter zake van de overgang van de vermogensbestanddelen, bedoeld in het eerste lid, blijft heffing van overdrachtsbelasting achterwege.

B

De archiefbescheiden van het Fonds Luchtverontreiniging gaan op de datum waarop het fonds zal zijn ontbonden, over naar de Staat (Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer), voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

ARTIKEL IV

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van het tweede kalenderkwartaal na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en vervalt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 18 oktober 2007

Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J. M. Cramer

Uitgegeven de zesde november 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 998

Naar boven