Besluit van 16 oktober 2007, houdende wijziging van enkele besluiten ter uitvoering van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (aanwijzing van landen) in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot het groene kaart systeem

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 19 september 2007, nr. 5504930 /07/6, Directie Wetgeving;

Gelet op de artikelen 2, achtste lid, en 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;

De Raad van State gehoord (advies van 28 september 2007, nr. W 03.07.0337/II);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 9 oktober 2007, nr. 5508770/07/6, Directie Wetgeving;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Artikel 2 van het besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Stb. 1972, 617) komt te luiden:

Artikel 2

Ter uitvoering van artikel 2, achtste lid, van de wet worden aangewezen de landen:

a. Andorra;

b. België;

c. Bondsrepubliek Duitsland;

d. Bulgarije;

e. Cyprus;

f. Denemarken, met inbegrip van de Faeröer;

g. Estland;

h. Finland;

i. Frankrijk en Monaco;

j. Griekenland;

k. Hongarije;

l. Ierland;

m. Italië, San Marino en Vaticaanstad;

n. Kroatië;

o. Letland;

p. Litouwen;

q. Luxemburg;

r. Malta;

s. Noorwegen;

t. Oostenrijk

u. Polen;

v. Portugal;

w. Roemenië;

x. Slovenië;

y. Slowaakse Republiek;

z. Spanje;

aa. Tjechische Republiek;

bb. Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland, de Kanaaleilanden, het eiland Man en Gibraltar;

cc. IJsland;

dd. Zweden;

ee. Zwitserland en Liechtenstein.

ARTIKEL II

Artikel 1 van het besluit van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 3, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Stb. 1972, 618) komt te luiden:

Artikel 1

Ter uitvoering van de artikelen 3, derde lid, en 3a, derde lid, van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen worden aangewezen de landen:

a. Andorra;

b. België;

c. Bondsrepubliek Duitsland;

d. Bulgarije;

e. Cyprus;

f. Denemarken, met inbegrip van de Faeröer;

g. Estland;

h. Finland;

i. Frankrijk en Monaco;

j. Griekenland;

k. Hongarije;

l. Ierland;

m. Italië, San Marino en Vaticaanstad;

n. Kroatië;

o. Letland;

p. Litouwen;

q. Luxemburg;

r. Malta;

s. Noorwegen;

t. Oostenrijk

u. Polen;

v. Portugal;

w. Roemenië;

x. Slovenië;

y. Slowaakse Republiek;

z. Spanje;

aa. Tjechische Republiek;

bb. Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittanië en Noord-Ierland, de Kanaaleilanden, het eiland Man en Gibraltar;

cc. IJsland;

dd. Zweden;

ee. Zwitserland en Liechtenstein.

ARTIKEL III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 augustus 2007

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 16 oktober 2007

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de dertigste oktober 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

De besluiten van 23 november 1972 tot uitvoering van artikel 2, achtste lid, (Stb. 617) en van artikel 3, derde lid, (Stb. 618) van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (WAM) wijzen aan voor welke buitenlandse voertuigen het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars de verplichting op zich moet nemen de schade door deze voertuigen veroorzaakt te vergoeden, respectievelijk tot welke landen de dekking van de verplichte verzekering zich moet uitstrekken.

Aan dit systeem ligt de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 24 april 1972 ten grondslag inzake de onderlinge aanpassing van de wetgevingen der lidstaten betreffende de verzekering tegen de wettelijke aansprakelijkheid waartoe de deelneming aan het verkeer van motorrijtuigen aanleiding kan geven en de controle op de verzekering tegen deze aansprakelijkheid (72/166/EEG) (PbEG L 103), laatstelijk gewijzigd bij richtlijn 2005/14/EG (PbEG L 149). Deze richtlijn heeft onder meer ten doel de grenscontrole op deze verzekeringen binnen de unie af te schaffen.

Basis van de afschaffing van deze controle op de aanwezigheid van de zogenoemde groene kaart (het internationaal motorrijtuigenverzekeringsbewijs dat door het desbetreffende nationale bureau van verzekeraars wordt afgegeven) vormt een overeenkomst tussen de verschillende nationale bureaus van de lidstaten, volgens welke elk nationaal bureau de vergoeding waarborgt van schade, op zijn grondgebied veroorzaakt door een motorrijtuig uit een ander aangesloten land (de multilaterale garantieovereenkomst tussen nationale bureaus van verzekeraars van 15 maart 1991, PbEG L 177).

Deze overeenkomst tussen de nationale bureaus is gebaseerd op de veronderstelling dat in de nationale wetgevingen van de aangesloten landen wordt voorgeschreven dat de dekking van verzekeringen tegen wettelijke aansprakelijkheid zich mede uitstrekt tot ongevallen veroorzaakt in andere landen.

Het systeem biedt niet alleen lidstaten de mogelijkheid om zich hierbij aan te sluiten, maar ook derde landen. Van deze mogelijkheid hebben tot nu toe Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Kroatië en Andorra gebruik gemaakt.

De onderhavige aanpassing van de twee eerdergenoemde besluiten is noodzakelijk door de toetreding van Bulgarije en Roemenië.

De datum waarop de afschaffing van de groene kaart controle voor nieuwe lidstaten en derde landen plaatsvindt, wordt bepaald door de Europese Commissie, nadat zij, in samenwerking met de lidstaten en andere aangesloten landen, heeft vastgesteld dat het nationale bureau van de betreffende landen zich bij de multilaterale garantieovereenkomst heeft aangesloten.

De Europese Commissie heeft bij beschikking van 9 juli 2007 als datum waarop voor Bulgarije en Roemenië de afschaffing van de groene kaart controle moet plaatsvinden 1 augustus 2007 vastgesteld. Aan het onderhavige besluit moet derhalve terugwerkende kracht worden verleend tot die datum. Deze terugwerkende kracht ontmoet overigens uit praktisch oogpunt geen enkel bezwaar omdat het Nederlands Bureau der Motorrijtuigverzekeraars reeds in overeenstemming met de beschikking van de Commissie handelt. Het bureau heeft de verplichting tot vergoeding reeds op zich genomen via de multilaterale garantieovereenkomst. Tevens verlenen de Nederlandse verzekeraars thans reeds dekking voor Bulgarije en Roemenië.

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven