Wet van 11 oktober 2007 tot wijziging van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren in verband met de formalisering van een onderdeel van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Rechterlijke Macht 1/1/2005–31/7/2007

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren te wijzigen in verband met de formalisering van een onderdeel van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst Rechterlijke Macht 1/1/2005–31/7/2007;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

Artikel 37, eerste lid, van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren komt te luiden:

  • 1. In afwijking van artikel 6:1, eerste en tweede lid, van de Wet arbeid en zorg behoudt de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding over de uren waarop hem ouderschapsverlof wordt verleend 75 procent van zijn bezoldiging, verminderd met de ouderschapsverlofkorting waarop over die uren op grond van artikel 8.14b van de Wet inkomstenbelasting 2001 maximaal recht kan bestaan. Indien hem een ouderschapsverlofkorting is toegekend, wordt aan de rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding op zijn aanvraag tevens een bedrag toegekend ter grootte van het verschil tussen de maximale ouderschapsverlofkorting, bedoeld in de eerste volzin, en de hem toegekende ouderschapsverlofkorting. De rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding dient de aanvraag, bedoeld in de tweede volzin, in binnen zes maanden nadat de ouderschapsverlofkorting is toegekend.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

's-Gravenhage, 11 oktober 2007

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de drieëntwintigste oktober 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 31 062

Naar boven