Besluit van 15 januari 2007, houdende wijziging van het Kaderbesluit rechtspositie VO in verband met de formalisering van de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 7 november 2006, nr. WJZ/2006/38546(2918), directie Wetgeving en Juridische Zaken;

Gelet op artikel 38a, tweede en derde lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs, artikel 33, tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs en artikel 33, tweede lid, van de Wet op de expertisecentra;

De Raad van State gehoord (advies van 30 november 2006, nr. W05.06.0479/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van 10 januari 2007, nr. WJZ/2006/46435(2918), directie Wetgeving en Juridische Zaken; uitgebracht mede namens Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I. WIJZIGING VAN HET KADERBESLUIT RECHTSPOSITIE VO

Het Kaderbesluit rechtspositie VO wordt als volgt gewijzigd:

In Bijlage 1E wordt een nieuw Onderdeel 1 ingevoegd zoals opgenomen in Bijlage I, Onderdeel A, bij dit besluit.

ARTIKEL II. WIJZIGING VAN HET KADERBESLUIT RECHTSPOSITIE VO MET INGANG VAN 1 JANUARI 2006

Het Kaderbesluit rechtspositie VO wordt als volgt gewijzigd:

A

Aan artikel 7 wordt een nieuw vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5. In afwijking van het eerste en vierde lid kan een betrokkene met een arbeidsongeschiktheidspercentage van minder dan 35% worden benoemd in twee onderwijsondersteunende functies of een onderwijsondersteunende en een onderwijsgevende functie waarvan het verschil tussen de bij die functies behorende maximumschalen 3 of minder schalen is.

B

In artikel 8 wordt «22 jaar» telkens vervangen door: 20 jaar.

C

In artikel 10 wordt na «De salarisbedragen» ingevoegd: en toelagen.

D

Artikel 11a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift van artikel 11a wordt vervangen door: Artikel 11a. Structurele eindejaarsuitkering.

2. In het eerste en derde lid wordt «13e maand» vervangen door: eindejaarsuitkering.

E

Na artikel 11a worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 11b. Eenmalige uitkering

  • 1. Onze Minister kan bepalen dat aan de betrokkene, met inachtneming van het tweede lid, een eenmalige uitkering wordt toegekend.

  • 2. Bij ministeriële regeling stelt Onze Minister de hoogte, de berekeningswijze, de benaming en de mate waarin deze uitkering doorwerkt naar het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, vast.

Artikel 11c. Inkomenstoelage

  • 1. De betrokkene ontvangt maandelijks een inkomenstoelage als aangegeven in bijlage 2, onderdeel 3, bij dit besluit.

  • 2. Bij ministeriële regeling stelt Onze Minister de berekeningswijze en de mate waarin deze uitkering doorwerkt naar het inkomen, bedoeld in het pensioenreglement, vast.

F

Artikel 13a wordt vervangen door:

Artikel 13a. Eenmalige uitkering in verband met de intrekking van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel

  • 1. In dit artikel wordt onder «betrokkene» verstaan: degene die over het kalenderjaar 2005 een of meer tegemoetkomingen heeft ontvangen op grond van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, zoals die regeling luidde op 31 december 2005, en die op die datum een pensioen of prepensioen ontvangt dan wel uitkeringsgenietende is van een uitkering via de Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair- en voortgezet onderwijs, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of invaliditeitspensioen of invaliditeitspensioen op basis van een beëindigde betrekking aan een school.

  • 2. Onze minister kan bepalen dat aan de betrokkene eenmalig een uitkering wordt toegekend.

  • 3. Bij ministeriële regeling stelt Onze minister de benaming, de hoogte en de wijze van uitbetaling van de uitkering vast.

  • 4. Bij ministeriële regeling worden categorieën van personen, wier bezoldiging, uitkering of pensioen direct of indirect komt ten laste van de algemene middelen van het Rijk, aangewezen als betrokkene in de zin van dit artikel.

G

De artikelen 13b en 13c vervallen.

H

Bijlage 1B komt te luiden zoals opgenomen in Bijlage II, Onderdeel A, bij dit besluit.

I

Bijlage 2, onderdeel 2, komt te luiden zoals opgenomen in Bijlage II, Onderdeel B, bij dit besluit.

J

Aan bijlage 2 wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, zoals opgenomen in Bijlage II, Onderdeel C, bij dit besluit.

K

De inhoudsopgave vervalt.

ARTIKEL III. WIJZIGINGEN VAN HET KADERBESLUIT RECHTSPOSITIE VO MET INGANG VAN 1 JANUARI 2007

Het Kaderbesluit rechtspositie VO wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8 wordt «20 jaar» telkens vervangen door: 19 jaar.

B

Bijlage 1B komt te luiden zoals opgenomen in Bijlage III, Onderdeel A, bij dit besluit.

C

Bijlage 2, onderdeel 2, komt te luiden zoals opgenomen in Bijlage III, Onderdeel B, bij dit besluit.

ARTIKEL IV. WIJZIGING VAN HET KADERBESLUIT RECHTSPOSITIE PO MET INGANG VAN 1 AUGUSTUS 2006

Het Kaderbesluit rechtspositie PO wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 13 wordt een nieuwe artikel ingevoegd luidend:

Artikel 13a. Eenmalige uitkering in verband met de intrekking van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel

  • 1. In dit artikel wordt onder «betrokkene» verstaan: degene die over het kalenderjaar 2005 een of meer tegemoetkomingen heeft ontvangen op grond van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel, zoals die regeling luidde op 31 december 2005, en die op die datum een pensioen of prepensioen ontvangt dan wel uitkeringsgenietende is van een uitkering via de Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair- en voortgezet onderwijs, Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering of invaliditeitspensioen op basis van een beëindigde betrekking aan een school.

  • 2. Onze minister kan bepalen dat aan de betrokkene eenmalig een uitkering wordt toegekend.

  • 3. Bij ministeriële regeling stelt Onze minister de benaming, de hoogte en de wijze van uitbetaling van de uitkering vast.

  • 4. Bij ministeriële regeling worden categorieën van personen, wier bezoldiging, uitkering of pensioen direct of indirect komt ten laste van de algemene middelen van het Rijk, aangewezen als betrokkene in de zin van dit artikel.

ARTIKEL V. INWERKINGTREDING

De artikelen van dit besluit treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld, met dien verstande dat daarbij tevens wordt bepaald dat artikel I terugwerkt tot en met 1 augustus 2002, artikel II terugwerkt tot en met 1 januari 2006, artikel IV terugwerkt tot en met 1 augustus 2006 en artikel III terugwerkt tot en met 1 januari 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 15 januari 2007

Beatrix

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman

Uitgegeven de zesde februari 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

BIJLAGE I

Deze bijlage bestaat uit het onderdeel A.

Onderdeel A

bedoeld in artikel I

Onderdeel 1: UITLOOPTOESLAG

per maand in euro’s bij een normbetrekking

Per 1 augustus 2002 (loonpeil 1 juli 2002)

Salarisschaal

bedrag

LA

26,71

LB

23,43

LC

42,65

LD

21,09

BIJLAGE II

Deze bijlage bestaat uit de onderdelen A tot en met C.

Onderdeel A bevat de jeugdsalarissen zoals die gelden van 1 januari 2006 tot 1 januari 2007.

Onderdeel B bevat de bedragen van de minimum vakantieuitkering in de periode 1 januari 2006 tot 1 januari 2007.

Onderdeel C betreft de toevoeging van een nieuw onderdeel 3 aan bijlage 2 bij het Kaderbesluit rechtspositie VO in verband met de introductie van de inkomenstoelage per 1 januari 2006.

Onderdeel A

bedoeld in artikel II, onderdeel H

BIJLAGE 1B

maandsalarissen in euro’s voor jeugdigen met salarisnummers behorende bij een normbetrekking

Per 1 januari 2006 (loonpeil 1 augustus 2005)

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

J15

935

J15

956

      

J16

935

J16

956

J16

975

J16

996

  

J17

935

J17

956

J17

975

J17

996

J17

1034

J18

1069

J18

1093

J18

1114

J18

1138

J18

1182

J19

1202

J19

1229

J19

1254

J19

1281

J19

1329

Onderdeel B

bedoeld in artikel II, onderdeel I

2. Artikel 11

MINIMUM VAKANTIEUITKERING

per maand in euro’s bij een normbetrekking

Per 1 januari 2006 (loonpeil 1 augustus 2005)

bij de leeftijd van

bedrag

20 jaar en ouder

132,51

19 jaar

119,26

18 jaar

106,01

17 jaar

92,76

16 jaar

92,76

15 jaar

92,76

Onderdeel C

bedoeld in artikel II, onderdeel J

3. Artikel 11c

INKOMENSTOELAGE

per maand in euro’s bij een normbetrekking, bedoeld in artikel 11c, eerste lid, van dit besluit.

Per 1 januari 2006

Bedraagt per maand € 30 (loonpeil 1 augustus 2005)

BIJLAGE III

Deze bijlage bestaat uit de onderdelen A en B.

Onderdeel A bevat de jeugdsalarissen zoals die gelden vanaf 1 januari 2007.

Onderdeel B bevat de bedragen van de minimum vakantieuitkering vanaf 1 januari 2007.

Onderdeel A

bedoeld in artikel III, onderdeel B

BIJLAGE 1B

maandsalarissen in euro’s voor jeugdigen met salarisnummers behorende bij een normbetrekking

Per 1 januari 2007 (loonpeil 1 januari 2007)

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

leeftijd

bedrag

J15

1083

J15

1109

      

J16

1083

J16

1109

J16

1130

J16

1154

  

J17

1083

J17

1109

J17

1130

J17

1154

J17

1198

J18

1219

J18

1247

J18

1272

J18

1299

J18

1348

Onderdeel B

bedoeld in artikel III, onderdeel C

2. Artikel 11

MINIMUM VAKANTIEUITKERING

per maand in euro’s bij een normbetrekking

Per 1 januari 2007 (loonpeil 1 januari 2007)

bij de leeftijd van

bedrag

19 jaar en ouder

134,38

18 jaar

120,94

17 jaar

107,85

16 jaar

107,85

15 jaar

107,85

NOTA VAN TOELICHTING

ALGEMEEN

De onderhavige wijzigingen van het Kaderbesluit rechtspositie VO (hierna: het Kaderbesluit) en het Kaderbesluit rechtspositie PO bevatten de formalisering van de afspraken die met de centrales van overheids- en onderwijspersoneel zijn gemaakt in CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 ten aanzien van de financiële arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs. Voor het primair onderwijs vindt bij separaat besluit de formalisering plaats in het Rechtspositiebesluit WPO/WEC.

Het gaat om de volgende afspraken:

– de gefaseerde afschaffing van de jeugdsalarissen, waarbij de eerste fase ingaat op 1 januari 2006;

– de toekenning van een maandelijkse inkomenstoelage per 1 januari 2006;

– de toekenning van een éénmalige nominale uitkering in 2006;

– een eenjarige overgangsmaatregel in verband met de intrekking van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs en onderzoekpersoneel.

ARTIKELSGEWIJS

Artikel I (Bijlage 1E, onderdeel I)

Onderdeel 1 van Bijlage IE is bij besluit van 8 september 2004, Stb. 2004, 459 ten onrechte geschrapt. Het betreffende onderdeel dat een mogelijke uitlooptoeslag regelt, wordt ingevoegd met terugwerkende kracht tot en met 1 augustus 2002.

Artikel II, onderdeel A (artikel 7, vijfde lid)

Om belemmeringen weg te nemen voor de voortzetting van het dienstverband van de betrokkenen die door het UWV in het kader van de uitvoering van de Wet WIA minder dan 35% arbeidsongeschikt zijn verklaard, is het voor deze groep mogelijk af te wijken van het eerste en vierde lid. Het betreft hier een situatie waarover in de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 afspraken zijn gemaakt. De formalisering van die afspraken vindt plaats in het Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair en voortgezet onderwijs.

Artikel II, onderdelen B, H en I, Artikel III, onderdeel A (artikel 8, bijlage 1B en bijlage 2, onderdeel 2)

In de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 is afgesproken om de jeugdsalarissen met ingang van 1 januari 2006 gefaseerd af te schaffen. In dit besluit is tot en met 2007 het jeugdsalaris opgenomen. Het voornemen bestaat om na de looptijd van de genoemde CAO, zijnde 1 juli 2007, de arbeidsvoorwaarden in het voortgezet onderwijs volledig te decentraliseren. Met deze decentralisatie komt het Kaderbesluit te vervallen. Dit betekent dat de overeengekomen afschaffing van de jeugdsalarissen per 1 januari 2008 niet in het Kaderbesluit maar in de decentrale CAO-VO geformaliseerd moet worden.

Artikel II, onderdeel D (artikel 11a)

Bij de uitwerking van de in de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 overeengekomen maatregelen is met de centrales van overheids- en onderwijspersoneel overeengekomen om niet langer de aanduiding «13e maand» te gebruiken, maar de term structurele eindejaarsuitkering. Dit laat onverlet de afspraak die in het kader van de verlenging van de CAO 2000–2002 is gemaakt om te komen tot een 13e maand.

Artikel II, onderdeel E en J (artikelen 11b en 11c en bijlage 2, onderdeel 3)

In de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 is overeengekomen om in 2006 een éénmalige nominale uitkering te verstrekken. De basis voor deze uitkering is opgenomen in artikel 11b. De uitwerking wordt vastgelegd in een ministeriële regeling.

Artikel 11c bevat de basis voor de toekenning van een maandelijkse inkomenstoelage. De toekenning van deze toelage houdt verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet op 1 januari 2006 en de daarmee samenhangende intrekking van het Besluit tegemoetkoming ziektekosten en inkomenstoeslag onderwijs- en onderzoekspersoneel en de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekspersoneel (Stb. 2005, 629). Het overeengekomen bedrag voor de inkomenstoelage is vermeld in een nieuw onderdeel 3 in bijlage 2 bij het Kaderbesluit. De uitwerking wordt vastgelegd in een ministeriële regeling. Zoals is aangegeven in bijlage 2, onderdeel 3, bedraagt de inkomenstoelage 30 euro per 1 januari 2006. Met de centrales van overheid- en onderwijspersoneel is afgesproken dat de inkomenstoelage per 1 januari 2007 wordt verhoogd tot 31 euro. Na 1 januari 2007 zal de toelage telkens worden verhoogd met het percentage van de salarisverhoging die met de centrales wordt overeengekomen. De maatregelen zijn bekendgemaakt in Regeling OCW, kenmerk AP/A&A/2005/56551 van 15 december 2005.

Artikel II, onderdeel F en artikel IV (artikel 13a van het Kaderbesluit rechtspositie VO en artikel 13a van het Kaderbesluit rechtspositie PO)

In de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007 is in verband met de afschaffing van de Regeling ziektekostenvoorziening onderwijs- en onderzoekspersoneel (Regeling ZVOO) per 1 januari 2006 een overgangregeling overeengekomen die in de loop van 2006 zou worden uitgewerkt. In die CAO is tevens overeengekomen dat de overgangsmaatregel alleen zou gelden voor (voormalig) onderwijspersoneel dat niet in aanmerking kwam voor de ziektekostencompensatie van € 30 per maand die vanaf 1 januari 2006 is gaan gelden voor iedere werknemer die werkzaam is in de sector PO en VO. Deze financiële bijdrage geldt als compensatie voor de inkomenseffecten in verband met de invoering van de Zorgverzekeringswet.

Artikel II, onderdeel G (artikelen 13b en 13c)

De oude artikelen 13b en 13c zijn uitgewerkt en kunnen vervallen.

Artikel V

De onderhavige gefaseerde inwerkingtreding van de wijzigingen in het Kaderbesluit rechtspositie VO weerspiegelen de afspraken die met de centrales van overheids- en onderwijspersoneel zijn gemaakt in de CAO sector onderwijs (PO en VO) 2005–2007.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

M. J. A. van der Hoeven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

C. P. Veerman


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven