Besluit van 11 september 2007, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere rechtspositionele besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 16 juli 2007, nr. 2007-0000244445, directoraat-generaal Management Openbare Sector, directie Personeel, Organisatie en Informatie Rijk, afdeling Personeel Rijk, gedaan mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Gelet op artikel 125, eerste lid, van de Ambtenarenwet;

De Raad van State gehoord (advies van 26 juli 2007, nr. W.04.07.0231/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 27 augustus 2007, nr. 2007-0000296796, directoraat-generaal Management Openbare Sector, directie Personeel, Organisatie en Informatie Rijk, afdeling Personeel Rijk, uitgebracht mede namens Onze Minister van Buitenlandse Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Algemeen Rijksambtenarenreglement wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, tweede lid, wordt de zinsnede «salaris, onderscheidenlijk bezoldiging» vervangen door: salaris onderscheidenlijk bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.

B

In artikel 33c, eerste lid, vervalt onderdeel c onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.

C

Artikel 33d, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt vervallen de onderdelen a en f.

2. De onderdelen b tot en met e worden geletterd a tot en met d.

3. In onderdeel a wordt de zinsnede «vier dagen» vervangen door: twee dagen.

4. In onderdeel b vervalt de zinsnede «, indien dit huwelijk wordt gesloten in zijn woon- of standplaats en ten hoogste twee dagen indien dit huwelijk wordt gesloten buiten zijn woon- of standplaats».

5. Onderdeel c komt als volgt te luiden:

c. bij overlijden van:

1e. in artikel 33i, tweede lid, genoemde personen: vier dagen;

2e. bloed- of aanverwanten in de tweede graad: twee dagen, of, indien de ambtenaar is belast met de regeling van de lijkbezorging of van de nalatenschap dan wel van beide, ten hoogste vier dagen;.

D

In artikel 33fc, eerste, tweede en vierde lid, wordt de zinsnede «vermeerderd met haar vakantie-uitkering» telkens vervangen door: vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

E

Artikel 37a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt na de zinsnede «indien hem geen andere functie zou zijn opgedragen» ingevoegd: , vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

2. Het tweede lid, onder b, komt te luiden: zijn bezoldiging na herplaatsing, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

3. In het derde lid wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

F

In artikel 38, eerste, derde en achtste lid, wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

G

In artikel 45, vierde lid, wordt telkens na «de bezoldiging» ingevoegd: vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

H

Artikel 48a, eerste lid, komt als volgt te luiden:

1. Het bedrag van de bezoldiging of de laatstgenoten bezoldiging, bedoeld in de artikelen 37, 37a, derde lid, en 38, en het bedrag van de eindejaarsuitkering, bedoeld in de genoemde artikelen, worden in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris respectievelijk de eindejaarsuitkering.

I

Aan artikel 69 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties regels stellen omtrent de schadeloosstelling, kostenvergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen aan groepen van ambtenaren.

J

In artikel 95, achtste lid, wordt de zinsnede «, berekend op de voet van het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984» vervangen door: en de eindejaarsuitkering.

K

Artikel 102, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «de vakantie-uitkering» wordt ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

2. De zinsnede «op de voet van het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984,» vervalt.

3. De zinsnede «van eerder vermeld besluit» wordt vervangen door: van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

ARTIKEL II

Het Ambtenarenreglement Staten-Generaal wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, tweede lid, wordt de zinsnede «salaris, onderscheidenlijk bezoldiging» vervangen door: salaris onderscheidenlijk bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.

B

In de artikelen 35, tiende lid, onderdeel e, en 55, tweede lid, vervalt telkens «59,».

C

Artikel 59 vervalt.

D

Artikel 60, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt vervallen de onderdelen a en f.

2. De onderdelen b tot en met e worden geletterd a tot en met d.

3. In onderdeel a wordt de zinsnede «vier dagen» vervangen door: twee dagen.

4. In onderdeel b vervalt de zinsnede «, indien dit huwelijk wordt gesloten in zijn woon- of standplaats en ten hoogste twee dagen indien dit huwelijk wordt gesloten buiten zijn woon- of standplaats».

5. Onderdeel c komt als volgt te luiden:

c. bij overlijden van:

1e. in artikel 62ab, tweede lid, genoemde personen: vier dagen;

2e. bloed- of aanverwanten in de tweede graad: twee dagen, of, indien de ambtenaar is belast met de regeling van de lijkbezorging of van de nalatenschap dan wel van beide, ten hoogste vier dagen;.

E

In artikel 62d, eerste, tweede en vierde lid, wordt de zinsnede «vermeerderd met haar vakantie-uitkering» telkens vervangen door: vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

F

Artikel 72a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt na de zinsnede «indien hem geen andere functie zou zijn opgedragen» ingevoegd: , vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

2. Het tweede lid, onder b, komt te luiden: zijn bezoldiging na herplaatsing, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

3. In het derde lid wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

G

In artikel 73, eerste, derde en achtste lid, wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

H

In artikel 80, vierde lid, wordt telkens na «de bezoldiging» ingevoegd: vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

I

Artikel 83a, eerste lid, komt als volgt te luiden:

Het bedrag van de bezoldiging of de laatstgenoten bezoldiging, bedoeld in de artikelen 72, 72a, derde lid, en 73, en het bedrag van de eindejaarsuitkering, bedoeld in de genoemde artikelen, worden in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris respectievelijk de eindejaarsuitkering.

J

Aan artikel 104 wordt een lid toegevoegd, luidende:

4. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties regels stellen omtrent de schadeloosstelling, kostenvergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen aan groepen van ambtenaren.

K

In artikel 125, achtste lid, wordt de zinsnede «, berekend op de voet van het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984» vervangen door: en de eindejaarsuitkering.

L

Artikel 134, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «de vakantie-uitkering» wordt ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

2. De zinsnede «op de voet van het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984,» vervalt.

3. De zinsnede «van eerder vermeld besluit» wordt vervangen door: van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.

ARTIKEL III

Het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 4, eerste lid, wordt de zinsnede «salaris en bezoldiging» vervangen door: salaris, bezoldiging, vakantie-uitkering en eindejaarsuitkering.

B

In artikel 43d, eerste lid, vervalt onderdeel c onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel b door een punt.

C

Artikel 43e, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel e door een punt vervallen de onderdelen a en f.

2. De onderdelen b tot en met e worden geletterd a tot en met d.

3. In onderdeel a wordt de zinsnede «vier dagen» vervangen door: twee dagen.

4. In onderdeel b vervalt de zinsnede «, indien dit huwelijk wordt gesloten in zijn woon- of standplaats en ten hoogste twee dagen indien dit huwelijk wordt gesloten buiten zijn woon- of standplaats».

5. Onderdeel c komt als volgt te luiden:

c. bij overlijden van:

1e. in artikel 45d, tweede lid, genoemde personen: vier dagen;

2e. bloed- of aanverwanten in de tweede graad: twee dagen, of, indien de ambtenaar is belast met de regeling van de lijkbezorging of van de nalatenschap dan wel van beide, ten hoogste vier dagen;.

D

In artikel 45aa, eerste, tweede en vierde lid, wordt na de zinsnede «vermeerderd met de vakantie-uitkering» telkens ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

E

Artikel 54a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid, onder a, wordt na de zinsnede «indien hem geen andere functie zou zijn opgedragen» ingevoegd: , vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

2. Het tweede lid, onder b, komt te luiden: zijn bezoldiging na herplaatsing, vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

3. In het derde lid wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

F

In artikel 54b, eerste, derde en achtste lid, wordt telkens na «de vakantie-uitkering» ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

G

In artikel 54h, vierde lid, wordt telkens na «de bezoldiging» ingevoegd: vermeerderd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering.

H

Artikel 57, eerste lid, komt als volgt te luiden:

Het bedrag van de bezoldiging of de laatstgenoten bezoldiging, bedoeld in de artikelen 54, 54a, derde lid, en 54b, en het bedrag van de eindejaarsuitkering, bedoeld in de genoemde artikelen, worden in voorkomende gevallen gewijzigd overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris respectievelijk de eindejaarsuitkering.

I

Artikel 77 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde en vijfde lid worden vernummerd tot vijfde en zesde lid.

2. Een nieuw vierde lid wordt ingevoegd, luidende:

  • 4. Door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties krachtens artikel 69, vierde lid, van het ARAR gestelde regels omtrent de schadeloosstelling, kostenvergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen aan groepen van ambtenaren zijn van overeenkomstige toepassing. Bij ministeriële regeling kan Onze Minister andere regels stellen in verband met het verrichten van arbeid buiten Nederland.

J

In artikel 98, achtste lid, wordt de zinsnede «, berekend op de voet van het bepaalde in het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984» vervangen door: en de eindejaarsuitkering.

K

Artikel 108, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Na «de vakantie-uitkering» wordt ingevoegd: en de eindejaarsuitkering.

2. De zinsnede «op de voet van het BBRA 1984,» vervalt.

ARTIKEL IV

Het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel j luidende «toeslag: een toeslag als bedoeld in artikel 22a » wordt geletterd onderdeel i.

2. De onderdelen h tot en met j worden geletterd i tot en met k.

3. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

h. arbeidsduurfactor: de breuk, waarvan de teller bestaat uit de voor de ambtenaar vastgestelde arbeidsduur en de noemer bestaat uit het getal 36.

B

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, worden de bedragen «€ 8108,16», «€ 8282,16» en «€ 8457,10» vervangen door respectievelijk: € 8388,00, € 8566,00 en € 8744,96.

C

Artikel 20a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. De ambtenaar heeft recht op een eindejaarsuitkering ter grootte van 2,8 % van het door hem genoten salaris.

2. Het derde lid vervalt.

3. Het vierde tot en met zesde lid worden vernummerd tot derde tot en met vijfde lid.

D

In artikel 20a, eerste lid, wordt «2,8%» vervangen door: 4,0%.

E

In artikel 20a, eerste lid, wordt «4,0%» vervangen door: 5,4%.

F

In artikel 20a, eerste lid, wordt «5,4%» vervangen door: 8,3%.

G

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt het bedrag van «€ 139,96» vervangen door: € 150,65.

2. In het derde lid wordt de zinsnede «op grond van de artikelen 17 tot en met 20d, 37 of 37a van het Algemeen Rijksambtenarenreglement» vervangen door: op grond van de artikelen 17 tot en met 20d of van artikel 37 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement.

H

In de bijlage A wordt het bedrag van «€ 8457,10» telkens vervangen door: € 8744,96.

I

De bijlage B behorende bij Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt vervangen door de bijlage B vastgesteld in de bij dit besluit behorende bijlage I.

ARTIKEL V

Artikel 20 van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk komt te luiden:

Het dagloon wordt steeds aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris, van de vakantie-uitkering en van de eindejaarsuitkering van het burgerlijk rijkspersoneel, met ingang van de dag waarop die wijziging van het salaris, de vakantie-uitkering respectievelijk de eindejaarsuitkering van kracht wordt.

ARTIKEL VI

Artikel 4, zesde lid, van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 komt te luiden:

  • 6. De bezoldiging, omschreven in het eerste tot en met vijfde lid, wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris, van de vakantie-uitkering en van de eindejaarsuitkering van het burgerlijk rijkspersoneel, met ingang van de dag waarop die wijziging van het salaris, de vakantie-uitkering respectievelijk de eindejaarsuitkering van kracht wordt.

ARTIKEL VII

Artikel 4, zesde lid, van de Uitkeringsregeling 1966 komt te luiden:

  • 6. De bezoldiging, omschreven in het eerste tot en met vijfde lid, wordt aangepast overeenkomstig een algemene wijziging van het salaris, van de vakantie-uitkering en van de eindejaarsuitkering van het burgerlijk rijkspersoneel, met ingang van de dag waarop die wijziging van het salaris, de vakantie-uitkering respectievelijk de eindejaarsuitkering van kracht wordt.

ARTIKEL VIII

Het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, worden de bedragen «€ 8388,00», «€ 8566,00» en «€ 8744,96» vervangen door respectievelijk: € 8555,76, € 8737,32 en € 8919,86.

B

In artikel 21, tweede lid, wordt het bedrag van «€ 150,65» vervangen door: € 153,66.

C

In de bijlage A wordt het bedrag van «€ 8744,96» telkens vervangen door: € 8919,86.

D

De bijlage B behorende bij Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt vervangen door de bijlage B vastgesteld in de bij dit besluit behorende bijlage II.

ARTIKEL IX

Het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 8, tweede lid, onderdeel b, worden de bedragen «€ 8555,76», «€ 8737,32» en «€ 8919,86» vervangen door respectievelijk: € 8726,88, € 8912,07 en € 9098,26.

B

In artikel 21, tweede lid, wordt het bedrag van «€ 153,66» vervangen door: € 156,73.

C

In de bijlage A wordt het bedrag van «€ 8919,86» telkens vervangen door: € 9098,26.

D

De bijlage B behorende bij Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 wordt vervangen door de bijlage B vastgesteld in de bij dit besluit behorende bijlage III.

ARTIKEL X

Indien als gevolg van de inwerkingtreding van dit besluit, met uitzondering van de artikelen I, onderdeel I, II, onderdeel J, en III, onderdeel I, wijzigingen optreden in de hoogte van aanspraken van de ambtenaar over de periode van 1 december 2006 tot en met 30 november 2007, leidt de som van die wijzigingen over die periode in geen geval tot een negatieve uitkomst.

ARTIKEL XI

  • 1. Dit besluit, met uitzondering van de artikelen I, onderdelen B en C, II, onderdelen B, C en D, III, onderdelen B en C, IV, onderdelen D, E en F, VIII en IX, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst, met dien verstande dat:

    – de artikelen I, onderdelen A, D, E, F, G, H, J en K, II, onderdelen A, E, F, G, H, I, K en L, III, onderdelen A, D, E, F, G, H, J en K, IV, onderdelen C en G, onder 2, V, VI, VII en X terugwerken tot en met 1 december 2006;

    – de artikelen I, onderdeel I, II, onderdeel J, III, onderdeel I, en IV, onderdelen B, G, onder 1, H en I, terugwerken tot en met 1 januari 2007.

  • 2. Artikel IV, onderdeel D, treedt in werking met ingang van 1 december 2007.

  • 3. De artikelen I, onderdelen B en C, II, onderdelen B, C en D, en III, onderdelen B en C, treden in werking met ingang van 1 januari 2008.

  • 4. Artikel VIII treedt in werking met ingang van 1 april 2008.

  • 5. Artikel IV, onderdeel E, treedt in werking met ingang van 1 december 2008.

  • 6. Artikel IX treedt in werking met ingang van 1 april 2009.

  • 7. Artikel IV, onderdeel F, treedt in werking met ingang van 1 december 2009.

  • 8. Artikel X vervalt met ingang van 1 december 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

's-Gravenhage, 11 september 2007

Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst

De Minister van Buitenlandse Zaken,

M. J. M. Verhagen

Uitgegeven de negende oktober 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

BIJLAGE I

Deze bijlage behoort bij het besluit van 11 september 2007, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere rechtspositionele besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010.

Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

Hoofdgroep I

Niveaugroep Ia

Niveaugroep Ib

Niveaugroep Ic

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

(maandbedragen in euro)

      
    

 0

1501,63

  

 0

1439,53

 1

1536,36

  

 1

1468,85

 2

1570,08

 0

1410,19

 2

1501,63

 3

1604,79

 1

1439,53

 3

1536,36

 4

1640,02

 2

1468,85

 4

1570,08

 5

1675,69

 3

1501,63

 5

1604,79

 6

1711,41

 4

1536,36

 6

1640,02

 7

1748,07

 5

1570,08

 7

1675,69

 8

1803,33

 6

1604,79

 8

1711,41

 9

1859,07

 7

1640,02

 9

1748,07

10

1914,81

 8

1675,69

10

1803,33

11

1967,63

 9

1711,41

11

1859,07

12

2024,34

10

1748,07

12

1914,81

13

2080,10

Hoofdgroep II

Niveaugroep IIa

Niveaugroep IIb

Niveaugroep IIc

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

(maandbedragen in euro)

      

 0

1501,63

    

 1

1536,36

 0

1604,79

 0

1675,69

 2

1570,08

 1

1640,02

 1

1711,41

 3

1604,79

 2

1675,69

 2

1748,07

 4

1640,02

 3

1711,41

 3

1803,33

 5

1675,69

 4

1748,07

 4

1859,07

 6

1711,41

 5

1803,33

 5

1914,81

 7

1748,07

 6

1859,07

 6

1967,63

 8

1803,33

 7

1914,81

 7

2024,34

 9

1859,07

 8

1967,63

 8

2080,10

10

1914,81

 9

2024,34

 9

2135,84

11

1967,63

10

2080,10

10

2192,07

12

2024,34

11

2135,84

11

2247,82

13

2080,10

12

2192,07

12

2303,56

Hoofdgroep II

Niveaugroep IId

Schaal 6

(maandbedragen in euro)

      

 0

1803,33

    

 1

1859,07

    

 2

1914,81

    

 3

1967,63

    

 4

2024,34

    

 5

2080,10

    

 6

2135,84

    

 7

2192,07

    

 8

2247,82

    

 9

2303,56

    

10

2360,30

    

11

2416,04

    
Hoofdgroep III

Niveaugroep IIIa

Niveaugroep IIIb

Niveaugroep IIIc

Schaal 5

Schaal 6

Schaal 7

(maandbedragen in euro)

      

 0

1675,69

    

 1

1711,41

 0

1803,33

  

 2

1748,07

 1

1859,07

 0

2024,34

 3

1803,33

 2

1914,81

 1

2080,10

 4

1859,07

 3

1967,63

 2

2135,84

 5

1914,81

 4

2024,34

 3

2192,07

 6

1967,63

 5

2080,10

 4

2247,82

 7

2024,34

 6

2135,84

 5

2303,56

 8

2080,10

 7

2192,07

 6

2360,30

 9

2135,84

 8

2247,82

 7

2416,04

10

2192,07

 9

2303,56

 8

2471,78

11

2247,82

10

2360,30

 9

2549,53

12

2303,56

11

2416,04

10

2638,51

Hoofdgroep III

Niveaugroep IIId

Niveaugroep IIIe

 

Schaal 8

Schaal 9

 

(maandbedragen in euro)

 
      

 0

2192,07

 0

2360,30

  

 1

2247,82

 1

2416,04

  

 2

2303,56

 2

2471,78

  

 3

2360,30

 3

2549,53

  

 4

2416,04

 4

2638,51

  

 5

2471,78

 5

2740,22

  

 6

2549,53

 6

2850,73

  

 7

2638,51

 7

2963,21

  

 8

2740,22

 8

3085,94

  

 9

2850,73

 9

3210,62

  

10

2963,21

10

3334,84

  
Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVa

Niveaugroep IVb

Niveaugroep IVc

Schaal 8

Schaal 9

Schaal 10

(maandbedragen in euro)

      

 0

2192,07

 0

2360,30

 0

2303,56

 1

2247,82

 1

2416,04

 1

2416,04

 2

2303,56

 2

2471,78

 2

2549,53

 3

2360,30

 3

2549,53

 3

2740,22

 4

2416,04

 4

2638,51

 4

2963,21

 5

2471,78

 5

2740,22

 5

3085,94

 6

2549,53

 6

2850,73

 6

3210,62

 7

2638,51

 7

2963,21

 7

3334,84

 8

2740,22

 8

3085,94

 8

3453,17

 9

2850,73

 9

3210,62

 9

3577,87

10

2963,21

10

3334,84

10

3702,55

Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVd

Niveaugroep IVe

 

Schaal 11

Schaal 12

 

(maandbedragen in euro)

 
      

 0

2740,22

 0

3210,62

  

 1

2963,21

 1

3334,84

  

 2

3085,94

 2

3453,17

  

 3

3210,62

 3

3577,87

  

 4

3334,84

 4

3702,55

  

 5

3453,17

 5

3862,93

  

 6

3577,87

 6

4037,01

  

 7

3702,55

 7

4210,61

  

 8

3862,93

 8

4395,44

  

 9

4037,01

 9

4583,70

  

10

4210,61

10

4771,97

  
Hoofdgroep V

Niveaugroep Va

Niveaugroep Vb

Niveaugroep Vc

Schaal 10

Schaal 11

Schaal 12

(maandbedragen in euro)

      

 0

2303,56

 0

2740,22

 0

3210,62

 1

2416,04

 1

2963,21

 1

3334,84

 2

2549,53

 2

3085,94

 2

3453,17

 3

2740,22

 3

3210,62

 3

3577,87

 4

2963,21

 4

3334,84

 4

3702,55

 5

3085,94

 5

3453,17

 5

3862,93

 6

3210,62

 6

3577,87

 6

4037,01

 7

3334,84

 7

3702,55

 7

4210,61

 8

3453,17

 8

3862,93

 8

4395,44

 9

3577,87

 9

4037,01

 9

4583,70

10

3702,55

10

4210,61

10

4771,97

Hoofdgroep V

Niveaugroep Vd

Niveaugroep Ve

Niveaugroep Vf

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3577,87

 0

4037,01

 0

4583,70

 1

3702,55

 1

4210,61

 1

4771,97

 2

3862,93

 2

4395,44

 2

4960,70

 3

4037,01

 3

4583,70

 3

5149,45

 4

4210,61

 4

4771,97

 4

5337,71

 5

4395,44

 5

4960,70

 5

5523,54

 6

4583,70

 6

5149,45

 6

5712,28

 7

4771,97

 7

5337,71

 7

5900,54

 8

4960,70

 8

5523,54

 8

6086,83

 9

5149,45

 9

5712,28

 9

6276,08

10

5337,71

10

5900,54

10

6464,83

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VIa

Niveaugroep VIb

Niveaugroep VIc

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3577,87

 0

4037,01

 0

4583,70

 1

3702,55

 1

4210,61

 1

4771,97

 2

3862,93

 2

4395,44

 2

4960,70

 3

4037,01

 3

4583,70

 3

5149,45

 4

4210,61

 4

4771,97

 4

5337,71

 5

4395,44

 5

4960,70

 5

5523,54

 6

4583,70

 6

5149,45

 6

5712,28

 7

4771,97

 7

5337,71

 7

5900,54

 8

4960,70

 8

5523,54

 8

6086,83

 9

5149,45

 9

5712,28

 9

6276,08

10

5337,71

10

5900,54

10

6464,83

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VId

Niveaugroep VIe

Niveaugroep VIf

Schaal 16

Schaal 17

Schaal 18

(maandbedragen in euro)

      

 0

5149,45

 0

5712,28

 0

6276,08

 1

5337,71

 1

5900,54

 1

6464,83

 2

5523,54

 2

6086,83

 2

6650,14

 3

5712,28

 3

6276,08

 3

6838,90

 4

5900,54

 4

6464,83

 4

7027,65

 5

6086,83

 5

6650,14

 5

7215,90

 6

6276,08

 6

6838,90

 6

7404,65

 7

6464,83

 7

7027,65

 7

7592,91

 8

6650,14

 8

7215,90

 8

7798,28

 9

6838,90

 9

7404,65

 9

8003,66

10

7027,65

10

7592,91

10

8209,52

BIJLAGE II

Deze bijlage behoort bij het besluit van 11 september 2007, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere rechtspositionele besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010.

Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

Hoofdgroep I

Niveaugroep Ia

Niveaugroep Ib

Niveaugroep Ic

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

(maandbedragen in euro)

      
    

 0

1531,66

  

 0

1468,32

 1

1567,09

  

 1

1498,23

 2

1601,48

 0

1438,39

 2

1531,66

 3

1636,89

 1

1468,32

 3

1567,09

 4

1672,82

 2

1498,23

 4

1601,48

 5

1709,20

 3

1531,66

 5

1636,89

 6

1745,64

 4

1567,09

 6

1672,82

 7

1783,03

 5

1601,48

 7

1709,20

 8

1839,40

 6

1636,89

 8

1745,64

 9

1896,25

 7

1672,82

 9

1783,03

10

1953,11

 8

1709,20

10

1839,40

11

2006,98

 9

1745,64

11

1896,25

12

2064,83

10

1783,03

12

1953,11

13

2121,70

Hoofdgroep II

Niveaugroep IIa

Niveaugroep IIb

Niveaugroep IIc

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

(maandbedragen in euro)

      

 0

1531,66

    

 1

1567,09

 0

1636,89

 0

1709,20

 2

1601,48

 1

1672,82

 1

1745,64

 3

1636,89

 2

1709,20

 2

1783,03

 4

1672,82

 3

1745,64

 3

1839,40

 5

1709,20

 4

1783,03

 4

1896,25

 6

1745,64

 5

1839,40

 5

1953,11

 7

1783,03

 6

1896,25

 6

2006,98

 8

1839,40

 7

1953,11

 7

2064,83

 9

1896,25

 8

2006,98

 8

2121,70

10

1953,11

 9

2064,83

 9

2178,56

11

2006,98

10

2121,70

10

2235,91

12

2064,83

11

2178,56

11

2292,78

13

2121,70

12

2235,91

12

2349,63

Hoofdgroep II

Niveaugroep IId

Schaal 6

(maandbedragen in euro)

      

 0

1839,40

    

 1

1896,25

    

 2

1953,11

    

 3

2006,98

    

 4

2064,83

    

 5

2121,70

    

 6

2178,56

    

 7

2235,91

    

 8

2292,78

    

 9

2349,63

    

10

2407,51

    

11

2464,36

    
Hoofdgroep III

Niveaugroep IIIa

Niveaugroep IIIb

Niveaugroep IIIc

Schaal 5

Schaal 6

Schaal 7

(maandbedragen in euro)

      

 0

1709,20

    

 1

1745,64

 0

1839,40

  

 2

1783,03

 1

1896,25

 0

2064,83

 3

1839,40

 2

1953,11

 1

2121,70

 4

1896,25

 3

2006,98

 2

2178,56

 5

1953,11

 4

2064,83

 3

2235,91

 6

2006,98

 5

2121,70

 4

2292,78

 7

2064,83

 6

2178,56

 5

2349,63

 8

2121,70

 7

2235,91

 6

2407,51

 9

2178,56

 8

2292,78

 7

2464,36

10

2235,91

 9

2349,63

 8

2521,22

11

2292,78

10

2407,51

 9

2600,52

12

2349,63

11

2464,36

10

2691,28

Hoofdgroep III

Niveaugroep IIId

Niveaugroep IIIe

 

Schaal 8

Schaal 9

 

(maandbedragen in euro)

 
      

 0

2235,91

 0

2407,51

  

 1

2292,78

 1

2464,36

  

 2

2349,63

 2

2521,22

  

 3

2407,51

 3

2600,52

  

 4

2464,36

 4

2691,28

  

 5

2521,22

 5

2795,02

  

 6

2600,52

 6

2907,74

  

 7

2691,28

 7

3022,47

  

 8

2795,02

 8

3147,66

  

 9

2907,74

 9

3274,83

  

10

3022,47

10

3401,54

  
Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVa

Niveaugroep IVb

Niveaugroep IVc

Schaal 8

Schaal 9

Schaal 10

(maandbedragen in euro)

      

 0

2235,91

 0

2407,51

 0

2349,63

 1

2292,78

 1

2464,36

 1

2464,36

 2

2349,63

 2

2521,22

 2

2600,52

 3

2407,51

 3

2600,52

 3

2795,02

 4

2464,36

 4

2691,28

 4

3022,47

 5

2521,22

 5

2795,02

 5

3147,66

 6

2600,52

 6

2907,74

 6

3274,83

 7

2691,28

 7

3022,47

 7

3401,54

 8

2795,02

 8

3147,66

 8

3522,23

 9

2907,74

 9

3274,83

 9

3649,43

10

3022,47

10

3401,54

10

3776,60

Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVd

Niveaugroep IVe

 

Schaal 11

Schaal 12

 

(maandbedragen in euro)

 
      

 0

2795,02

 0

3274,83

  

 1

3022,47

 1

3401,54

  

 2

3147,66

 2

3522,23

  

 3

3274,83

 3

3649,43

  

 4

3401,54

 4

3776,60

  

 5

3522,23

 5

3940,19

  

 6

3649,43

 6

4117,75

  

 7

3776,60

 7

4294,82

  

 8

3940,19

 8

4483,35

  

 9

4117,75

 9

4675,37

  

10

4294,82

10

4867,41

  
Hoofdgroep V

Niveaugroep Va

Niveaugroep Vb

Niveaugroep Vc

Schaal 10

Schaal 11

Schaal 12

(maandbedragen in euro)

      

 0

2349,63

 0

2795,02

 0

3274,83

 1

2464,36

 1

3022,47

 1

3401,54

 2

2600,52

 2

3147,66

 2

3522,23

 3

2795,02

 3

3274,83

 3

3649,43

 4

3022,47

 4

3401,54

 4

3776,60

 5

3147,66

 5

3522,23

 5

3940,19

 6

3274,83

 6

3649,43

 6

4117,75

 7

3401,54

 7

3776,60

 7

4294,82

 8

3522,23

 8

3940,19

 8

4483,35

 9

3649,43

 9

4117,75

 9

4675,37

10

3776,60

10

4294,82

10

4867,41

Hoofdgroep V

Niveaugroep Vd

Niveaugroep Ve

Niveaugroep Vf

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3649,43

 0

4117,75

 0

4675,37

 1

3776,60

 1

4294,82

 1

4867,41

 2

3940,19

 2

4483,35

 2

5059,91

 3

4117,75

 3

4675,37

 3

5252,44

 4

4294,82

 4

4867,41

 4

5444,46

 5

4483,35

 5

5059,91

 5

5634,01

 6

4675,37

 6

5252,44

 6

5826,53

 7

4867,41

 7

5444,46

 7

6018,55

 8

5059,91

 8

5634,01

 8

6208,57

 9

5252,44

 9

5826,53

 9

6401,60

10

5444,46

10

6018,55

10

6594,13

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VIa

Niveaugroep VIb

Niveaugroep VIc

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3649,43

 0

4117,75

 0

4675,37

 1

3776,60

 1

4294,82

 1

4867,41

 2

3940,19

 2

4483,35

 2

5059,91

 3

4117,75

 3

4675,37

 3

5252,44

 4

4294,82

 4

4867,41

 4

5444,46

 5

4483,35

 5

5059,91

 5

5634,01

 6

4675,37

 6

5252,44

 6

5826,53

 7

4867,41

 7

5444,46

 7

6018,55

 8

5059,91

 8

5634,01

 8

6208,57

 9

5252,44

 9

5826,53

 9

6401,60

10

5444,46

10

6018,55

10

6594,13

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VId

Niveaugroep VIe

Niveaugroep VIf

Schaal 16

Schaal 17

Schaal 18

(maandbedragen in euro)

      

 0

5252,44

 0

5826,53

 0

6401,60

 1

5444,46

 1

6018,55

 1

6594,13

 2

5634,01

 2

6208,57

 2

6783,14

 3

5826,53

 3

6401,60

 3

6975,68

 4

6018,55

 4

6594,13

 4

7168,20

 5

6208,57

 5

6783,14

 5

7360,22

 6

6401,60

 6

6975,68

 6

7552,74

 7

6594,13

 7

7168,20

 7

7744,77

 8

6783,14

 8

7360,22

 8

7954,25

 9

6975,68

 9

7552,74

 9

8163,73

10

7168,20

10

7744,77

10

8373,71

BIJLAGE III

Deze bijlage behoort bij het besluit van 11 september 2007, houdende wijziging van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en enkele andere rechtspositionele besluiten in verband met de formalisering van de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010.

Bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984

bevattende de indelingsstructuur (hoofd- en niveaugroepen) waarbinnen de zwaarte van de functies wordt bepaald, alsmede de daarbij behorende salarisschalen voor de ambtenaren

Hoofdgroep I

Niveaugroep Ia

Niveaugroep Ib

Niveaugroep Ic

Schaal 1

Schaal 2

Schaal 3

(maandbedragen in euro)

      
    

 0

1562,29

  

 0

1497,69

 1

1598,43

  

 1

1528,19

 2

1633,51

 0

1467,16

 2

1562,29

 3

1669,63

 1

1497,69

 3

1598,43

 4

1706,28

 2

1528,19

 4

1633,51

 5

1743,38

 3

1562,29

 5

1669,63

 6

1780,55

 4

1598,43

 6

1706,28

 7

1818,69

 5

1633,51

 7

1743,38

 8

1876,19

 6

1669,63

 8

1780,55

 9

1934,18

 7

1706,28

 9

1818,69

10

1992,17

 8

1743,38

10

1876,19

11

2047,12

 9

1780,55

11

1934,18

12

2106,13

10

1818,69

12

1992,17

13

2164,13

Hoofdgroep II

Niveaugroep IIa

Niveaugroep IIb

Niveaugroep IIc

Schaal 3

Schaal 4

Schaal 5

(maandbedragen in euro)

      

 0

1562,29

    

 1

1598,43

 0

1669,63

 0

1743,38

 2

1633,51

 1

1706,28

 1

1780,55

 3

1669,63

 2

1743,38

 2

1818,69

 4

1706,28

 3

1780,55

 3

1876,19

 5

1743,38

 4

1818,69

 4

1934,18

 6

1780,55

 5

1876,19

 5

1992,17

 7

1818,69

 6

1934,18

 6

2047,12

 8

1876,19

 7

1992,17

 7

2106,13

 9

1934,18

 8

2047,12

 8

2164,13

10

1992,17

 9

2106,13

 9

2222,13

11

2047,12

10

2164,13

10

2280,63

12

2106,13

11

2222,13

11

2338,64

13

2164,13

12

2280,63

12

2396,62

Hoofdgroep II

Niveaugroep IId

Schaal 6

(maandbedragen in euro)

      

 0

1876,19

    

 1

1934,18

    

 2

1992,17

    

 3

2047,12

    

 4

2106,13

    

 5

2164,13

    

 6

2222,13

    

 7

2280,63

    

 8

2338,64

    

 9

2396,62

    

10

2455,66

    

11

2513,65

    
Hoofdgroep III

Niveaugroep IIIa

Niveaugroep IIIb

Niveaugroep IIIc

Schaal 5

Schaal 6

Schaal 7

(maandbedragen in euro)

      

 0

1743,38

    

 1

1780,55

 0

1876,19

  

 2

1818,69

 1

1934,18

 0

2106,13

 3

1876,19

 2

1992,17

 1

2164,13

 4

1934,18

 3

2047,12

 2

2222,13

 5

1992,17

 4

2106,13

 3

2280,63

 6

2047,12

 5

2164,13

 4

2338,64

 7

2106,13

 6

2222,13

 5

2396,62

 8

2164,13

 7

2280,63

 6

2455,66

 9

2222,13

 8

2338,64

 7

2513,65

10

2280,63

 9

2396,62

 8

2571,64

11

2338,64

10

2455,66

 9

2652,53

12

2396,62

11

2513,65

10

2745,11

Hoofdgroep III

Niveaugroep IIId

Niveaugroep IIIe

 

Schaal 8

Schaal 9

 

(maandbedragen in euro)

 
      
 

 0

2280,63

 0

2455,66

  

 1

2338,64

 1

2513,65

  

 2

2396,62

 2

2571,64

  

 3

2455,66

 3

2652,53

  

 4

2513,65

 4

2745,11

  

 5

2571,64

 5

2850,92

  

 6

2652,53

 6

2965,89

  

 7

2745,11

 7

3082,92

  

 8

2850,92

 8

3210,61

  

 9

2965,89

 9

3340,33

  

10

3082,92

10

3469,57

  
Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVa

Niveaugroep IVb

Niveaugroep IVc

Schaal 8

Schaal 9

Schaal 10

(maandbedragen in euro)

      

 0

2280,63

 0

2455,66

 0

2396,62

 1

2338,64

 1

2513,65

 1

2513,65

 2

2396,62

 2

2571,64

 2

2652,53

 3

2455,66

 3

2652,53

 3

2850,92

 4

2513,65

 4

2745,11

 4

3082,92

 5

2571,64

 5

2850,92

 5

3210,61

 6

2652,53

 6

2965,89

 6

3340,33

 7

2745,11

 7

3082,92

 7

3469,57

 8

2850,92

 8

3210,61

 8

3592,67

 9

2965,89

 9

3340,33

 9

3722,42

10

3082,92

10

3469,57

10

3852,13

Hoofdgroep IV

Niveaugroep IVd

Niveaugroep IVe

 

Schaal 11

Schaal 12

 

(maandbedragen in euro)

 
      

 0

2850,92

 0

3340,33

  

 1

3082,92

 1

3469,57

  

 2

3210,61

 2

3592,67

  

 3

3340,33

 3

3722,42

  

 4

3469,57

 4

3852,13

  

 5

3592,67

 5

4018,99

  

 6

3722,42

 6

4200,11

  

 7

3852,13

 7

4380,72

  

 8

4018,99

 8

4573,02

  

 9

4200,11

 9

4768,88

  

10

4380,72

10

4964,76

  
Hoofdgroep V

Niveaugroep Va

Niveaugroep Vb

Niveaugroep Vc

Schaal 10

Schaal 11

Schaal 12

(maandbedragen in euro)

      

 0

2396,62

 0

2850,92

 0

3340,33

 1

2513,65

 1

3082,92

 1

3469,57

 2

2652,53

 2

3210,61

 2

3592,67

 3

2850,92

 3

3340,33

 3

3722,42

 4

3082,92

 4

3469,57

 4

3852,13

 5

3210,61

 5

3592,67

 5

4018,99

 6

3340,33

 6

3722,42

 6

4200,11

 7

3469,57

 7

3852,13

 7

4380,72

 8

3592,67

 8

4018,99

 8

4573,02

 9

3722,42

 9

4200,11

 9

4768,88

10

3852,13

10

4380,72

10

4964,76

Hoofdgroep V

Niveaugroep Vd

Niveaugroep Ve

Niveaugroep Vf

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3722,42

 0

4200,11

 0

4768,88

 1

3852,13

 1

4380,72

 1

4964,76

 2

4018,99

 2

4573,02

 2

5161,11

 3

4200,11

 3

4768,88

 3

5357,49

 4

4380,72

 4

4964,76

 4

5553,35

 5

4573,02

 5

5161,11

 5

5746,69

 6

4768,88

 6

5357,49

 6

5943,06

 7

4964,76

 7

5553,35

 7

6138,92

 8

5161,11

 8

5746,69

 8

6332,74

 9

5357,49

 9

5943,06

 9

6529,63

10

5553,35

10

6138,92

10

6726,01

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VIa

Niveaugroep VIb

Niveaugroep VIc

Schaal 13

Schaal 14

Schaal 15

(maandbedragen in euro)

      

 0

3722,42

 0

4200,11

 0

4768,88

 1

3852,13

 1

4380,72

 1

4964,76

 2

4018,99

 2

4573,02

 2

5161,11

 3

4200,11

 3

4768,88

 3

5357,49

 4

4380,72

 4

4964,76

 4

5553,35

 5

4573,02

 5

5161,11

 5

5746,69

 6

4768,88

 6

5357,49

 6

5943,06

 7

4964,76

 7

5553,35

 7

6138,92

 8

5161,11

 8

5746,69

 8

6332,74

 9

5357,49

 9

5943,06

 9

6529,63

10

5553,35

10

6138,92

10

6726,01

Hoofdgroep VI

Niveaugroep VId

Niveaugroep VIe

Niveaugroep VIf

Schaal 16

Schaal 17

Schaal 18

(maandbedragen in euro)

      

 0

5357,49

 0

5943,06

 0

6529,63

 1

5553,35

 1

6138,92

 1

6726,01

 2

5746,69

 2

6332,74

 2

6918,80

 3

5943,06

 3

6529,63

 3

7115,19

 4

6138,92

 4

6726,01

 4

7311,56

 5

6332,74

 5

6918,80

 5

7507,42

 6

6529,63

 6

7115,19

 6

7703,79

 7

6726,01

 7

7311,56

 7

7899,67

 8

6918,80

 8

7507,42

 8

8113,34

 9

7115,19

 9

7703,79

 9

8327,00

10

7311,56

10

7899,67

10

8541,18

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Op 25 mei 2007 is de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010 (hierna: de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst) gesloten. De in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst neergelegde afspraken zijn bekend gemaakt bij circulaire van 7 juni 2007, kenmerk 2007-0000159013 (Stcrt. 114, blz. 11). Met het voorliggende besluit worden in het bijzonder de overeengekomen inkomensmaatregelen geformaliseerd en de afspraken die zijn gemaakt over de versobering van het buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging. Bij die inkomensmaatregelen gaat het om het omzetten van de nominale eindejaarsuitkering in een salarisverhoging, de procentuele salarisverhogingen per januari 2007, april 2008 en april 2009 en om de opbouw van een zogenoemde 13e maand door de verhoging van de procentuele eindejaarsuitkering. Verder wordt de afspraak over de doorwerking van de verhoging van de eindejaarsuitkering naar de ontslaggebonden uitkeringen juridisch vormgegeven. In lijn met die afspraak worden ook enkele wijzigingen doorgevoerd in het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR), het Ambtenarenreglement Staten-Generaal (ARSG) en het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (RDBZ) (vgl. de artikelen I en III, onderdelen D, E, F, G, H, J en K en artikel II, onderdelen E, F, G, H, I, K en L).

Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om buiten de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst om nog een viertal wijzigingen door te voeren. Deze wijzigingen zijn opgenomen in de artikelen I en III, onderdelen A en I, en de artikelen II, onderdelen A en J, en IV, onderdelen A en G.

Over alle wijzigingen is overeenstemming bereikt in het Sectoroverleg Rijkspersoneel.

Artikelsgewijs

Artikelen I, II en III, onderdeel A

Daar waar in het ARAR, het ARSG en het RDBZ wordt gesproken over vakantie-uitkering dan wel eindejaarsuitkering, wordt steeds gedoeld op wat onder die begrippen wordt verstaan in – respectievelijk de artikelen 21 en 20a van – het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA 1984). Dat is in die besluiten nu ook uitdrukkelijk vastgelegd. Als gevolg van deze wijziging hoeft daar waar in de artikelen 95, achtste lid, en 102, tweede lid, van het ARAR en de overeenkomstige artikelonderdelen van het ARSG en het RDBZ wordt gesproken over de vakantie-uitkering (en de eindejaarsuitkering) niet meer verwezen te worden naar het BBRA 1984. Die verwijzing komt dan ook te vervallen (vgl. de artikelen I en III, onderdelen J en K, en artikel II, onderdelen K en L).

Artikelen I en III, onderdelen B en C, en artikel II, onderdelen B, C en D

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst is besloten dat ten gunste van de primaire arbeidsvoorwaarden een versobering wordt aangebracht in vormen van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging. In een aantal gevallen zal het ARAR, het ARSG en het RDBZ met ingang van 1 januari 2008 dan ook geen – eventueel op de Wet arbeid en zorg aanvullend – recht meer bieden op betaald verlof met behoud van bezoldiging. Het betreft hier de situaties van verhuizing anders dan in geval van een overplaatsing (vgl. de artikelen I en III, onderdeel B, en artikel II, onderdeel C) en de situaties van betaald buitengewoon verlof bij ondertrouw, het overlijden van verwanten in de derde of vierde graad en ambts- en huwelijksjubilea (vgl. de artikelen I en III, onderdeel C, en artikel II, onderdeel D). Indien de ambtenaar in deze gevallen vrij van dienstverrichting wil zijn, zal hij daartoe – onbezoldigd – met toepassing van artikel 33e, eerste lid, van het ARAR of de overeenkomstige bepalingen in het ARSG en RDBZ in de gelegenheid worden gesteld.

Met ingang van 1 januari 2008 wordt ook het verlof met behoud van bezoldiging bij huwelijk van de ambtenaar zelf beperkt tot twee dagen en bij huwelijk van verwanten in de eerste en tweede graad tot één dag (vgl. de artikelen I en III,onderdeel C, onder 3 en 4, en artikel II, onderdeel D, onder 3 en 4).

Artikelen I en III, onderdelen D, E, F, G, H, J en K, en de artikelen II, onderdelen E, F, G, H, I, K en L, V, VI en VII

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst is opgenomen dat de algemene verhogingen van niet alleen het salaris maar ook de eindejaarsuitkering doorwerken naar de ontslaggebonden uitkeringen, zoals de wachtgelden op basis van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de uitkeringen op basis de Uitkeringsregeling 1966 en het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk. Dat is ook in de desbetreffende besluiten zichtbaar gemaakt (vgl. de artikelen V, VI en VII). In lijn met deze afspraak over de ontslaggebonden uitkeringen worden ook in het ARAR, het ARSG en het RDBZ enkele aanpassingen doorgevoerd. Het gaat dan om die gevallen waarin het redelijk is dat de aanzienlijke verhoging van de eindejaarsuitkering ook (gunstig) doorwerkt in de aanspraken van de ambtenaar, de gewezen ambtenaar of nabestaanden van de overleden ambtenaar.

Artikelen I en III, onderdeel I, en artikel II, onderdeel J

Naast de mogelijkheid die artikel 69, derde lid, biedt dat afzonderlijke ministers regels stellen omtrent schadeloosstelling, kostenvergoedingen en overige geldelijke tegemoetkomingen aan groepen van ambtenaren van hun ministerie, is er behoefte aan een juridische grondslag voor de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als sectorwerkgever om over diezelfde onderwerpen regels te stellen voor groepen ambtenaren werkzaam binnen de sector Rijk. Het aan de artikelen 69 van het ARAR en 104 van het ARSG toegevoegde vierde lid geeft aan die behoefte invulling. De regels die de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op grond van dit nieuwe vierde lid stelt, zijn van overeenkomstige toepassing op RDBZ-ambtenaren, met dien verstande dat de Minister van Buitenlandse Zaken voor RDBZ-ambtenaren zo nodig andere regels kan stellen in verband met het verrichten van arbeid buiten Nederland (vgl. artikel III, onderdeel I).

Van deze nieuwe mogelijkheid zal de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties gebruik maken bij de regeling van de vergoeding van kinderopvang voor kinderen van in het buitenland verblijvende ambtenaren die zal terugwerken tot en met 1 januari 2007.

Artikel IV, onderdeel A

In artikel 2 van het BBRA 1984 is de definitie van het begrip arbeidsduurfactor ingevoegd. Deze definitie komt overeen met de definitie van dat begrip in het ARAR, het ARSG en het RDBZ.

Artikel IV, onderdelen B, H en I, en de artikelen VIII en IX, onderdelen A, C en D

Per 1 januari 2007 worden de salarisbedragen eerst verhoogd met € 91,25 ter vervanging van de nominale eindejaarsuitkering, waarna ze worden verhoogd met 2,3%. De procentuele verhoging per 1 januari 2007 heeft dus ook betrekking op het bedrag van € 91,25. Per 1 april 2008 worden de salarisbedragen structureel verhoogd met 2% (vgl. artikel VIII) en per 1 april 2009 opnieuw met 2% (vgl. artikel IX).

Artikel IV, onderdeel G, en de artikelen VIII en IX, onderdeel B

In verband met de algemene salarisverhogingen op 1 januari 2007, 1 april 2008 en 1 april 2009 wordt het minimumbedrag van de vakantie-uitkering, vermeld in artikel 21, tweede lid, van het BBRA 1984, steeds dienovereenkomstig aangepast (vgl. artikel IV, onderdeel G, onder 1, en onderdeel B van de artikelen VIII en IX). Voorafgaand aan de verhoging met 2,3% per 1 januari 2007 is het minimumbedrag eerst verhoogd met € 7,30 (8% van € 91,25) vanwege het feit dat de nominale eindejaarsuitkering is omgezet in een nominale salarisverhoging.

In artikel 21, derde lid, van het BBRA 1984 wordt de verwijzing naar artikel 37a van het ARAR geschrapt. Na de wijziging bij dit besluit van artikel 37a van het ARAR en de overeenkomstige artikelen in het ARSG en het RDBZ dient deze verwijzing geen doel meer en kan derhalve met terugwerkende kracht tot en met 1 december 2006 vervallen (vgl. artikel IV, onderdeel G, onder 2).

Artikel IV, onderdelen C, D, E en F, en artikel X

In de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst ligt besloten dat gefaseerd een 13e maand wordt ingevoerd, vormgegeven als een structurele eindejaarsuitkering van 8,3% van het genoten salaris. In vier jaar tijd wordt de procentuele eindejaarsuitkering jaarlijks zodanig verhoogd dat in 2010 sprake is van een volledige 13e maand. Aangezien de eindejaarsuitkering jaarlijks wordt uitbetaald in de maand november en wordt berekend over een periode van twaalf maanden die aanvangt met de maand december van het voorafgaande kalenderjaar, wordt het percentage in die vier jaar jaarlijks met ingang van 1 december verhoogd. Per 1 december 2009 wordt de gefaseerde invoering afgerond met een stijging van het percentage van de eindejaarsuitkering van 5,4% naar 8,3%.

Met ingang van 1 december 2006 vervalt de nominale eindejaarsuitkering (vgl. artikel IV, onderdeel C). Daarvoor in de plaats worden de bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 met ingang van 1 januari 2007 met € 91,25 verhoogd. Het bedrag van € 91,25 is vastgesteld door het jaarbedrag van de nominale eindejaarsuitkering van € 1100 te verhogen met de in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst afgesproken € 100 en die € 1200 vervolgens terug te rekenen tot een maandelijks salarisbedrag exclusief de vakantie-uitkering van 8% en een procentuele eindejaarsuitkering van 1,6%.

Omdat de nominale eindejaarsuitkering met terugwerkende kracht per 1 december 2006 vervalt en het salaris pas een maand na dat vervallen wordt verhoogd, zou in een enkel geval het vervallen van de nominale eindejaarsuitkering met terugwerkende kracht negatieve financiële gevolgen kunnen hebben ondanks dat de procentuele eindejaarsuitkering per 1 december 2006 is verhoogd. Zo zou bij degene van wie het dienstverband kort na 1 december 2006 is geëindigd en de nominale eindejaarsuitkering op basis van het toen geldende recht tot uitbetaling is gekomen, een herrekening van het totaal van de aanspraken een negatieve uitkomst kunnen hebben. Om dergelijke ongewenste, met het rechtszekerheidsbeginsel strijdige gevolgen te voorkomen, biedt artikel X de garantie dat de betrokkene er ondanks een herrekening over het geheel genomen financieel niet op achteruit zal gaan. Het volgende voorbeeld ter verduidelijking.

Een ambtenaar met een salaris van € 4000 wordt met ingang van 1 januari 2007 ontslagen. Als gevolg van de inwerkingtreding van dit besluit treden er in de periode van 1 december 2006 tot de ontslagdatum van 1 januari 2007 wijzigingen op in de hoogte van twee van zijn aanspraken: zijn nominale eindejaarsuitkering over december 2006 van € 91,67 vervalt en zijn procentuele eindejaarsuitkering over die maand stijgt van 1,6% naar 2,8% van zijn salaris, wat neerkomt op een stijging van € 64 naar € 112. Na de inwerkingtreding van dit besluit is zijn procentuele eindejaarsuitkering dus gestegen met € 48 en zijn nominale eindejaarsuitkering gedaald met € 91,67. De som van beide wijzigingen zou dan negatief zijn, de betrokkene zou € 43,67 teveel hebben ontvangen. Artikel X biedt echter de juridische grondslag voor dit al aan de ambtenaar uitbetaalde bedrag. Van terugvordering kan en zal in een dergelijk geval dus geen sprake zijn.

In artikel X is voor alle duidelijkheid nog expliciet vastgelegd dat aanspraken die voortvloeien uit een op basis van het nieuwe artikel 69, vierde lid, van het ARAR tot stand te brengen regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties buiten beschouwing blijven bij de in dat artikel bedoelde vergelijking van de hoogte van aanspraken voor en na de inwerkingtreding van dit besluit. Die uit een ministeriële regeling voortvloeiende aanspraken blijven buiten beschouwing omdat het nieuwe artikel 69, vierde lid, van het ARAR en de overeenkomstige bepalingen in het ARSG en het RDBZ geen onderdeel uitmaken van de in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst neergelegde afspraken.

Artikel XI

Uit dit artikel blijkt wanneer de diverse wijzigingen hun werking verkrijgen. De diverse data vloeien logisch voort uit de in de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst neergelegde afspraken of zijn verklaard in de toelichting bij de desbetreffende artikelen of onderdelen van artikelen.

Deze nota van toelichting wordt ondertekend door de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, drs. M. J. M. Verhagen.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

G. ter Horst


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid onder b, van de Wet op de Raad van State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard bevat.

Naar boven