Besluit van 15 januari 2007, houdende wijziging van het Voertuigreglement in
verband met de implementatie van richtlijn 2006/20/EG betreffende
brandstofreservoirs en beschermingsinrichtingen aan de achterzijde van
motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 14 november 2006,
nr. HDJZ/AWW/2006-1715, Hoofddirectie Juridische
Zaken;
Gelet op
richtlijn 2006/20/EG van de Commissie
van 17 februari 2006 (PbEU L 48) tot wijziging van Richtlijn
70/221/EEG van de Raad betreffende brandstofreservoirs en
beschermingsinrichtingen aan de achterzijde van motor-voertuigen en
aanhangwagens daarvan, met het oog op de aanpassing aan de technische
vooruitgang en de artikelen 22,
eerste lid, 26, eerste lid en 34, eerste lid van de Wegenverkeerswet
1994;
De Raad
van State gehoord (advies van 23 november 2006,
nr. W09.06.0490/V);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 januari 2007, nr.
HDJZ/AWW/2006-1907, Hoofddirectie Juridische
Zaken;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
Het
Voertuigreglement wordt als
volgt gewijzigd:
A
Aan artikel
1a.4 worden twee leden toegevoegd,
luidende:
3. Met
ingang van 11 maart 2010 is het verboden nieuwe
personenauto’s, bedrijfsauto’s of aanhangwagens
in voorraad te hebben, te koop aan te bieden of af te leveren, indien
deze wat betreft de bescherming aan de achterzijde tegen klemrijden
niet voldoen aan Richtlijn
70/221/EEG.
4. Met ingang van
11 maart 2010 is het verboden beschermingsinrichtingen tegen
klemrijden die bestemd zijn om aan de achterzijde van
personenauto’s, bedrijfsauto’s of aanhangwagens te worden
gemonteerd, als technische eenheden in voorraad te hebben, te koop aan
te bieden of af te leveren, indien deze niet voldoen aan Richtlijn
70/221/EEG.
B
Artikel 3.8.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding
«1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd,
luidende:
2. Beschermingsinrichtingen tegen klemrijden die
bestemd zijn om aan de achterzijde van personenauto’s,
bedrijfsauto’s of aanhangwagens te worden gemonteerd, waarvoor
als technische eenheden een typegoedkeuring kan worden
verleend, voldoen met ingang van 11 september 2007 aan Richtlijn
70/221/EEG.
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van 11 maart
2007.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot’s-Gravenhage, 15
januari
2007
Beatrix
De
Minister van Verkeer en
Waterstaat,
K. M.
H. Peijs
Uitgegeven de eerste februari 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Het voorliggende besluit strekt uitsluitend tot
implementatie van richtlijn 2006/20/EG van de Commissie van
17 februari 2006 (PbEU L 48) tot wijziging van richtlijn nr.
70/221/EEG van de Raad betreffende brandstofreservoirs en
beschermingsinrichtingen aan de achterzijde van motorvoertuigen en
aanhangwagens daarvan, met het oog op de aanpassing aan de technische
vooruitgang (hierna: richtlijn 2006/20/EG). Met deze
wijzigingsrichtlijn worden de technische eisen voor
beschermingsinrichtingen aan de achterzijde tegen klemrijden
(stootbalken), die zijn opgenomen in Richtlijn 70/221/EEG, aangepast
aan de technische vooruitgang.
Richtlijn
70/221/EEG is reeds geïmplementeerd in het Voertuigreglement.
Het Voertuigreglement maakt gebruik van dynamische verwijzingen
waardoor een deel van de bepalingen van richtlijn 2006/20/EG geen
inhoudelijke implementatie behoeft. Wel dient de totstandkoming van
richtlijn 2006/20/EG, ter voldoening aan artikel 1.7, eerste lid, van
het Voertuigreglement, bekend te worden gemaakt in de
Staatscourant.
Inhoudelijke implementatie van
de daarvoor in aanmerking komende bepalingen van richtlijn 2006/20/EG
vindt met het voorliggende besluit plaats via wijziging van de
artikelen 1a.4 en 3.8.6 van het Voertuigreglement. Met ingang
van 11 september 2007 moet voor het verkrijgen van een
typegoedkeuring voor een type personenauto, bedrijfsauto, aanhangwagen
of een afzonderlijke stootbalk, worden voldaan aan richtlijn
2006/20/EG. Afzonderlijke stootbalken alsmede nieuwe
personenauto’s, bedrijfsauto’s of aanhangwagens van een
type dat reeds voor 11 september 2007 is goedgekeurd, worden tot
11 maart 2010 toegelaten tot de weg. Vanaf 11 maart 2010
is het verboden afzonderlijke stootbalken of nieuwe
personenauto’s, bedrijfsauto’s of aanhangwagens in
voorraad te hebben, te koop aan te bieden of af te leveren indien deze
niet voldoen aan richtlijn 2006/20/EG. Het besluit treedt in werking
met ingang van 11 maart 2007.
Het
besluit veroorzaakt geen administratieve lasten voor burgers en
bedrijven.
De
Minister van Verkeer en
Waterstaat,
K. M.
H. Peijs
III
TRANSPONERINGSTABEL
Artikel(lid)
richtlijn nr.
2006/20/EG | Implementatie |
---|
Artikel
1 | bekendmaking
van richtlijn nr. 2006/20/EG tot wijziging van richtlijn nr. 70/221/EEG
in de Staatscourant op basis van artikel 1.7, eerste lid, van het
Voertuigreglement |
Artikel
2, eerste lid, onderdeel
a | bekendmaking
van richtlijn nr. 2006/20/EG tot wijziging van richtlijn nr. 70/221/EEG
in de Staatscourant op basis van artikel 1.7, eerste lid, van het
Voertuigreglement |
Artikel
2, eerste lid, onderdeel
b | Artikel
3.8.6, van het Voertuigreglement |
Artikel
2, tweede lid, onderdeel
a | Artikel
1a.4, eerste lid, van het Voertuigreglement |
Artikel
2, tweede lid, onderdeel
b | Artikel
1a.4, tweede lid, van het Voertuigreglement |
Artikel
3 | Behoeft
geen implementatie |
Artikel
4 | Behoeft
geen implementatie |
Artikel
5 | Behoeft
geen implementatie |
XHistnoot
Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op
grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de
Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend
luidt.