Besluit van 14 september 2007 tot vaststelling van het tijdstip van
inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ac, van de Wet van 20
november 2006 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van de
arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsverhoudingen
en arbeidsmarkt 2006)
Wij Beatrix,
bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van
Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de
voordracht van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap, Sharon A. M. Dijksma, van 10 september 2007, nr.
WJZ/2007/31291 (6220), directie Wetgeving en Juridische
Zaken;
Gelet op
artikel XII, eerste lid, van de Wet van
20 november 2006 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van
de arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet
arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt
2006);
Hebben
goedgevonden en verstaan:
Enig Artikel
Artikel I, onderdeel Ac, van de Wet van 20 november
2006 tot wijziging van een aantal wetten op het terrein van de
arbeidsverhoudingen en de arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsverhoudingen
en arbeidsmarkt 2006) treedt in werking met ingang van 1 oktober
2007.
Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de
uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad zal worden
geplaatst.
's-Gravenhage, 14
september
2007
Beatrix
De
Staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap,
S. A.
M. Dijksma
Uitgegeven de zevenentwintigste september 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
Bij Wet van 20 november 2006 tot wijziging van een
aantal wetten op het terrein van de arbeidsverhoudingen en de
arbeidsmarkt (Verzamelwet arbeidsmarkt en arbeidsverhoudingen 2006)
(Stb. 647) is in de Wet kinderopvang een nieuw artikel 48a ingevoegd.
Dit artikel regelt een vereenvoudigde procedure voor de registratie van
buiten Nederland gevestigde kinderopvangcentra en gastouderbureaus.
Deze procedure houdt in, dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) bij ministeriële regeling categorieën
van buitenlandse kinderopvangvoorzieningen kan aanwijzen, die worden
gelijkgesteld met kinderopvangvoorzieningen die in Nederland zijn
geregistreerd op grond van de Wet kinderopvang. De voorwaarden voor
gelijkstelling zijn, dat deze voorzieningen voldoen aan de in het
vestigingsland geldende regels met betrekking tot de kwaliteit en dat
deze regels naar aard en strekking overeenkomen met de kwaliteitsregels
op grond van de Wet kinderopvang.
Voor ouders die gebruik
maken van deze aangewezen voorzieningen betekent dit, dat zij geen
individueel verzoek tot registratie als bedoeld in artikel 48 van de
Wet kinderopvang meer hoeven in te dienen bij het Ministerie van OCW om
in aanmerking te komen voor een kinderopvangtoeslag.
Nu de
bedoelde aanwijzingsregeling gereed is, kan het betreffende artikel I,
onderdeel Ac, van de Verzamelwet arbeidsverhoudingen en arbeidsmarkt
2006 in werking treden.
Dit besluit strekt
daartoe.
De
Staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap,
S. A.
M. Dijksma