Besluit van 27 juli 2007 tot vaststelling van het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ter uitvoering van de roamingverordening

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 27 juli 2007, nr. WJZ 7086017;

Gelet op artikel III, tweede lid;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Enig Artikel

De wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ter uitvoering van de roamingverordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin dit besluit wordt geplaatst en werkt terug tot en met 30 juni 2007, behoudens voor wat betreft de bevoegdheid van het college ingevolge de artikelen 15.2 en 15.4 van de Telecommunicatiewet.

Onze Minister van Economische Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de bijbehorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 juli 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Uitgegeven de zestiende augustus 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

In de wet tot wijziging van de Telecommunicatiewet en de Wet Onafhankelijke post- en telecommunicatieautoriteit ter uitvoering van de roamingverordening is voorzien in de mogelijkheid van inwerkingtreding met terugwerkende kracht voor het geval de roamingverordening eerder in werking zou treden. In artikel 3, tweede lid, van de wet is bepaald dat alsdan de wet terugwerkende kracht dient te hebben tot en met het tijdstip waarop de verordening in werking is getreden. Nu de roamingverordening op 29 juni 2007 is gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie en op 30 juni in werking is getreden, werkt de wet ingevolge dit besluit terug tot en met die datum. Achteraf bezien had de wet ook zelf in de inwerkingtreding kunnen voorzien. Destijds is gekozen voor inwerkingtreding bij koninklijk besluit voor het geval het wetsvoorstel tot wet zou worden verheven op een moment dat de verordening nog een voorstel van de Commissie is. Als in dat geval de verordening uiteindelijk niet zou worden vastgesteld, zou de wet niet in werking moeten treden hetgeen bereikt zou kunnen worden door geen koninklijk besluit te slaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

Naar boven