Besluit van 24 januari 2007, houdende wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB
in verband met de beëindiging van de bekostigingsrelatie tussen
de agrarische innovatie- en praktijkcentra en de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit
Wij Beatrix, bij
de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van
Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 23 november
2006, nr. TRCJZ/2006/3575, directie Juridische Zaken, gedaan mede
namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap;
Gelet op
de Wet houdende wijziging van de Wet
educatie en beroepsonderwijs en de
Wet op het onderwijstoezicht in
verband met de beëindiging van de bekostigingsrelatie tussen de
agrarische innovatie- en praktijkcentra en de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit;
De Raad van State gehoord (advies van
30 november 2006, no. W11.06.0516/V);
Gezien het nader rapport van Onze
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 17 januari 2007,
nr. TRCJZ/2007/52, directie Juridische Zaken, uitgebracht mede namens
de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap;
Hebben
goedgevonden en verstaan:
ARTIKEL I
In het
Uitvoeringsbesluit WEB worden de
volgende wijzigingen aangebracht:
A
In artikel 2.1.1, vierde lid, vervalt het zinsdeel «op
innovatie- en praktijkcentra als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel
b1, van de wet,».
B
In artikel 2.5.1, onderdeel a, vervalt het
zinsdeel «een innovatie- en praktijkcentrum als bedoeld in
artikel 1.1.1, onderdeel b1, van de
wet,».
C
In
artikel 2.5.2, eerste lid, vervalt het zinsdeel «of op grond van
artikel 2 van het Besluit bekostiging agrarische innovatie- en
praktijkcentra
1997,».
ARTIKEL II
Dit besluit treedt in
werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het
Staatsblad waarin het wordt
geplaatst.
Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van
toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.
histnoot's-Gravenhage, 24
januari 2007
Beatrix
De Minister van
Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman
De Staatssecretaris van
Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap,
B.
J. Bruins
Uitgegeven de eenendertigste juli 2007
De Minister van
Justitie,
E.
M. H. Hirsch
Ballin
NOTA VAN TOELICHTING
A.
Inleiding
Onderhavig besluit geeft
uitvoering aan de Wet houdende wijziging van de Wet educatie en
beroepsonderwijs en de Wet op het onderwijstoezicht in verband met de
beëindiging van de bekostigingsrelatie tussen de agrarische
innovatie- en praktijkcentra en de Minister van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit (de wet). Deze wet introduceert volledige vraagsturing
bij het praktijkleren met als oogmerk tot een doelmatiger gebruik te
komen van de financiële middelen die de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit ter beschikking stelt voor het praktijkleren
binnen het groene domein.
Het praktijkleren
binnen het groene domein werd voor inwerkingtreding van de wet volledig
verzorgd door agrarische innovatie- en praktijkcentra (IPC’s).
De IPC’s, bestaande uit IPC Groene Ruimte en het Practical
Trainingcenter, droegen hierbij zorg voor relatief korte en beperkte,
op het verkrijgen van vaardigheden gerichte, trainingsactiviteiten op
het gebied van het beroepsonderwijs.
B. Introductie volledige
vraagsturing bij het praktijkleren
De
introductie van volledige vraagsturing bij het praktijkleren wordt
gerealiseerd door de publieke financiering aan de IPC’s voor
activiteiten op het gebied van praktijkleren te beëindigen. De
wet wijzigt hiertoe de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB), waarin
de bekostigingsgrondslag voor IPC’s is opgenomen. Gevolg van
deze wijziging is dat het Besluit bekostiging agrarische innovatie- en
praktijkcentra 1997 van rechtswege is komen te vervallen. Daarnaast
wordt de Regeling bekostiging praktijkleren AOC vervangen door een
nieuwe regeling op grond waarvan de middelen voor praktijkleren
vraaggestuurd voor 3 doeleinden worden in
gezet:
1. Als basisvoorziening voor de groene
onderwijsinstellingen gericht op de ondersteuning van de
beroepspraktijkvorming. Het gaat hierbij om praktijkinstructie die niet
tijdens de beroepspraktijkvorming kan plaatsvinden vanwege de kosten en
risico’s die dit met zich meebrengt of vanwege de specifieke
deskundigheid die hiervoor is vereist.
2. Voor innovatieve praktijkarrangementen, gericht op het verbinden
van het onderwijs met praktijkinnovaties. Deze zijn bij voorkeur
onderdeel van bredere regionale kennisnetwerken tussen scholen,
onderzoek en bedrijfsleven, gericht op kenniscirculatie.
3. Voor een bovenschools programma voor
praktijkleren in de land- en
tuinbouw.
Onderhavig besluit
wijzigt het Uitvoeringsbesluit WEB. Het Uitvoeringsbesluit WEB geeft
uitvoering aan diverse bekostigingsbepalingen uit de
WEB.
C.
Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WEB
Voor IPC’s, als bedoeld in artikel 1.3.4 van de WEB,
is alleen paragraaf 5 «Toevoeging rijksbijdrage in verband met
kosten van werkloosheidsuitkeringen en suppleties inzake
arbeidsongeschiktheid» van het besluit van toepassing verklaard.
Aangezien de IPC’s sinds de inwerkingtreding van de wet geen
rijksbijdrage meer ontvangen zijn de bepalingen van paragraaf 5, inzake
de vermindering van de rijksbijdrage, niet langer van toepassing op de
IPC’s.
Deze nota van toelichting
onderteken ik mede namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap.
De
Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit,
C.
P. Veerman
XHistnoot
Het advies
van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel
25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van
State, omdat het uitsluitend opmerkingen van redactionele aard
bevat.