Wet van 9 juli 2007 tot aanpassing van de Vreemdelingenwet 2000 aan richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de artikelen 4 en 108 van de Vreemdelingenwet 2000 te wijzigen ter uitvoering van richtlijn nr. 2004/82/EG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 29 april 2004 betreffende de verplichting voor vervoerders om passagiersgegevens door te geven (PbEU L 261);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL I

De Vreemdelingenwet 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na het tweede lid wordt een lid ingevoegd, luidende:

  • 3. De vervoerder, bedoeld in het eerste lid, kan ten behoeve van de grensbewaking en het tegengaan van illegale immigratie worden verplicht passagiersgegevens te verzamelen en te verstrekken aan de ambtenaren belast met de grensbewaking.

2. Het derde lid wordt vernummerd tot vierde lid, onder vervanging van de zinsnede «het eerste en tweede lid» door: het eerste tot en met het derde lid.

3. Het vierde lid wordt vernummerd tot vijfde lid, onder vervanging van de zinsnede «Het eerste en tweede lid» door: Het eerste tot en met het derde lid.

B

Artikel 108 wordt als volgt gewijzigd:

In het tweede lid wordt de zinsnede «artikel 4, eerste en tweede lid» vervangen door: artikel 4, eerste tot en met derde lid.

ARTIKEL II

Deze wet treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede kalendermaand na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

histnoot

Gegeven te

’s-Gravenhage, 9 juli 2007

Beatrix

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de twaalfde juli 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin


XHistnoot

Kamerstuk 30 897

Naar boven