Besluit van 31 maart 2007, houdende wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 in verband met de implementatie van het bij resolutie van 31 mei 2006 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart aangenomen protocol 2006-I-19

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 9 januari 2007, nr. HDJZ/SCH/2006-2047, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Gelet op de op 17 oktober 1868 te Mannheim tot stand gekomen Herziene Rijnvaartakte (Trb. 1955, 161, en 1964, 83), de resolutie van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart van 31 mei 2006 (protocol 2006-I-19) en de artikelen 4, eerste lid, onder a, en derde lid, en 22, eerste lid, van de Scheepvaartverkeerswet;

De Raad van State gehoord (advies van 18 januari 2007, nr. W09.07.0005/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 26 maart 2007, nr. HDJZ/SCH/2007-126, Hoofddirectie Juridische Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:

ARTIKEL I

Het Besluit Rijnvaartpolitiereglement 1995 wordt met betrekking tot het Rijnvaartpolitiereglement 1995 als volgt gewijzigd:

A

De inhoudsopgave wordt als volgt gewijzigd:

1. Artikel 6.34 komt te vervallen.

2. De vermelding bij artikel 14.11 komt te luiden:

(vervallen).

B

Artikel 1.01, onderdeel m, komt te luiden:

m. Klein schip: een schip waarvan de maximale lengte van de romp, zonder het roer en de boegspriet, minder is dan 20 m met uitzondering van:

– een schip dat andere dan kleine schepen mag slepen, mag duwen of langszijde vastgemaakt mag medevoeren;

– een schip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren;

– een veerpont;

– een duwbak.

C

Artikel 1.01, onderdeel ac, vervalt.

D

In artikel 4.06, eerste lid, onder b, derde volzin wordt «schip--schipverkeer» vervangen door: schip--schip verkeer.

E

In artikel 6.31, tweede lid, wordt «ten hoogste een minuut» vervangen door: ten hoogste één minuut.

F

In artikel 6.31, derde lid, tweede volzin wordt «slechts op een schip» vervangen door: slechts op één schip.

G

In artikel 6.32, eerste lid, tweede volzin wordt «is uitgerust met een eenmansstuurstelling» vervangen door: is uitgerust met een éénmansstuurstelling.

H

In artikel 9.06, tweede lid, wordt «niet sneller varen van 5 km per uur» vervangen door: niet sneller varen dan 5 km per uur.

I

In artikel 9.09, tweede lid, onder c wordt «moet een afvarende duwstel» vervangen door: moet een afvarend duwstel.

J

Artikel 14.11 vervalt.

K

Artikel 15.06, eerste lid, komt te luiden:

1. De schipper moet bij het bunkeren van brandstof en smeerstoffen ervoor zorgen dat:

a. de hoeveelheid die wordt gebunkerd binnen de afleesbare standen van de peilinrichting blijft;

b. ingeval van afzonderlijk vullen van de tanks de afsluiters in de verbindingsleidingen tussen tanks gesloten zijn;

c. het bunkeren onder toezicht geschiedt; en,

d. een inrichting overeenkomstig artikel 8.05, tiende lid, van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn wordt gebruikt.

L

Artikel 15.06, tweede lid, onder a, komt te luiden:

2.  

a. het verzekerd zijn van het goede functioneren van het systeem, bedoeld in artikel 8.05, elfde lid van het Reglement onderzoek schepen op de Rijn alsmede het aanwezig zijn van een spreekverbinding tussen het schip en het bunkerstation;

M

Bijlage 6, onderdeel G, subonderdeel C komt te luiden:

c. Stilliggend schip

stb-2007-246-1.gif

1 reeks klokslagen die ten minste elke minuut wordt herhaald

Artikel 6.31, tweede lid

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2007.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

histnoot

’s-Gravenhage, 31 maart 2007

Beatrix

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa

Uitgegeven de twaalfde juli 2007

De Minister van Justitie,

E. M. H. Hirsch Ballin

NOTA VAN TOELICHTING

Algemeen

Aanleiding tot de wijziging

Bij haar resolutie van 31 mei 2006 (protocol 2006-I-19) heeft de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR) besloten om een aanzienlijk aantal tijdelijke wijzigingen van het Rijnvaartpolitiereglement 1995 (hierna te noemen: RPR) die krachtens artikel 1.22 RPR waren vastgesteld, om te zetten in definitieve wijzigingen. Het onderhavige besluit strekt tot implementatie van de desbetreffende wijzigingen van het RPR.

Administratieve lasten

De wijzigingen in het onderhavige besluit leiden niet tot informatieverplichtingen en hebben daarom geen gevolgen voor de administratieve lasten van de burgers of het bedrijfsleven. Derhalve is het besluit niet voorgelegd aan het Adviescollege voor de toetsing van administratieve lasten.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel I

A

De tekst van de hier bedoelde artikelen is definitief vervallen en moet derhalve ook als definitief vervallen worden weergegeven in de inhoudsopgave.

B

In de definitie klein schip worden de sleep- en duwboten uitgezonderd van het lengtecriterium. De omschrijving hiervan was echter zodanig dat ook voor recreatieve doeleinden gebruikte sleep- en of duwboten in bepaalde gevallen als groot schip zouden moeten worden aangemerkt, terwijl de uitzondering in feite alleen voor bedrijfsmatig gebruikte boten was bedoeld. In de nieuwe redactie wordt nu gesproken van «een schip dat andere dan kleine schepen mag slepen, mag duwen of langszijde vastgemaakt mag mede voeren». Dit heeft tot gevolg dat hieronder voortaan uitsluitend sleep- en duwboten voorzien van een certificaat van onderzoek kunnen vallen. Voor recreatief gebruikte boten is geen certificaat van onderzoek vereist, zodat verwacht mag worden dat deze groep buiten de onderhavige uitzondering zal vallen.

Deze wijziging is vastgesteld als tijdelijke wijziging van 1 april 2004 tot en met 31 maart 2007 bij protocol 2003-II-22 (Stcrt. 2004, 32).

C

Artikel 1.01, onderdeel ac kan definitief vervallen. De inhoud hiervan is samengevoegd met artikel 1.01, onderdeel v, waarbij gelijktijdig een vereenvoudiging is doorgevoerd door te verwijzen naar de betreffende voorschriften omtrent de kleur en de sterkte der lichten alsmede omtrent de goedkeuring der navigatielantaarns voor de Rijnvaart.

Deze wijziging is vastgesteld als tijdelijke wijziging van 1 oktober 2004 tot en met 30 september 2007 bij protocol 2004-I-14 (Stcrt. 2004, 226).

D t/m G

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt verschrijvingen gemaakt bij de vorige wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement te herstellen.

H en I

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt verschrijvingen gemaakt bij de vorige wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement te herstellen.

J

De inhoud van dit artikel kan definitief vervallen. De verkeersregeling voor het gebruik van de rede te Emmerich wordt thans geheel door middel van verkeerstekens gedaan, derhalve bestaat er geen behoefte meer aan de in dit artikel opgenomen voorschriften.

De wijziging van dit artikel is vastgesteld als tijdelijke wijziging van 1 april 2004 tot en met 31 maart 2007 bij protocol 2003-II-22 (Stcrt. 2004, 32).

K en L

In artikel 15.06, eerste lid, en tweede lid, onder a, is de verwijzing naar een inrichting dan wel goed functionerend systeem als bedoeld in artikel 8.05, tiende respectievelijk elfde lid, Reglement onderzoek schepen op de Rijn, opgenomen. Hiermee wordt de operationele afhandeling van het bunkeren van brandstof in het RPR afgestemd met het Reglement van onderzoek schepen op de Rijn.

De wijziging van dit artikel is vastgesteld als tijdelijke wijziging van 1 april 2005 tot en met 31 maart 2008 bij protocol 2004-II-17 (Stcrt. 2005, 61).

M

Van de gelegenheid is gebruik gemaakt verschrijvingen gemaakt bij de vorige wijziging van het Rijnvaartpolitiereglement te herstellen. Abusievelijk was in de beschrijving bij de klokslagen de woorden «die lange stoot» opgenomen.

Artikel II

De datum van inwerkingtreding vloeit voort uit de CCR-resolutie van 31 mei 2006 (protocol 2006-I-19).

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XHistnoot

Het advies van de Raad van State wordt niet openbaar gemaakt op grond van artikel 25a, vijfde lid j° vierde lid, onder b van de Wet op de Raad van State, omdat het zonder meer instemmend luidt.

Naar boven